Posts tonen met het label sterven. Alle posts tonen
Posts tonen met het label sterven. Alle posts tonen

zondag 7 november 2021

Mijn dierbare zus

 

Ach, mijn lieve, dierbare zus, vandaag is je sterfdag en vanmorgen werd ik al wakker met jouw beeld op mijn netvlies. Ik wilde je herinneren in je mooie dagen, maar steeds weer zag ik jouw kale koppie van de chemo op mijn netvlies. Je was je eigen dood aan het voorbereiden en ik voelde zo'n verschrikkelijke machteloosheid en had mijn eigen leven willen geven om jou te redden. Waarom jij, lieverd, waarom jij. Het scheurt nog elke dag mijn hart uiteen. Je wilde nog zo graag leven, had nog zoveel mooie dromen, maar het werd je niet vergund. Je had zoveel meer dan mij om voor te leven. 

Ik denk aan jou en aan mama en de hechte band die we hadden door alles wat we hadden meegemaakt. Niemand heeft dat ooit kunnen verbreken, lieverd. Ik wil aan jullie denken aan hoe en wie jullie waren, aan de momenten waarop we samen konden gieren van het lachen en de tranen daardoor gewoon over onze wangen biggelden. 

Ach lieverd, wat jouw dood teweeg heeft gebracht en hoe ik in het diepste dal van mijn leven opeens lucht werd voor sommige mensen waarvan ik het nooit verwacht had, omdat ik voor het eerst van mijn leven eens voor mezelf opkwam en me niet, nooit meer wilde laten behandelen als een stuk vuilnis.
Het heeft me naast mijn verdriet om jou vreselijk veel pijn gedaan, maar ik heb er geen spijt van eindelijk voor mezelf te zijn opgekomen. Voor jou vind ik het wel verschrikkelijk, want het zou je ontzettend veel pijn hebben gedaan, maar het is niet anders, lieverd.
Ik moet door met mijn eigen leven en dan vooral voor jou. Jouw dood mag nu eenmaal niet voor niets geweest zijn en ik leef de dagen enkel en alleen nog maar voor jou.

Alles wat ik wens is dat je nu bij mama bent en dat jullie gelukkig zijn ergens op het mooiste plekje dat er is. En ik hoop dat jullie een beetje trots op me kunnen zijn hoe ik toch met de moed der wanhoop probeer te leven. 

zaterdag 7 november 2020

7 november



Op mijn ziel geëtst

7 november

naast 23 maart

twee dagen waarop

zelfs de zon mij kastijdt

 

denken aan jou, lieve zus

en aan mama en alsmaar het

snijden voelen van een tergend gemis

 

zal ik ooit nog de vogels

kunnen zien vliegen en de knoppen

van de bloemen zien opengaan

 

hoe ga je om met herinneringen

die nooit meer realiteit zullen zijn

 

zal ik ooit nog de vogels kunnen zien vliegen?

 

 


donderdag 24 oktober 2019

Een uitputtingsslag


Wat een uitputtingsslag en wat een confrontaties, maar wel weer gedaan!
Stapje voor stapje door Therapieland waarvoor ik online werd aangemeld door maatschappelijke ondersteuning. Doel, leren omgaan met je rouw.
Na elke sessie opdrachten waarin je steeds de confrontatie aangaat met je emoties, je verdriet, het verlies. Ik voelde er in eerste instantie helemaal niets voor, maar uiteindelijk helpt het me toch beter dan een menselijke helper.
Kun je een opdracht nog niet aan, dan mag je hem later doen of even een pauze inlassen. Ik wist niet dat sommige dingen bij rouw eigenlijk heel gewoon zijn, zoals soms je boosheid op wie je verloren hebt. Zo krom als het zijn kan natuurlijk, maar dat blijkt heel normaal te zijn. Je opeens in de steek gelaten voelen, het gevoel dat je dierbare je niet waardevol genoeg achtte om op je te wachten bij het sterven! Het blijkt er allemaal bij te horen.

Het duurde lang alvorens ik besefte dat ik het niet meer alleen kon en dus uiteindelijk op dringend advies van de huisarts hulp accepteerde.
Vooral nu de maand november weer nadert is het zo zwaar. Alweer bijna een jaar is ze weg, mijn lieve, dierbare zus en alweer zo’n 10 jaar mijn dierbare, unieke moedertje.

In deze meest moeilijke tijd van mijn leven, waarin ik het gevoel heb dat alles weg is, leer je ook je beste vrienden en familie kennen. Wie er voor je zijn en wie zich opeens helemaal niet meer laten zien of horen en je zomaar in de steek laten en nog erger, je soms in je rug steken. Het ergste om te constateren is als het gaat om mensen die je het meest dierbaar waren. Maar dat geeft niet, want liever mensen vanuit het hart dan van die figuren die zich alleen laten zien als het goed met je gaat. Het verdrietige is dat ik geen mens meer durf tee vertrouwen, dat je altijd op je hoede blijft en liever vertrouwt op jezelf dan op een ander.
En je echt goede vrienden, die verdienen zo’n instelling niet, want zij zijn er als ze zien dat je even niet meer kan.

Ik leef elke dag zoals die komt. Er is geen tijd te verspillen aan allerlei kwats en gepieker over wat je nog te wachten staat en ik wil het ook niet weten.
Soms is er wel die afgrijselijke schreeuw binnenin je, die door al je aderen sscheurt en je in tomeloze paniek laat zijn. Waar zijn ze, zij, die je het liefste waren, ze zijn allemaal weg, er is niets en niemand meer! Je wilt ze terughalen, ze weer levend maken, maar wat er alleen nog maar is, is die machteloosheid van kleiner zijn dan klein!

Gelukkig heft mijn writers block zich inmiddels beetje bij beetje op, het is nog niet optimaal, maar toch vloeiden er alweer 3 gedichten uit mijn brein. En dat is gelukkig een goede ontwikkeling. Want wat ben ik nog zonder mijn schrijven, zonder het praten met papier?      
Ook schilderen zondert mij af van de wereld om mij heen en van al dat gesomber in mijn hoofd. Bezig zijn met alleen maar je scheppingen en verder helemaal niets. Helender dan welk medicijn dan ook.
Hoe pijn kan leven doen? Vroeger dacht ik altijd dat alles beter zou worden met de tijd, maar dat is dus niet zo, dat is vals gevende hoop, want als het je lot is, dan is het je lot en daar helpt niets of niemand nog tegen.

Maar het kan altijd nog erger. Zoveel mensen op de wereld die helemaal niets hebben, die in een eeuwigdurende oorlog leven en/of dakloos zijn en/of gewoonweg geen eten hebben. Daar denk ik vaak aan en dan vraag ik me af of te mogen leven nu echt zo waardevol is?

En de vogels blijven vliegen
terwijl jij mank gevlogen tracht
een laatste keer weer op te stijgen

in eindeloze vlucht
nog eenmaal langs de wolkenlinie
achter de einders willen zien

met nog ongeschonden vleugels        

(uit mijn laatste bundel ‘Voorbij het zicht’)         



zaterdag 23 maart 2019

TIEN JAAR ALWEER!


Rotterdam, 23 maart 2019

Vandaag, lieve mama, is het precies tien jaar geleden toen u na een lijdensweg van drie weken in de armen van mij en Suzette stierf.
Wat gaat de tijd toch vreselijk hard, lieverd. Voor mij is het allemaal nog gisteren en ik mis u nog elke dag, hoor. Ze zeggen dat het minder wordt met de tijd, maar dat is niet zo, hoe langer het duurt, hoe groter het gemis. U bent weg, Suzette is weg, alles wat me zo dierbaar was is weg.
Ik zou willen dat de tijd terug kon worden gedraaid, maar dat kan nu eenmaal niet en ik kan daar zo verdrietig om zijn. Soms zie ik iemand van achteren die op u of Suzette lijkt, maar dichterbij lijkt dat dan meer de wens geweest, dan dat de gelijkenis maar enigszins klopt.
Dat verlaten gevoel, dat voelt soms zo ondraaglijk zwaar en elke dag is weer een gevecht.
Overal in wegvluchten, maar nergens rust vinden en blijven zoeken naar wat er niet meer is, het kost zoveel energie. Het liefst maar willen slapen, nergens meer aan hoeven denken of over piekeren, alleen maar slapen en blijven slapen.
De dag is ook nog eens somber vandaag, zo heel anders dan de dag dat u toen stierf.
Toen scheen de zon in volle glorie en ik vroeg me toen af hoe dat mogelijk was, net als al die vrolijke kinderen die beneden in de hal van het ziekenhuis toen verstoppertje speelden.         
Voor mij stond de wereld toen stil, maar uiteraard niet voor al het leven om mij heen.
Ik doe mijn best de dagen door te komen en overal afleiding in te zoeken, maar het is en blijft een hard gelag jullie voortdurend zo te moeten missen.
Het voelt zo vreselijk verlaten!



www.Ingrideleonora.nl

maandag 28 januari 2019

Weer even wat kakelen!


28 januari 2019

Al twee dagen niet weggeweest, want oh, oh, vrijdag gevallen. 
Het leek gedooid te hebben, maar waarschijnlijk deed ik net een paar stappen op nog een stuk bevriezing en voilà, daar lag ik dan met een flinke klap! Natuurlijk had ik weer! Nog wel precies op die kant waar ik die longoperaties heb gehad en dus was leuk anders! Heb twee jaar geleden ook al al mijn ribben gebroken door zo’n val in de Wasstraat, dus ik was als de dood dat ik weer wat gebroken had. Durfde dus eerst niet op te staan en dat ging ook heel moeilijk, maar gelukkig bleek ik achteraf niets gebroken te hebben.
Wel erg veel pijn overal, want alles is nog zo kwetsbaar van al die behandelingen en vannacht daardoor dus ook een paar keer wakker geworden, want beurs hier en beurs daar!
Na die val wel even flink wat huilbuien gehad, want ik had het helemaal gehad met al dat drama in mijn leven. Alsof het maar nooit ophoudt.
En op die momenten mis ik mijn zus Suzette nog het meest. Soms wil ik haar uit automatisme bellen om dan weer zo hard te moeten beseffen dat dat nooit meer kan. Ze is er niet meer, zomaar weg uit mijn leven en ik kan het nog steeds niet helemaal bevatten. Ik mis haar nog elke dag en het valt me zo zwaar me te moeten realiseren dat haar afwezigheid definitief is. 
Moeten vechten voor mijn leven, maar waarom eigenlijk nog? . 
Het laatste dierbare ben ik kwijtgeraakt en wat moet je dan nog?
De drama’s houden ook nooit op en dan heb ik het wel helemaal gehad met het leven en verlang ik gewoon naar alleen maar rust, heerlijke rust. 
Geen gepieker meer, geen zorgen meer hoeven maken, geen verdriet meer hoeven hebben, nóóit meer hoeven huilen, nooit meer spanningen hebben, nooit meer gezeur aan je hoofd!

Intussen heeft het ziekenhuis ook weer gebeld met allerlei afspraken voor in februari en ik ril ervan als ik daaraan denk. Nog maar even genieten van deze pauzemaand van al die witte jassen. Vorige week wel naar de internist gemoeten voor mijn schildklier en ik blijk dus bloedarmoede te hebben, maar volgens hem en mijn longarts komt dat door die chemo en die bestralingen.
Het is dan ook niet vreemd dat ik vaak zo doodmoe ben en dan slaap ik ook nog eens slecht. Maar goed, ’s middags ga ik altijd lekker op de bank liggen met een kussen en een plaid, zet de televisie aan en voor ik het weet ben ik dan aan het dutten. Daarna kan ik er dan weer even tegen en wat dingen doen waar ik nog niet aan toegekomen was.

Intussen ook bij de keuringsarts geweest voor mijn parkeerkaart gehandicapten en deze verstrekt gekregen voor vijf jaar, dus dat is ook achter de rug gelukkig. Kostte me toch wel even 140 euro voor even een aantekening hier en een aantekening daar op zijn kladblok. Ik had hem mijn hele medische dossier overhandigd, dus het was allemaal een fluitje van een cent voor die man. Maar goed, ik kan nu in elk geval meestal vlak in de buurt parkeren waar ik moet zijn en daar ik vaak een tekort aan zuurstof heb, is dat wel zo prettig.

Ben door mijn val twee dagen dus ook niet naar buiten geweest, maar vanmiddag moet ik hoognodig toch wat boodschapjes doen. Morgen en de dagen daarna wordt er weer sneeuw en gladheid verwacht, dus dan wil ik me toch niet meer buiten wagen. Mijn huishoudelijke hulp is er nu (wat ben ik toch blij met haar) en als zij klaar is, dan ga ik er gauw vandoor om de hoognodige boodschapjes te doen..

Begin van het nieuwe jaar en de rekeningen vliegen alweer enthousiast om je oren, maar goed, daar maak ik me maar niet druk om, want wat is er nu eigenlijk echt belangrijk in het leven? Al dat financiële gedoe is alleen maar materie en dat kun je toch niet meenemen in je kist. Zolang je geen schulden hebt en je nog een boterham op je bord hebt, is het eigenlijk van geen belang.

Ik kijk naar buiten en gelukkig, het schijnt even niet meer te regenen en de wind schijnt ook gekalmeerd te zijn. Hoop dat dat even zo blijft, want al dat trieste weer doet nog eens een schepje extra bovenop je toch al verdrietige gemoedstoestand.

Vreemd, maar steeds meer kijk ik terug op mijn leven en vraag ik me af wat het me eigenlijk gebracht heeft al die jaren? Ik heb me altijd van een andere planeet gevoeld, zo moeilijk kon ik mensen soms begrijpen en zo slecht begrepen ze ook mij.
Misschien ben ik ook altijd teveel een recht-voor-zijn-raap-mens en dat wordt over het algemeen ook niet gewaardeerd. Ik ben natuurlijk van geboorte een echte Rotterdamse en Rotterdammers nemen gewoonlijk geen blad voor de mond. Zelf heb ik ook liever te doen met mensen die recht voor zijn raap zijn, want dan weet je tenminste meteen wat je aan ze hebt en verder geen polonaise. Maar ja, een hoop mensen houden er nu eenmaal niet van en hebben liever die achter-de-ellebogenmentaliteit. 
Verder ben ik vrij impulsief en dat is een eigenschap waar ik nog altijd aan tracht te werken, want dan kom je ook vaak van een koude kermis thuis.
Kortom, ik weet het niet, maar ik heb toch vaak het gevoel dat ik hier verkeerd gedropt ben. Heb ook altijd dat heimweegevoel in mij en waar naar, dat weet ik eigenlijk niet.

Zo, ik heb wel weer genoeg gekakeld nu ga ik er vandoor om mijn boodschappies te doen, want mijn huishoudelijke hulp is inmiddels alweer weg en het regent nog niet, dus hupsakee alvorens ik straks zo’n stortbui op mijn bol krijg! Kan ik weer mekkeren dat dat mij weer moet overkomen!!!!!

dinsdag 1 januari 2019

1 januari 2019


Ik wilde het niet meemaken, wilde me het liefst verstoppen voor die ellendige  avond en de wisseling van het jaar. Ik kon alleen maar denken aan Suzette en mijn moedertje, die ik allebei op zo’n wrede wijze verloren had. Hoe ik vorig jaar op oudejaarsdag gezellig zat te gourmetten bij Suzette, nog onwetend van alle drama’s die ons al zo spoedig te wachten stonden.
We lachten, hadden zoveel plezier en genoten van alle lekkernijen.
Ik weet nog hoe we al volgepropt zaten met al dat heerlijke eten, toen Suzette voorstelde nog een coupe ijs te nemen. Ik sloeg het af, kon al niet meer, maar nog zie ik haar smikkelen van die enorme bol ijs met een likeurtje er doorheen en een toet slagroom van heb ik jou daar, steeds maar genietend tegen mij mompelend ‘je weet niet wat je mist’! Ze was een echte smulpaap en gelukkig maar, want al zo gauw zou ze niet meer in staat zijn om te eten en te drinken of alleen maar te slikken. 
Haar enige beetje verlichting zou toen alleen nog maar het bevochtigen van haar lippen zijn met een wattenstokje.

En nu, Gelukkig Nieuwjaar, ik kan het niet eens meer uitspreken.
Kerstmis en oudejaarsavond, het zal nooit meer worden als voorheen.
Nog voor 23.00 uur ben ik mijn bed ingeslopen, ik wilde de jaarwisseling niet meemaken, wilde me ergens verstoppen voor heel de wereld, maar mijn enige schuilplaats was onder mijn dekbed.. Ik wilde slapen, alles wegslapen, niet meer denken, niet meer malen, maar die enorme knallen hielden me uit mijn zo gewenste slaap en een steeds repeterende film over mijn moedertje en Suzette op hun zware ziekbed bleven zich maar voor mij afspelen. Ik wilde mij de leuke tijden met ze herinneren, maar steeds weer drongen die verschrikkelijke beelden zich aan mij op.
Mijn moedertje was gelukkig nog in onze liefdevolle armen gestorven, maar Suzette, Suzette was zo alleen ingeslapen, net een uurtje nadat ik vertrokken was voor mijn bestraling en haar man even een kopje koffie voor zichzelf aan het inschenken was.
Ik had haar beloofd zo snel mogelijk terug te komen, maar ze had de kracht al niet meer om op me te wachten.
Ik had haar zo graag in mijn armen willen laten inslapen, haar hebben willen  toefluisteren dat alles goed was, dat ze niet bang hoefde te zijn en dat ze een uniek, warm en liefdevol mens was geweest en ik had haar nog willen bedanken voor de liefste zus ter wereld voor mij te zijn geweest.
Aan haar ziekbed, ja, ik had haar zo vaak gezegd wat ze voor mij betekende, hoeveel ik van haar hield en hoe waardevol ze voor me was, maar toch vraag je je steeds weer af of je wel alles genoeg gezegd hebt en of je alles wel voor haar gedaan hebt wat mogelijk was.

Mijn gevecht alleen tegen die afschuwelijke ziekte die mij al het dierbare reeds zo wreed ontnomen heeft, vind ik zo zwaar en ik vraag me af wat eigenlijk nog genoeg waardevol is om ervoor te gaan.
Al die verschrikkelijke behandelingen waar je zo doodziek van bent en dan steeds weer die spanning waarmee je te dealen hebt in afwachting van …
En Suzette? Ze heeft zoveel verschrikkelijke behandelingen ondergaan om uiteindelijk toch te moeten sterven en was dat allemaal dan wel nodig geweest?

1 januari 2019, een heel nieuw jaar zonder de mensen waar je zoveel van hield, die je elke dag weer zo ontzettend mist en het vooruitzicht van alsmaar durende onwetendheid hoe het verder met je zal gaan, ik zie er zo erg tegenop.
In februari zal ik weer een oproep krijgen voor scans en mijn longarts, want de bestralingen werken nu nog wat weekjes door en tot dan wil ik even bevrijd zijn van al dat medische gedoe.

Ik kon het niet opbrengen om dit jaar kerstkaarten te schrijven en te versturen en ik kon het ook niet opbrengen iedereen de beste wensen te wensen en dat spijt me. 
Maar ik hoop en wens dat binnen korte tijd die vreselijke ziekte 'kanker' te genezen zal zijn en dat die niet meer in staat zal zijn nog nieuwe slachtoffers te maken. 
En ik wens ook dat deze wereld een betere wereld mag worden, waarin mensen zich ervan bewust zullen zijn hoe kort het leven is, te kort om dood en verderf te zaaien, te kort om alleen bezig te zijn met de hunkering naar je alleen maar te verrijken met enkel materie en dat ten koste te bereiken van alles en iedereen.
En ik hoop van harte, dat al die lieve mensen die ik nu nog om mij heen heb, bovenal gezond mogen blijven en zullen genieten van elke dag die ze gegeven is.
Voor nu heb ik niet veel meer te vertellen. 
Ik kijk naar buiten en het is nevelig en somber en doodstil en zo voelt heel mijn binnenste zich eigenlijk ook.

http://www.ingrideleonora.nl



zondag 4 november 2018

Jouw hand op de mijne


Zondag, 4 november 2018



Je werd even wakker toen Jan zei dat ik er was. 
Ik boog me over je heen en zei ‘dag lieverd, je zussie is er, hoor’. 
Ik nam je hand in de mijne en ik zal nooit meer vergeten hoe jij met je zo zwakke krachten je andere broodmagere hand op de mijne legde en zo bleef liggen en er kwam zelfs een klein glimlachje om je mond.
Je deed je ogen open en je bleef Jan en mij maar aanstaren en we vroegen of je drinken wilde en je knikte. Jan gaf je drinken met het theelepeltje. Dan moet je hoofd wat schuin gelegd en het water moet hij dan naar binnen sijpelen in je andere wang, zodat je je niet kan verslikken.
En Jan vertelde dat je ’s morgens ook al zo’n glimlachje tegen hem had laten zien toen hij bij je kwam en zei ‘dag, mijn lieve koninginnetje’.

Je kan niet meer praten, al probeer je dat met alle macht nog wel, maar het is niet meer te verstaan en dat moet je vast frustreren en het frustreert ook ons. We blijven raden naar wat je zeggen wil, maar zitten er vaak nog naast.
Ik ben even bij je weggegaan, want de thuiszorg en de pijnpoli moesten met je aan de gang en dan lopen wij maar in de weg. En straks komt er weer bezoek voor je en dan wordt het allemaal te druk. Maar eind van de middag ga ik weer naar je toe, lieve schat en dan zijn we weer even met elkaar.

Heel af en toe word je even wakker, maar dan sus je weer weg in een diepe slaap. Gisteren heb ik de zusters gevraagd waarom je steeds met je mond open ligt, want ik was bang dat je het benauwd had. Maar dat is niet het geval, zeiden ze. Je bent al zo verzwakt dat je zelfs je mond niet meer kan dichtdoen.
Als ik toch een wonder kon doen, lieve zus, o, dan zou ik dat onmiddellijk voor jou doen, al kostte het mijn leven. 
Ik mis nu al je babbels, ons schaterlachen met elkaar, onze uitjes samen, onze vertrouwde gesprekken.
Steeds weer zeg ik je hoeveel ik van je hou, wat je voor mij betekent en dat je de liefste zus ter wereld voor me bent, dat je er altijd voor me geweest bent en altijd voor me hebt gezorgd. Daar waar ik me soms geen raad wist, wist jij altijd raad, stond je klaar met wijze adviezen en was je de schouder waarop ik kon uithuilen.
Ik zie hoeveel verdriet Jan om je heeft en hij soms bijna stikt omdat hij niet wil huilen en het geluid van zijn snikken probeert tegen te houden.
En dan voel ik mij nog machtelozer dan machteloos.

In korte tijd ben ik wel 30 jaar ouder geworden en het lijkt alsof ik de zon nooit meer zal zien schijnen. Niets is nu nog belangrijk, niets doet er nog toe.
Het valt me opeens op om hoeveel onbenulligheden mensen zich druk maken, terwijl ik me voorheen daar net zo druk om maakte.
Maar niets is nog belangrijk als je dierbare zo lijdt en zal gaan sterven.
Je zou er alles voor over hebben om je doodzieke dierbare te helpen, maar je voelt je alleen maar nietig en klein en zo verdomde machteloos.
Hoe moeten Jan en ik straks zonder jou verder gaan, lieve Suzette, hoe? 
Elke dag zal ik naar je toe willen gaan of je willen bellen, maar dat zal niet meer mogelijk zijn. En o, wat een leegte zal ik dan voelen en wat een alleen zijn.
Ik mis je nu al, wil je horen praten, horen lachen, grapjes horen maken, plannetjes horen maken voor kerstmis en andere feestelijkheden. 
Ach, lieve, lieve zus, 2018, wat een rampjaar! 


vrijdag 2 november 2018

En nu het pompje!


Vrijdag, 2 november 2018

Gisteren heb je om dat pompje gevraagd. 
De artsen hadden gezegd dat je er altijd om mocht vragen als je de pijn niet meer kon verdragen. En vandaag was het dan zover. Na een helse nacht van verschrikkelijke pijnen heb je uiteindelijk zelf om het pompje gevraagd. Een team van het ziekenhuis kwam dat bij je aanleggen en ook een infuus in je been voor de noodzakelijke medicijnen. Het duurde niet lang of je verzonk in een diepe slaap. En ik ben zo bang dat we nu geen contact meer met je zullen kunnen krijgen, want het brengt je in een soort van diepe  coma, maar het belangrijkste is dat jij geen pijn meer hebt.
Jan is gezegd dat het hooguit nog een weekje kan duren alvorens je ons verlaat en ik heb de laatste weken zoveel gehuild dat ik me lamgeslagen voel. Mijn hart is gewoonweg gebroken. Elke dag zit ik een paar uurtjes bij je bed, jouw zwakke hand in de mijne, je hoofd en al zo mager geworden wangen strelend, je masserend met een milk wat je lekker lijkt te vinden.
Je had veel jeuk van al die medicijnen en dan probeer je te krabben. Dan pakte ik zachtjes je neus vast en  zei ik ‘weer die jeukers, ik jaag ze weg, ophoepelen, laat mijn zus met rust, wij vinden dat niet leuk’. En dan kwam er een klein glimlachje om je mond, je maakte dat dus toch nog mee.
Je was al te zwak om te praten en ik moest steeds mijn oor aan je mond leggen om te verstaan wat je wilde zeggen. Dan vroeg ik je wat je wilde zeggen.  Soms herhaalde je het, maar soms ook zei je ‘ik weet het niet meer’.
Toch had je af en toe nog een helder momentje. Dan zei jje dat je adressen vergeten was te plaatsen op je lijst, maar dat je niet meer kon schrijven  en dan probeerde ik door de wenskaarten die je hebt ontvangen te raden wie. En je knikte als ik het goed had. En ik stelde je gerust door te zeggen dat dat allemaal goed kwam. En je fluisterde ook nog ‘je hoeft geen formulier in te vullen voor de Dela, hoor, alleen maar te bellen’.
En binnenin mij voelt het elke dag weer alsof er onophoudelijk  een oorverdovende schreeuw zonder geluid krijst, die alsmaar mijn hart in stukken scheurt.
Ik heb je gezegd wat voor uniek en waardevol mens je bent. En ik heb je bedankt dat je er altijd voor mij was als een onvervangbare steun. En waarheen ik ook ga, je je bent altijd en overal in mijn hart, lieverd.

Elke seconde met jou is nu zo onbetaalbaar. Ik zou met je willen meelopen, willen meegaan naar daar waarheen je straks moet gaan, want wat is er nog zonder jou? Het weinige dierbare wat we nog hebben wordt ons zo wreed afgenomen
Nu heb je dat pompje en we zijn wel wat gerustgesteld dat je nu tenminste niet van die niet uit te houden pijnen hebt. Maar we zullen waarschijnlijk geen contact meer met je kunnen leggen en dat is wel heel erg verdrietig..

Vandaag  moet ik weer voor de bestraling, maar ik moet mezelf steeds weer dwingen te gaan. Ik ben zo moe, zo vreselijk moe van elke dag die weer komt zonder uitzicht op iets moois. Ik ben gewoonweg uitgeput van al die tegenslagen en al dat verdriet in mijn leven. Met jou zal ook mijn vechtlust verdwijnen en het is helaas dat ik me nu vaak al zo apathisch voel en verslagen.
Door alle ellende en tegenslagen heen  hadden we altijd nog ons viertjes en toen mama wegviel hadden we ons drietjes tenminste nog om kracht en troost bij te vinden. 
Maar straks, wat is er straks nog?
En Jan? Hoe moet het met Jan? Ik heb hem vandaag zo verschrikkelijk horen huilen toen hij mij niet had horen binnenkomen. Zo een hartverscheurend verdriet zag ik in hem en ik kon alleen maar mijn arm om hem heen slaan en met hem meehuilen. Ik probeer elke dag wat meer afscheid te nemen, zodat jouw sterven straks niet als een enorme schok komt.
Jan zegt dat je niet alleen zo hard hebt gevochten voor jezelf en voor hem, maar ook voor mij en dat ik daarom mijn best moet blijven doen door te gaan met trachten beter te worden. Maar hoe dan? Hoe dan, lieve zus? Waarom krijg ik nog een kans en jij niet? Jij was zo een beter mens altijd dan ik, lieverd.

Je hebt zo hard gevochten, schat, zelfs de artsen staan versteld van je vechtlust en dat je het zo lang hebt uitgehouden. Maar nu lijkt je lichaam totaal uitgeput, ben je zo mager en broos geworden en is het hartverscheurend om te zien hoe je met je laatste krachten nog probeert te blijven.
Mijn dappere, dappere zus, zo moedig tot aan het eind en je hele lijdensweg zonder klagen, ik heb zo ontzettend veel respect voor jou.
En ik vrees zo voor de dag dat ik geroepen word omdat je …

vrijdag 19 oktober 2018

Weer zo'n dag!


woensdag, 17 oktober 2018
De misselijkheid en het overgeven gaat nu wel, zeg je. Het is die pijn, die afgrijselijke pijn in al je botten die je nu hebt bij elke beweging. Je kan al niet meer lopen en in eten heb je helemaal geen zin meer. Je drinkt wat versterkende eiwitdrankjes, dat is alles. Je wordt met de dag kortademiger en praat moeilijk en door al die medicijnen versuft. Ik wil je helpen, maar ik weet niet hoe, voel me zo verdomde machteloos en voel soms zo’n intense woede om wat je allemaal moet doorstaan. En ik kan niets doen, helemaal niets dan er alleen maar voor je zijn.
Al dagenlang kan ik alleen maar huilen en huilen. Ik wil dat niet, maar het blijft zomaar uit mijn ogen stromen en er is geen ophouden aan. Ik denk aan hoe moedig jij bent, hoe zonder klagen je alles doorstaat en als ik negatief ben of opstandig, dan zeg je ‘je mag niet zo negatief zijn’ of ‘dat mag je niet zeggen’ of ‘er zijn natuurlijk ook nog zoveel andere mensen die net zo lijden’.. Precies je moeder, alles wordt gerechtvaardigd, alles weer recht gepraat wat zo krom is als een hoepel. Ik kan niet zijn zoals jij en mama, ik kan alleen maar zo boos zijn, vind het allemaal zo oneerlijk en wreed. Mijn eigen ziekte kan ik accepteren en ik ben sterk genoeg om dat te dragen. Maar jou, mijn dierbare zus zo te zien lijden en te creperen van de pijn, ik kan dat niet aanvaarden.
Zo een bescheiden en lief mens dat aan te doen, ik vind het onaceptabel.
De dokter vroeg je hoe je dacht over bepaalde dingen wat betreft je levenseinde, en ze doelde op euthanasie en nog andere middelen en jij vroeg mij weer wat ik daarvan dacht. En ik heb je gezegd dat ik niet wil dat je ondraaglijk moet lijden, dat als jij het niet meer kan opbrengen je mag gaan en niet hoeft te blijven voor ons. Het is jouw lijden en het moet jouw beslissing zijn. Ik zal je zo missen, mijn leven zal zo afgrijselijk leeg worden, maar liefde betekent ook weleens moeten loslaten. Ik wil gewoon niet dat je ondraaglijk moet blijven lijden!

Ik heb inmiddels 2 bestralingen achter de rug en vandaag wordt het de derde en ik ben al aan het aftellen. Dan nog 27 stuks te gaan en dus nog 27 dagen op en neer naar dat Dordrecht. Heel vervelend allemaal, want je kan geen afspraken maken, krijg de tijdschema’s altijd op het laatste nippertje door en dan moet je ook nog komen op die rare filetijden. Als je belt of het niet op een andere tijd kan, dan kan dat niet. Je moet je er allemaal maar in schikken.
Zelfs als ik onder dat kolossale bestralingsgeval lig, dan moet ik aan Suzette denken en blijven de tranen maar uit mijn ogen stromen, ik kan er niets aan doen.
Ik probeer me voor te stellen dat ik op de golven van de zee lig om mezelf zodoende af te leiden, maar steeds weer komt dat beeld van Suzette op mijn netvlies. Iedereen zei dat bestralen maar een paar minuutjes duurt, maar het duurt wel 20 minuten en dat vind ik best lang. Ik vind het best een eng idee dat al die straling mijn lichaam ingaat en dan dat kolossale geval dat om me heen draait, een beetje angstig allemaal. En ja, dan gaat het malen en malen in je hoofd! Vaak ben ik zo moe van het denken alleen al en maar geen uitweg zien uit die onophoudelijke nachtmerrie.

Komen die chauffeurs van die zorgtaxi ook al zo kort aan in de tijd waardoor je de hele rit weer met de zenuwen zit of je wel op tijd komt.
Gisteren was de chauffeur ook nog eens 8 minuten te laat en koos hij gelukkig de veerpont, zodat we de file bij Rotterdam konden vermijden.
Soms vraag ik me af waarom ik het allemaal nog doe, ben gewoonweg zo moe van alles. En dan bedenk ik me weer dat ik zo niet mag denken, want Suzette had zo graag deze kans nog gehad! Hoe ironisch allemaal. Ik zou zo met haar ruilen als dat in mijn macht lag, ik had haar die kans zo met heel mijn hart gegund. Zij heeft zoveel meer om voor te leven dan ik. Ja, dat is echt zo.
En ik maak me ook zorgen om mijn zwager Jan straks. Hij heeft al gezegd dat ook hij het dan niet lang meer zal maken, dat hij dood zal gaan van verdriet.
Die twee zijn ook zo met elkaar verweven. Zijn al zo’n 53 jaar samen en net een Siamese tweeling. Hoe moet dat straks toch allemaal? Zoveel zorgen aan mijn hoofd en zoveel verdriet en elke dag bij het wakker worden besef ik dat de nachtmerrie voortduurt en voortduurt.

Om 13.15 uur komt ook nog de logopediste, moet ik weer aan het werk met mijn stem. Die is gelukkig al wel een stuk sterker en ik heb weer hoop mijn stem enigszins terug te krijgen. Ik mag ook niet meer mijn stem forceren door harder te praten dan ik kan, want dat is helemaal funest omdat je dan gebruik maakt van je valse stembanden en dan wordt het alleen maar slechter en slechter. Met die oefeningen ben ik net een Aboriginal, ik moet dan door een buis in een fles water met allerlei klanken bubbelen met een juist gebruik van mijn ademhaling. Ik ademde altijd veel te hoog en zij leert mij met de fysio samen nu vanuit mijn buik te ademen en dat is best nog moeilijk, hoor. Je moet er steeds op letten, want anders gaat het weer mis. Maar volgens hen wordt heet straks automatisme, nou, laten we dat hopen!
Zo, dat was dan weer het laatste nieuws nu vanuit hier. Natuurlijk nooit meer wat leuks te vertellen, maar het is niet anders.
Tegen beter weten in hoop ik nog altijd op een wonder, een wonder voor mijn lieve zus, meer heb ik niet nodig!

woensdag 26 juni 2013

Ach, lief moedertje toch!

VANDAAG 26 juni 2013

Vanmorgen werd ik al triest wakker en speelden zich weer ellendige taferelen af op mijn netvlies.
Het was in 2009, maar nog altijd is het alsof het gisteren allemaal gebeurd is.
Zo duidelijk zag ik mijn overleden moedertje voor me en het duurde niet lang of de tranen liepen weer over mijn gezicht. Mijn lieve moedertje die op 23 maart 2009 stierf aan medisch geblunder in een ziekenhuis in Capelle a/d IJssel.

Ik herinner mij de dag dat ik haar naar het ziekenhuis in Capelle a/d IJssel bracht.
Ze zou worden opgenomen voor een darmoperatie. De bewuste chirurg had haar verzekerd dat ze daarna nog jaren mee zou kunnen. Hij sprak haar zoveel vertrouwen in dat ze het wel aandurfde met haar 85 jaar. Ze had darmkanker zonder uitzaaiingen.
Hij deed die operaties elke dag, zo had hij gezegd en mijn nog altijd zo levenslustige en actieve moedertje vertrouwde op zijn deskundigheid.

Dat ik haar uiteindelijk naar het huis van de dood bracht, had ik nooit kunnen vermoeden.
Ze lieten haar na de operatie 6 dagen lang creperen met een losgeraakte darmnaad en negeerden al de alarmbellen van mijn zus en mij. Alles werd afgedaan met 'uw moeder is al oud, ze heeft meer tijd nodig'. Het eind van het liedje was dat ze vlak achter elkaar 2 spoedoperaties moest ondergaan en op de Intensive Care terechtkwam aan allerlei toeters en bellen, had een grote buis door haar mond en haar kleine lichaam was opgezwollen door alle medicijnen.  Ze werd dagenlang in slaap gehouden en we konden niets anders doen dan tijdens de bezoekuren haar hand vast te houden en lieve woordjes tegen haar zeggen in de hoop dat ze die zou horen. Ze leek opeens wel 10 jaar ouder geworden en het waren de zwaarste dagen van mijn leven!
Dat gevoel van machteloosheid, ik voel het nog elke dag. Ik had mijn leven voor haar willen geven, maar wie was ik? Ik was geen God en had niets te vertellen dan alleen maar in onmacht moeten toezien hoe ze wegkwijnde in dat bed dat voor haar 1.44 m lengte veel te groot voor haar leek.
Toen ze eenmaal wakker werd gemaakt zaten mijn zus en ik ieder aan een zijde van haar bed en we heetten haar welkom. De komende dagen leek ze erg verward, zag vleermuizen aan de ramen hangen, zigeneurs aan het eind van haar bed en/of kleine kinderen spelen. Ze wilde niet eten noch drinken en het enige wat ze kon verdragen waren de waterijsjes die ik steeds in sneltreinvaart beneden in de hal voor haar haalde. Mijn zus hield het stokje voor haar vast, want ze was zo zwak dat ze haar armen niet eens kon optillen. Steeds weer zoog ze zo gulzig aan het waterijs en dan zei ze 'ik ben zo gulzig'. En wij antwoordden haar 'geeft niets, hoor, wees maar lekker gulzig, lieverd'.
Bij de apotheek haalde ik versterkende voedingsdrankjes, maar tevergeefs, ze kon alleen waterijsjes verdragen. 
Na een paar dagen moest ze plotseling - ondanks onze hevige protesten - van de IC af en terug naar de afdeling, want ze vonden haar niet kritiek meer. Nee, ze was niet kritiek meer, dat zou spoedig blijken. Op 23 maart 2009, haar 2e dag op die afdeling,  werd ik in de vroege morgen gebeld door mijn zwager die mij sommeerde 'onmiddellijk naar het ziekenhuis, het gaat slecht met mama'.

Ik kwam net onder de douche vandaan, mijn haar was nog kletsnat, maar ik wist niet hoe snel ik in mijn auto moest stappen. Ik beefde over mijn hele lichaam en kon alleen maar de hele weg er naar toe smeken 'mama, oh mama, wacht op mij, wacht op mij, lieverd'.
En ze had gewacht. Toen ik aankwam zag ik mijn zus gebogen over haar heen staan. In doodsangst naderde ik dat bed en zag mijn moeder daar liggen met gesloten ogen en happend naar adem.
Mijn zus maakte plaats voor mij en ik nam dat broze lichaam in mijn armen. 'mama, ach, lief mamaatje toch'. Ik voelde me zo wanhopig, zo afgrijselijk machteloos. Ze opende haar ogen, staarde me aan en met al haar kracht die ze nog in haar had, prevelde ze nog wat. Door het zuurstofmasker dat ze ophad, konden we haar niet verstaan en voorzichtig probeerden we het te verwijderen. Maar ze had geen enkele kracht meer om nog wat te zeggen. De kamer leek gevuld met plotseling allemaal witte jassen. Zolang ze zo ziek was geweest had ik nog nooit zoveel witte jassen bijeen gezien. Ze wilden met ons praten, maar dat weigerde ik. 'Nu niet, oh nee, nu niet, ze had me nodig en ik zou haar geen seconde meer alleen laten'. Ze bleven maar aandringen en dus spraken ze nog geen 3 meter verder met mijn zus. Mijn zus kwam naar me toe en fluisterde 'ze willen mama wat geven om het te vergemakkelijken, want ze gaat hoe dan ook sterven en heeft het zo benauwd, wat moeten we doen'. Ja, wat moesten we doen? We wilden niet dat ze zo moest blijven lijden en happend naar adem zou sterven en we stemden dus toe. Wat kon ik anders nog doen dan haar een vredige en rustige dood te gunnen, verlost uit dat ellendige lijden? Soms is liefde iemand los moeten laten! 'Als u vindt dat u moet gaan, mama, ga dan maar, lieverd, ga maar naar het licht'.
Mijn zus, zwager en ik, we zijn bij haar gebleven tot aan het eind. Ze is in onze armen uiteindelijk gestorven. Ik zag hoe haar broze lichaam in etappes verduisterde, totdat het licht via haar kruin doofde. Mijn zwager sloot respectvol haar open ogen waaruit de sprankel verdwenen was.

Mijn allerliefste moedertje, mijn trouwste vriendinnetje en steun en toeverlaat was er niet meer.
Nog altijd is het alsof mijn hart met haar gestorven is. Elke dag nog denk ik aan haar en elke vrijdag breng ik haar verse bloemen op het plekje waar ze verstrooid is. Daar is het dat ik altijd nog enige rust vind, even vrijuit met haar kan praten. En elke dag weer hoop ik van haar te horen, een teken te krijgen dat ze het goed maakt. En soms, soms voel ik me zo schuldig dat ik haar medicijnen heb laten toedienen om haar sterven te vergemakkelijken. Dan vraag ik me af of die beslissing wel goed is geweest. Dan ben ik bang haar vermoord te hebben door mijn toestemming. En altijd weer vraag ik me af of ik genoeg voor haar gedaan heb. En altijd is er die twijfel. Had ik het maar geweten, had ik maar ruimschoots van tevoren gezien dat ze ging sterven. Geen dag, geen uur, geen seconde zou ik haar alleen hebben gelaten. Ik zou dag en nacht in het ziekenhuis zijn gebleven, dicht bij haar.
Ik ben nog altijd boos op die artsen aldaar, die zak patat van een chirurg, die zo koele bitchen van een zusters waar ze zo bang voor leek.

We hebben na haar sterven een klacht ingediend. Niet voor geld, oh nee, want met geen miljarden zouden we onze zo waardevolle moeder terugkrijgen. Maar we wilden dat ze ervan zouden leren, dat andere patiënten zouden worden behoed voor de talrijke fouten die ze hadden gemaakt .
De klachtencommissie bestond helaas uit allemaal collega witte-jassen en het bleek verspilde moeite te zijn. De arrogantie en de koelheid waarmee ze aan tafel zaten met ons maakt me nog altijd driftig.
Nog elke dag speelt die film van 3 weken lijden in dat ziekenhuis zich af op mijn netvlies.
Ik wil de leuke herinneringen bovenhalen, maar nee, steeds weer zie ik haar liggen, zo broos en doodziek in dat witte ziekenhuisbed en dan voel ik weer die afgrijselijke machteloosheid die mij steeds weer wanhoop bezorgt.


http://www.artikeltjes.com/artikeltjes/1841/1/Mogen-rouwen/Page1.html

http://www.ingrideleonora.nl