Posts tonen met het label rouw. Alle posts tonen
Posts tonen met het label rouw. Alle posts tonen

vrijdag 27 mei 2022

28 mei

 


28 mei! Vandaag zou je jarig zijn geweest en daar werd ik mee wakker, lieve zus.
Al die herinneringen kwamen weer boven en ze doen me altijd pijn, omdat ik weet dat dat geweest is en nooit meer terug zal komen.
Hoe je mij veters leerde strikken, hoe je mij mijn naam leerde schrijven, helaas wel met een k en een t en hoe mama mij dat opnieuw moest aanleren met een g en een d.
Wanneer de kleuterschool uitging, stond jij daar altijd zo trots tussen al die grote moeders op me te wachten. Mama kreeg niet eens de kans mij van de kleuterschool te halen. Zodra ze zei dat ze me ging halen, rende je naar de kapstok om je jas ervan af te rukken en weg was je.

Ik herinner mij ook nog hoe ik ooit van mijn leraar op het speelplein van de lagere school om een of andere reden een harde klap in mijn gezicht kreeg. Nog voor ik zelf kon reageren vloog je - van wie weet waar - als een beschermende leeuwin voor haar welp op hem af. Ik bleef jouw eeuwige, kleine zusje en jij was gewoon mijn tweede moedertje en dat is altijd zo gebleven. Door de boze buitenwereld, die ons zoveel pijn heeft gedaan, werden we een hechte drie-eenheid - mama, jij en ik - en niemand heeft dat ooit kunnen verbreken. Altijd als iemand me te na kwam vertoonde je die enorme beschermingsdrang en zelfs toen ik al lang volwassen was geworden, wilde je me nog altijd beschermen tegen – in jouw ogen – vermeende misstappen die ik kon maken. Jij en mama, jullie waren het enige goede in mijn leven. Helaas moest de dood zo nodig het laatste dierbare van me wegnemen en niemand weet, o, niemand weet hoeveel verdriet ik nog altijd met me meedraag, lieverd.

Jou kwijt te zijn en zo snel al nadat we afscheid hadden moeten nemen van mama, heeft voor altijd  een tweede, gapend gat in mijn hart geslagen.
Als het mogelijk was geweest, dan had ik mijn leven voor jou gegeven, lieve zus.
Waarom jij moest sterven en ik nog moet leven, ik heb er nog altijd geen antwoord op.
Jij was zo een beter en mooier mens dan ik en ik voel me alsmaar zo hopeloos verloren nu je er niet meer bent.
Ik kan je nooit meer om advies vragen, nooit meer iets met je delen, nooit meer met je praten of lachen en soms stel ik me voor dat het niet zo is. Dat je er nog bent en ik gewoon maar een lelijke nachtmerrie heb gehad.
Als ik je belde nam je steevast op met ‘what’s the mattie, Noppio?’
Ze zeggen dat het gemis minder wordt met de tijd, maar nee, ze hebben het zo mis, het wordt alleen maar erger.

Het doet me nog altijd pijn dat je toen niet op me gewacht hebt tot ik terug was van mijn bestraling. Ik had je zo graag in mijn armen willen  houden tot aan je laatste ademzucht, tot daar waar het niet meer kon, lieverd. Maar nee, je bent zomaar geruisloos weggeglipt en ik heb er niets aan kunnen doen.

Helaas werd ik – om mij totaal onbegrijpende redenen -geen deelgenoot gemaakt in je afscheid. Alsof me zo kwalijk werd genomen dat jij er niet meer was en ik wel. 
Het enige wat ik voor je heb kunnen doen was een mooi gedicht voor je maken en voordragen, zoals je mij op je ziekbed gevraagd had. Maar weet je, je raakt er aan gewend wat mensen je kunnen aandoen en jou in mijn hart dragen als een fonkelend diamantje, dat kan niemand mij afnemen en dat is alleen nog maar belangrijk.

En weet je, jouw ring draag ik elke dag om mijn hals, want hij is helaas net iets te groot voor mijn vingers. Zo draag ik toch elke dag iets van je bij me en dat geeft me nog enige houvast. We zouden samen vechten tegen onze ziekte en zolang al moet ik die strijd nu alleen voeren. En ik ben daar zo moe van, maar ben dat zo verplicht aan jou. Ik mis je, lieve zus, ik mis jou en mama nog elke dag

 

ALLEEN NOG WILLEN SLAPEN

 

Altijd weer bij het wakker worden

meteen weer denken aan jou

en dan eeuwig willen slapen

 

niet weer een dag te moeten leven

met die pijn van dat gemis

niet meer hoeven voelen dat

gapend gat van leegte

 

nog eenmaal met je mogen praten

nog eenmaal met je mogen lachen

je mogen bellen en vertellen

van wat ik weer eens heb beleefd

 

overal en altijd

alleen maar denken aan jou

en dan eeuwig willen slapen

 

 


vrijdag 20 december 2019

Bijna kerst



Die kerstliedjes, het geeft mij iets verdrietigs, herinneringen aan toen alles nog goed was en we altijd zo gezellig gezamenlijk kerst vierden.
Soms kan het me zomaar overvallen. In de auto, in een winkel of waar dan ook, dat immense gemis, dat diepe verdriet.
Dan probeer je het met alle macht weg te slikken, maar daar word je dan weer zo benauwd van. In de auto is het niet erg, niemand die het ziet, maar elders, ja, dan gauw de uitgang zoeken en naar buiten. Buiten dan even diep ademhalen en proberen afleiding te zoeken in de wereld om je heen.
Het lukt natuurlijk niet altijd om zo gauw buiten te komen. Soms sta je met je karretje vol boodschappen, die toch eerst afgerekend moeten worden en dan probeer je wanhopig maar je gedachten te verzetten.

Ik heb toch maar op advies van mijn vrienden en vriendinnen mijn kleine kerstboompje opgetuigd en de kamer wat in kerstsfeer gebracht. Maar ook dat ging niet zonder slag of stoot. Soms wilde ik alles weer teruggooien in de dozen, zag er het nut niet meer van in, maar dan nam ik even pauze en ging daarna dan maar weer verder.
Ik denk aan mijn lieve moedertje, aan mijn dierbare zus, aan mijn vader, mijn ‘, hartsvriendinnen Coby en Lucia en het is zo’n wreed besef dat ze nooit meer terugkomen, dat ze definitief weg zijn.
In korte tijd alles zomaar weg. Ik wil met ze praten,  met ze bellen, ze vertellen wat er in me omgaat en ik wil gewoon weer onbedaarlijk  met ze kunnen lachen. Het voelt zo leeg in je huis, in je hart en elke dag vangt weer aan met dat zelfde besef, ze zijn er niet meer, nee, ze zijn er echt niet meer.

Vanmorgen vroeg al even boodschappies wezen doen en brrrr, het was zo nat vandaag. Maar zo lekker vroeg is het gelukkig nog niet zo druk en kan ik op mijn gemak mijn boodschapjes doen. Ik kan echt helemaal crazy worden van al die duwende mensen en krijsende kinderen. Ik stond even wat maaltijden uit te zoeken kwam er wel zo’n overhaastig geval dat  mijn rijdende krat uit mijn hand trok  en dat helemaal aan de overkant deponeerde. Ik had mijn karretje notabene nog vast. ‘Hallo zak patat, gaat ie lekker’, vroeg ik. Hij schrok daarvan en bood gauw zijn excuses aan, maar ik zei dat hij notabene zo mijn karretje uit mijn handen trok omdat hij er waarschijnlijk bij moest. Nou, ik ben opgevoed met ‘pardon, zou ik er even bij mogen?’ Maar goed, hij greep maar gauw zijn maaltijd en weg was meneer Onopgevoed. Brr, soms kan ik toch zo’n afkeer van mensen hebben, hè, kan er niks aan doen, hoor. Na al mijn slechte ervaringen kan ik ze soms wel schieten!
Maar goed,, buiten even diep ademgehaald en  toch wel lekker even die frisse wind door je wangen en die regen op je bol, hoor, voel je je echt Hollands glorie!
Ik ben gelukkig aardig opgeknapt, alleen nog steeds zo’n griepgevoel in mijn hoofd en dat is wel irritant, maar dan neem ik maar weer wat paracetamol. Ben al lang opgelucht dat ik even niet meer van die blaffende hoestbuien heb.

Ik kijk naar de kerstkaarten van de mensen die me niet vergeten zijn en die zo dierbaar hangen in mijn kersthanger. En ik kijk naar de mooie kerstdecoratie, die mijn vriendin Rianne van de week met haar bezoek zo lief  cadeau aan me gaf en die ik een mooi plekje op mijn wandkast heb gegeven, hij staat daar zo prachtig te pronken. En ik voel me dankbaar voor die mensen die me in deze tragische tijd trouw zijn gebleven en me daardoor zoveel steun en troost geven.

Ben wel erg blij als al die feestdagen straks voorbij zijn, want voor mij hoeft dat dus echt niet meer.
Bijna 2020 en wat een verschrikkelijke jaren heb ik achter de rug, niet echt om leuk op terug te kijken en ik ril bij de gedachte wat je misschien nog voor ellende te wachten staat . Soms zou je gewoon in slaap willen vallen en niet meer, nooit meer wakker worden totdat alles gewoon een nachtmerrie is gebleken. Maar ja, we moeten door en positief blijven en met de moed der wanhoop maar weer.

zondag 8 december 2019

Zal ik of zal ik niet?








Zal ik, zal ik niet? Ik bedoel, mijn kerstboompje optuigen? Wat valt er nog te vieren zonder mijn lieve dierbare moeder en zus? Maar misschien voor een beetje sfeer en in memoriam aan hun? Of zal de aanblik ervan me teveel pijn doen en nog meer dan ooit doen beseffen dat ze er echt niet meer zijn?
Kerstfeest, het feest van mijn moedertje waaraan zij altijd zoveel belang hechtte en wilde dat wij er altijd waren met die dagen. En we hebben die traditie altijd in stand gehouden en er altijd met elkaar zo van genoten.
Zelfs het horen van kerstliedjes doet me pijn en rouw, rouw overvalt je op de meest onaangekondigde momenten. Dan moet je je tranen zien weg te slikken en zo gauw mogelijk een veilig onderkomen zien te zoeken waar je even niets hoeft tegen te houden.
Ik zou zo graag nog even met ze willen babbelen, willen lachen, dicht bij ze willen zijn, maar helaas … De tijd nam met wrede en gulzige handen en slokte alles zomaar op.

Vorig jaar geen kerstkaarten verzonden, ik kon dat toen niet opbrengen.
Met de moed der wanhoop dit jaar maar wel weer gedaan. Je wil toch die mensen die nog wat voor je betekenen niet vergeten en ze toch alle goeds toewensen voor het nieuwe jaar.

Ben wel uitgenodigd voor 1e kerstdag door Anneroos, mijn andere zusje, maar dan moet ik wel opgeknapt zijn en de rit naar Heiloo aan kunnen. En het weer moet natuurlijk ook mee zitten.  Het is natuurlijk ontzettend lief van haar om mij niet te vergeten en gelukkig heb ik nog wat steun aan haar.

Enfin, het weer met de kerst maar afwachten en natuurlijk mijn conditie. Gelukkig voelde ik mij vanmorgen al wat beter. Ietsje meer lucht en hopen dus dat ik de goede kant opga met die medicijnen die ik trouw inneem.
Wat het weer betreft, dacht ooit nog seizoensbanden aan te schaffen, maar sinds ik van de week las over de onzin van winter- en seizoensbanden die uit de testen kwam die ze ermee gedaan hebben, zie ik daar dus definitief vanaf. Ze schijnen zelfs vaak gevaarlijker te zijn dan gewone banden. Ik had er altijd al een zuur smaakje van eerlijk gezegd. Als ze wat nieuws uitvinden in dit land, dan gaat er bij mij altijd al een soort alarmbel rinkelen in mijn bovenkamer ‘kassa, kassa, kassa’. En dat blijkt dan alweer als je het prijskaartje ziet hangen. Gelukkig had ik die ondingen dus nog niet aangeschaft, want was weer weggegooid geld geweest.
Begreep er toch nooit wat van. De mensen reden al sinds mensenheugenis zonder winterbanden en opeens moest iedereen aan die dingen. En of dat nou het aantal ongelukken per jaar heeft verminderd??    

Zal ik nou of zal ik niet mijn kerstboompje optuigen?
Ik weet het nog niet. Eerst maar even op wat meer zuurstof wachten en dus even wat meer tijd nemen om te beslissen.
Voor de mensen die op bezoek komen is het natuurlijk wel leuk als er wat kerstsfeer bij je thuis is. Ik kijk naar de buurvrouw, zij heeft haar man verloren eerverleden jaar en zij creëert well kerstsfeer thuis. Moedig vind ik dat, misschien moet ik ook maar … ?








zondag 1 december 2019

Puinruimen

1 december 2019




Alweer een tijdje niet geschreven op dit blog, maar nu voel ik de drang toch weer wat neer te pennen. Ben druk bezig vrede in mezelf te vinden, mijn misschien kortstondige leven niet langer te verspillen aan nonsens en dingen die toch niet kunnen veranderen. Wel kan ik mezelf nog veranderen, puinruimen in mijn huis, alle overbodige dingen weg. Heb al zoveel opgeruimd, maar ben nog lang niet klaar. Wat kan een mens toch veel troep hebben! Nog veel te veel rotzooi die weg kan, maar ik moet even weer momenten hebben dat het wat beter gaat, want de laatste twee weken gaat het bar. Alsmaar uitputtende hoestbuien en zelfs ’s nachts word je geen rust gegund. Zit op de Prednison en de antibiotica, maar heb niet het gevoel dat dat tot op heden werkt. 
Maar goed, meestal helpt het pas als je de kuur hebt afgemaakt, dus afwachten maar en niet meteen doemdenken. Moet morgen weer voor een scan en dat valt me wel zwaar, want je maakt je nu toch erger ongerust. Al die uitputtende hoestbuien, het voelt gewoon niet goed.             


Afgelopen week las ik op FB een tekst van de vrouw van een ex collega die de kracht niet meer had. Zij had een hersentumor en of dat nog niet genoeg was lijdt haar man ook nog eens aan de ziekte van Alzheimer.  En ik kon het me zo goed voorstellen, gewoonweg doodmoe zijn, niet meer kunnen, de kracht in jezelf niet meer vinden.  
Ze is vorige week overleden, want ze was klaar met haar leven en ze koos ervoor te gaan. Ik vond dat zo moedig, dat gewoon maar openlijk durven zeggen ‘ik heb er de kracht niet meer voor en ben er klaar mee’!
En ik besefte meer dan eens dat het tijd werd om puin te ruimen, om met stoffer en blik en een reuzenbezem alles bijeen te vegen wat niet thuishoort in je leven en de deur uit te bezemen. Genoeg gehuild, genoeg gevochten, genoeg overhoop gelegen met jezelf. En het geeft toch een gevoel van bevrijding eindelijk die stap te durven zetten en nu te kiezen voor jezelf.         
Durven puinruimen, ik ben er helemaal klaar voor. Ook in mijn persoonlijke leven, weg met die mensen die alleen maar ballast voor me zijn geweest, die je alleen maar ziet als het goed met je gaat of als er wat te halen valt of die je alleen maar gekwetst hebben. Helaas ben ik een gevoelsmens, dus alles komt altijd extra hard aan.  Juist die mensen waarvan je het niet verwachtte, dat is nog wel het ergste. Ben ik dan zo een afschuwelijk mens dat het een rechtvaardiging is voor dergelijke behandelingen? Ja, natuurlijk ben ik ook flink bij mezelf ten rade gegaan. Ik heb ook mijn fouten, net als ieder ander, ben – wat nooit voor mensen goede eigenschappen zijn gebleken – altijd recht voor zijn raap, ben vaak te impulsief en ik heb altijd gestreden tegen dat wat in mijn ogen onrecht was, waardoor je dus vaak tegen heilige huisjes en pijnlijke schenen trapte. Dat dat voor mensen niet prettig is als je zo bent, omdat ze je al gauw als een bedreiging zien, ik kan het me voorstellen. Heb vaak geprobeerd het wat minder te doen, maar ja, het is zo moeilijk je karakter te moeten plooien om anderen te plezieren. Wel heb ik altijd getracht gevraagd of ongevraagd anderen te helpen, maar ook dat is niet altijd juist gebleken. Mijn deur blijft open voor al die lieverds die me wel steunen en er wel voor me zijn, maar voor anderen heb ik die potdicht gesloten, voor hen is geen plaats meer in mijn leven.
Ik moet zeggen, het geeft wel een groot gevoel van bevrijding je innerlijk huis te durven schoonmaken, alsof je niet al die last meer op je rug hoeft mee te torsen, het voelt zoveel lichter.
Gelukkig krijg ik er ook deskundige hulp bij en dat scheelt je de blindvlekken te zien die je zelf nog niet ziet. Ik zag die hele therapie eerst niet zitten, maar ik moet zeggen dat het me toch wel goed doet en ik stapjes vooruit bij mezelf ontwaar. 





Maakt het mijn rouw om mijn dierbare zus en moeder minder? Nee, dat zeker niet. Ik mis ze nog elke dag en hun lijden  blijft op mijn netvlies gebrand en blijft pijn doen. Mijn meest dierbare mensen ben ik kwijt en ze komen nooit meer terug.  Ook daar moet ik de confrontatie mee aangaan, maar dat vind ik nog te zwaar en ik kan dus nog niet voldoen aan alle opdrachten. Maar ik ben op weg en tot zover ben ik toch wat trots op mezelf. In mijn uppie sta ik nog altijd overeind en durf ik nu eindelijk voor mezelf te kiezen, durf eindelijk in te zien wat zo scheef zit in mijn leven. Ziekte, ik zie het als volledige uit balans geraakt zijn tussen lichaam en geest. En de tijd die me nog rest wil ik eindelijk gebruiken om met mezelf in het reine te komen en vrede te vinden in mezelf en daarmee de noodzakelijke balans te bereiken.

Ben ik zenuwachtig voor die scan morgen? Ja, ik ben zenuwachtig, want het liefst zou ik als een struisvogel mijn kop in het zand willen steken. Even niet meer ziek hoeven zijn, even ver weg te kunnen blijven van al die ziekenhuizen en witte jassen. En als de uitslag niet goed is, wat dan? Wat wil ik? Welke beslissing moet ik dan nemen,  wil ik nog wel behandeld worden en weer door die lijdensweg gaan van chemo en bestralingen? Ook ik ben moe en waarvoor dan nog, voor wie of voor wat? Elke dag probeer ik te leven alsof ik niet ziek ben, alsof ik een volkomen gezond mens ben en ik probeer alles zoveel mogelijk te blijven doen. Voor mij werkt dat het beste, even alles negeren en gewoon de dagen leven. Niet meer piekeren, nooit meer piekeren, daar verlang ik zo naar, gewoon naar rust, heerlijke vredige rust.
Ik kijk naar buiten en de winter ligt er zo vredig bij. Ik hou van de winter, een rustige winter met maagdelijke sneeuw, maar wel zonder ijzel en snijdende wind. Alleen morgenochtend, morgenochtend mag het even niet gevroren hebben, wanneer ik al die landwegen over moet op weg naar het ziekenhuis en daar heb ik het niet op wanneer het glad is. En hopelijk hoef ik niet te krabben, want daar heb ik nu even niet genoeg adem voor. Maar goed, vanavond maar even een snelle blik werpen hoe mijn toet-toet erbij staat. Mijn totnutoe trouwe toet-toet!

donderdag 7 november 2019

ALWEER EEN JAAR GELEDEN


donderdag, 7 november 2019

Lieve grote zus,

Vandaag, precies een jaar geleden  stierf je om ca 09.00 uur ’s morgens.
Je hebt toen je ogen voorgoed gesloten nadat ik nog bij je was geweest om 08.00 uur. Je ademde toen al zo snel en ik had moeten beseffen dat je bezig was met je afscheid van deze wereld. Ik had je nog gezegd dat ik naar mijn bestraling moest en dat ik daarna zou snel mogelijk weer bij je terug zou komen.
Je hebt niet meer op me kunnen wachten, lieverd, en daar in de wachtkamer van het ziekenhuis moest ik horen hoe je net overleden was.

Wat ging er in je om, lieve zus, de laatste weken van je leven?
Was je wanhopig, verdrietig, bang?
Ik weet het niet, vroeg je zo vaak zoveel dingen en sprak zoveel tegen je, vooral wat je voor mij betekende en hoeveel ik van je hield. Ik wilde je alles zeggen, omdat ik wilde dat het niet te laat zou zijn om te zeggen wat ik je nog wilde zeggen. Je reageerde altijd zo bedeesd, alsof je bang was je uit te spreken. Slechts 1x keer besefte ik wat het voor je betekende. Toen ik voor de zoveelste keer  zei hoeveel ik van je hield en je zo ontzettend zou missen als je er niet meer was. Je borg je hoofd in je kussen en ik vroeg waarom je dat deed en je zei ‘omdat ik anders huilen moet’. En mijn hart huilde, lieve zus, en voelde zo een diepe, machteloze pijn.
Ik zei je dat je huilen mocht en je jezelf niet hoefde te verbergen voor je tranen, maar je hoofd bleef verscholen in dat kussen. Je leek zoveel op mama, nooit klagen, altijd dapper zijn en bescheiden.
Ik probeerde nog grapjes met je te maken en dan moest je er nog om lachen en als ik binnenkwam, dan was er die kleine, lieve glimlach om je mond die mij toonde dat je blij was mij te zien.
Dan ging ik naast je bed zitten, nam je hand in de mijne en streelde vaak je kale hoofd met de kleine stoppeltjes. Ook dat deed me zo pijn, dat je al je mooie haar kwijt was en je koppie opeens zo klein en mager leek. Dan zei ik dat je haar vast weer aan het groeien was omdat ik al stoppeltjes voelde.
De laatste dagen van je leven kon ik geen contact meer met je krijgen. Je was al in een coma en reageerde nergens meer op. Maar ik bleef tegen je praten, in de hoop dat je alles nog kon horen.

Ik herinner mij hoe je als grote zus mij mijn hele leven hebt beschermd , hoe je voor me opkwam als ik door iemand geslagen werd, als een tijger was je dan dat opkwam voor haar jong.
We kregen zo een hechte band in onze zo moeilijke en trieste jeugdjaren en door alle tragedies in ons leven. Dat smeedde zo’n hechte band tussen mama en jou en mij. We waren  er altijd voor elkaar, altijd. Jij leerde mij mijn veters strikken, mijn naam te schrijven, al was het dan met een k en op het eind een t en jij stond daar als klein, trots moedertje tussen al die grote moeders op mij te wachten bij de kleuterschool.

En toen mama was gestorven was je nog de enige waar ik mijn toevlucht kon zoeken wanneer het even niet goed met me ging. Je was er altijd met je wijze raad, je rustige houding, je frisse kijk op de omstandigheden waarin ik kon verkeren.
Jij, altijd weer mijn baken in ruwe zee.

Ach, lieve zus, niemand, niemand zal ooit weten wat er in mij omging toen ik je kwijtraakte. Een afgrijselijke schreeuw van machteloosheid die door heel mijn innerlijk ging als messen. Dezelfde pijn die ik voelde toen mama ons verliet.

Zo vaak voel ik mij in een bootje zonder roeispanen op veel te hoge golven en nergens is dan een baken, nergens licht. Dan denk ik aan jou en aan mama en probeer ik mij voor de geest te halen wat jullie mij zouden zeggen, welke richting jullie mij zouden wijzen en probeer ik me mee te laten drijven op de stroom van het leven.  
Ik mis jullie, ik mis jullie zo verchrikkelijk.

donderdag 24 oktober 2019

Een uitputtingsslag


Wat een uitputtingsslag en wat een confrontaties, maar wel weer gedaan!
Stapje voor stapje door Therapieland waarvoor ik online werd aangemeld door maatschappelijke ondersteuning. Doel, leren omgaan met je rouw.
Na elke sessie opdrachten waarin je steeds de confrontatie aangaat met je emoties, je verdriet, het verlies. Ik voelde er in eerste instantie helemaal niets voor, maar uiteindelijk helpt het me toch beter dan een menselijke helper.
Kun je een opdracht nog niet aan, dan mag je hem later doen of even een pauze inlassen. Ik wist niet dat sommige dingen bij rouw eigenlijk heel gewoon zijn, zoals soms je boosheid op wie je verloren hebt. Zo krom als het zijn kan natuurlijk, maar dat blijkt heel normaal te zijn. Je opeens in de steek gelaten voelen, het gevoel dat je dierbare je niet waardevol genoeg achtte om op je te wachten bij het sterven! Het blijkt er allemaal bij te horen.

Het duurde lang alvorens ik besefte dat ik het niet meer alleen kon en dus uiteindelijk op dringend advies van de huisarts hulp accepteerde.
Vooral nu de maand november weer nadert is het zo zwaar. Alweer bijna een jaar is ze weg, mijn lieve, dierbare zus en alweer zo’n 10 jaar mijn dierbare, unieke moedertje.

In deze meest moeilijke tijd van mijn leven, waarin ik het gevoel heb dat alles weg is, leer je ook je beste vrienden en familie kennen. Wie er voor je zijn en wie zich opeens helemaal niet meer laten zien of horen en je zomaar in de steek laten en nog erger, je soms in je rug steken. Het ergste om te constateren is als het gaat om mensen die je het meest dierbaar waren. Maar dat geeft niet, want liever mensen vanuit het hart dan van die figuren die zich alleen laten zien als het goed met je gaat. Het verdrietige is dat ik geen mens meer durf tee vertrouwen, dat je altijd op je hoede blijft en liever vertrouwt op jezelf dan op een ander.
En je echt goede vrienden, die verdienen zo’n instelling niet, want zij zijn er als ze zien dat je even niet meer kan.

Ik leef elke dag zoals die komt. Er is geen tijd te verspillen aan allerlei kwats en gepieker over wat je nog te wachten staat en ik wil het ook niet weten.
Soms is er wel die afgrijselijke schreeuw binnenin je, die door al je aderen sscheurt en je in tomeloze paniek laat zijn. Waar zijn ze, zij, die je het liefste waren, ze zijn allemaal weg, er is niets en niemand meer! Je wilt ze terughalen, ze weer levend maken, maar wat er alleen nog maar is, is die machteloosheid van kleiner zijn dan klein!

Gelukkig heft mijn writers block zich inmiddels beetje bij beetje op, het is nog niet optimaal, maar toch vloeiden er alweer 3 gedichten uit mijn brein. En dat is gelukkig een goede ontwikkeling. Want wat ben ik nog zonder mijn schrijven, zonder het praten met papier?      
Ook schilderen zondert mij af van de wereld om mij heen en van al dat gesomber in mijn hoofd. Bezig zijn met alleen maar je scheppingen en verder helemaal niets. Helender dan welk medicijn dan ook.
Hoe pijn kan leven doen? Vroeger dacht ik altijd dat alles beter zou worden met de tijd, maar dat is dus niet zo, dat is vals gevende hoop, want als het je lot is, dan is het je lot en daar helpt niets of niemand nog tegen.

Maar het kan altijd nog erger. Zoveel mensen op de wereld die helemaal niets hebben, die in een eeuwigdurende oorlog leven en/of dakloos zijn en/of gewoonweg geen eten hebben. Daar denk ik vaak aan en dan vraag ik me af of te mogen leven nu echt zo waardevol is?

En de vogels blijven vliegen
terwijl jij mank gevlogen tracht
een laatste keer weer op te stijgen

in eindeloze vlucht
nog eenmaal langs de wolkenlinie
achter de einders willen zien

met nog ongeschonden vleugels        

(uit mijn laatste bundel ‘Voorbij het zicht’)