Posts tonen met het label verdriet. Alle posts tonen
Posts tonen met het label verdriet. Alle posts tonen

maandag 7 november 2022

7 november 2022

 


Vandaag  alsmaar denken aan jou, lieve, dierbare zus.

Alweer vier jaar geleden dat je je gevecht verloor tegen die vreselijke ziekte die ons allebei trof en het lijkt nog maar zo kort geleden. Deze dag is je sterfdag en ik kan er niets aan doen het nog altijd zo moeilijk te hebben met kwijt te zijn wat mij zo dierbaar was.

Maar soms, soms ben ik ook wel blij dat jullie deze wereld met al haar problemen en agressiviteit niet meer hoeven mee te maken. Dan troost ik mij maar met de gedachte dat jullie nu veilig zijn en hopelijk gelukkig.

Ik vecht mijn strijd nu alweer zo lang alleen en ik doe dat eigenlijk voor jou, lieve zus. Voor jou omdat ik dat aan je verplicht ben en moet leven voor jou. Jij wilde nog zo graag leven, had nog zoveel wensen en werd zelfs geen tijd vergund om nog maar iets van je bucket list af te kunnen strepen. Ik weet nog hoe je een laatste, klein reisje boekte waar je zo naar toe leefde. Het werd je niet vergund, je was te ziek en kon al niet meer lopen. Zo dapper als jij en mama waren in het gevecht tegen jullie ziekte, zo dapper moet ook ik zijn.

Nog elke dag zijn mijn gedachten bij jou en mama en ik mis jullie nog zo ontzettend veel.


WEET JE

 

Dit moet je weten

dat om mij heen

alles gewoon doorgaat

 

maar als de zon schijnt

voel ik de regen en

als de dag is aangevangen

ervaar ik nog de nacht

 

dit moet je weten

dat zoveel lentes gepasseerd zijn

en zoveel zomers reeds

maar dat het winter is gebleven

 

dat ik je mis en

elke dag alleen maar meer

mijn lief, dat moet je weten


maandag 13 juni 2022

 


13 JUNI

Dat ik vandaag feest moet vieren
maar dat die lege stoel daar staat
waar niemand op mag zitten
omdat ik wacht op jou
ik kan het niet, nog altijd niet

blij zijn om elk jaar erbij
het voelt gestolen, niet van mij
het is dat schuldig blijven voelen
ik weet het, onterecht
maar toch …

vanmorgenvroeg
ik wachtte en ik wachtte
jij belde niet, alweer niet
het waren andere namen
en ik speelde mijn spel

ik weet het wel
je zal niet kunnen komen
maar ik bewaak die lege stoel
hij blijft voor jou bedoeld

-------------------------



 


vrijdag 27 mei 2022

28 mei

 


28 mei! Vandaag zou je jarig zijn geweest en daar werd ik mee wakker, lieve zus.
Al die herinneringen kwamen weer boven en ze doen me altijd pijn, omdat ik weet dat dat geweest is en nooit meer terug zal komen.
Hoe je mij veters leerde strikken, hoe je mij mijn naam leerde schrijven, helaas wel met een k en een t en hoe mama mij dat opnieuw moest aanleren met een g en een d.
Wanneer de kleuterschool uitging, stond jij daar altijd zo trots tussen al die grote moeders op me te wachten. Mama kreeg niet eens de kans mij van de kleuterschool te halen. Zodra ze zei dat ze me ging halen, rende je naar de kapstok om je jas ervan af te rukken en weg was je.

Ik herinner mij ook nog hoe ik ooit van mijn leraar op het speelplein van de lagere school om een of andere reden een harde klap in mijn gezicht kreeg. Nog voor ik zelf kon reageren vloog je - van wie weet waar - als een beschermende leeuwin voor haar welp op hem af. Ik bleef jouw eeuwige, kleine zusje en jij was gewoon mijn tweede moedertje en dat is altijd zo gebleven. Door de boze buitenwereld, die ons zoveel pijn heeft gedaan, werden we een hechte drie-eenheid - mama, jij en ik - en niemand heeft dat ooit kunnen verbreken. Altijd als iemand me te na kwam vertoonde je die enorme beschermingsdrang en zelfs toen ik al lang volwassen was geworden, wilde je me nog altijd beschermen tegen – in jouw ogen – vermeende misstappen die ik kon maken. Jij en mama, jullie waren het enige goede in mijn leven. Helaas moest de dood zo nodig het laatste dierbare van me wegnemen en niemand weet, o, niemand weet hoeveel verdriet ik nog altijd met me meedraag, lieverd.

Jou kwijt te zijn en zo snel al nadat we afscheid hadden moeten nemen van mama, heeft voor altijd  een tweede, gapend gat in mijn hart geslagen.
Als het mogelijk was geweest, dan had ik mijn leven voor jou gegeven, lieve zus.
Waarom jij moest sterven en ik nog moet leven, ik heb er nog altijd geen antwoord op.
Jij was zo een beter en mooier mens dan ik en ik voel me alsmaar zo hopeloos verloren nu je er niet meer bent.
Ik kan je nooit meer om advies vragen, nooit meer iets met je delen, nooit meer met je praten of lachen en soms stel ik me voor dat het niet zo is. Dat je er nog bent en ik gewoon maar een lelijke nachtmerrie heb gehad.
Als ik je belde nam je steevast op met ‘what’s the mattie, Noppio?’
Ze zeggen dat het gemis minder wordt met de tijd, maar nee, ze hebben het zo mis, het wordt alleen maar erger.

Het doet me nog altijd pijn dat je toen niet op me gewacht hebt tot ik terug was van mijn bestraling. Ik had je zo graag in mijn armen willen  houden tot aan je laatste ademzucht, tot daar waar het niet meer kon, lieverd. Maar nee, je bent zomaar geruisloos weggeglipt en ik heb er niets aan kunnen doen.

Helaas werd ik – om mij totaal onbegrijpende redenen -geen deelgenoot gemaakt in je afscheid. Alsof me zo kwalijk werd genomen dat jij er niet meer was en ik wel. 
Het enige wat ik voor je heb kunnen doen was een mooi gedicht voor je maken en voordragen, zoals je mij op je ziekbed gevraagd had. Maar weet je, je raakt er aan gewend wat mensen je kunnen aandoen en jou in mijn hart dragen als een fonkelend diamantje, dat kan niemand mij afnemen en dat is alleen nog maar belangrijk.

En weet je, jouw ring draag ik elke dag om mijn hals, want hij is helaas net iets te groot voor mijn vingers. Zo draag ik toch elke dag iets van je bij me en dat geeft me nog enige houvast. We zouden samen vechten tegen onze ziekte en zolang al moet ik die strijd nu alleen voeren. En ik ben daar zo moe van, maar ben dat zo verplicht aan jou. Ik mis je, lieve zus, ik mis jou en mama nog elke dag

 

ALLEEN NOG WILLEN SLAPEN

 

Altijd weer bij het wakker worden

meteen weer denken aan jou

en dan eeuwig willen slapen

 

niet weer een dag te moeten leven

met die pijn van dat gemis

niet meer hoeven voelen dat

gapend gat van leegte

 

nog eenmaal met je mogen praten

nog eenmaal met je mogen lachen

je mogen bellen en vertellen

van wat ik weer eens heb beleefd

 

overal en altijd

alleen maar denken aan jou

en dan eeuwig willen slapen

 

 


zondag 7 november 2021

Mijn dierbare zus

 

Ach, mijn lieve, dierbare zus, vandaag is je sterfdag en vanmorgen werd ik al wakker met jouw beeld op mijn netvlies. Ik wilde je herinneren in je mooie dagen, maar steeds weer zag ik jouw kale koppie van de chemo op mijn netvlies. Je was je eigen dood aan het voorbereiden en ik voelde zo'n verschrikkelijke machteloosheid en had mijn eigen leven willen geven om jou te redden. Waarom jij, lieverd, waarom jij. Het scheurt nog elke dag mijn hart uiteen. Je wilde nog zo graag leven, had nog zoveel mooie dromen, maar het werd je niet vergund. Je had zoveel meer dan mij om voor te leven. 

Ik denk aan jou en aan mama en de hechte band die we hadden door alles wat we hadden meegemaakt. Niemand heeft dat ooit kunnen verbreken, lieverd. Ik wil aan jullie denken aan hoe en wie jullie waren, aan de momenten waarop we samen konden gieren van het lachen en de tranen daardoor gewoon over onze wangen biggelden. 

Ach lieverd, wat jouw dood teweeg heeft gebracht en hoe ik in het diepste dal van mijn leven opeens lucht werd voor sommige mensen waarvan ik het nooit verwacht had, omdat ik voor het eerst van mijn leven eens voor mezelf opkwam en me niet, nooit meer wilde laten behandelen als een stuk vuilnis.
Het heeft me naast mijn verdriet om jou vreselijk veel pijn gedaan, maar ik heb er geen spijt van eindelijk voor mezelf te zijn opgekomen. Voor jou vind ik het wel verschrikkelijk, want het zou je ontzettend veel pijn hebben gedaan, maar het is niet anders, lieverd.
Ik moet door met mijn eigen leven en dan vooral voor jou. Jouw dood mag nu eenmaal niet voor niets geweest zijn en ik leef de dagen enkel en alleen nog maar voor jou.

Alles wat ik wens is dat je nu bij mama bent en dat jullie gelukkig zijn ergens op het mooiste plekje dat er is. En ik hoop dat jullie een beetje trots op me kunnen zijn hoe ik toch met de moed der wanhoop probeer te leven. 

vrijdag 28 mei 2021

28 MEI


Ach, mijn lieve, dierbare zus. Vandaag is je geboortedag en ik mis je en deze dag nog extra veel. Elke dag denk ik aan jou en aan mama, de twee meest dierbare mensen in mijn leven die zo nodig van mij moesten worden weggerukt. Zoveel herinneringen spoken door mijn hoofd, herinneringen die teruggaan tot naar onze vroege kinderjaren. We hadden het nog vaak over al die tragische jaren, maar die wel een onbreekbare band hadden gesmeed tussen ons drieën en vechters van ons hadden gemaakt.
         

Waar we ook doorheen moesten, we hadden tenminste elkaar en dat was toch een hele rijkdom.      
Veel herinneringen doen helaas nog altijd pijn.     

Jij en ik, we hadden het nog vaak over één van die gebeurtenissen in het bijzonder. 
Hoe lang en hard mama had gespaard om ons toen naar de kermis te kunnen laten gaan, die gebeurtenis zou voorgoed in ons geheugen worden geëtst.     
Het was een rechte weg er naar toe en mama had ons de weg precies uitgelegd.
We liepen en we liepen met onze kleine beentjes en waren zo blij naar de kermis te mogen gaan. Echter, de kermis kwam maar niet in zicht en jij besloot het toch maar even te vragen aan een mevrouw achter een kinderwagen.
          
Die vrouw vroeg onmiddellijk of wij wel genoeg centjes hadden voor de kermis en ze wilde eerst weleens onze portemonnee zien.        
Ze keek erin, zat er wat in te rommelen en zei ‘ja, jullie hebben wel centjes’ en haar vinger wees recht vooruit.         

Het bleek uiteindelijk dichterbij dan we dachten, maar toen je op de kermis in je portemonneetje keek om voor onze toegang te kunnen betalen was het geld verdwenen en konden we niet naar binnen. We konden alleen maar verlangend door de hekken naar dat kleurrijke en levendige schouwspel daarbinnen kijken en waren zo verdrietig.
Het was de eerste, grote deuk in ons vertrouwen in mensen. En er zouden helaas nog heel wat deuken volgen!
We hebben het nooit aan mama verteld, vonden het zo zielig voor haar, ze had er immers zo hard voor gespaard.
Waar je ook bent, lieve zus, ik hoop dat je daar ergens dat lelijke mens bent tegengekomen en jou kennende zal je haar dan zeker geconfronteerd hebben met die diefstal. Zelf een moeder notabene en dan stelen van kleine kinderen, bah!          
Ja, jij en mama en ik, we hebben zoveel samen gehuild, zoveel samen gelachen, elkaar altijd getroost en gesteund door alles heen en nu, nu vraag ik me vaak af wat ik hier nog moet.

Ik mis je, lieverd en ik probeer te fantaseren hoe je ergens misschien vandaag een leuk feestje kan vieren met al onze dierbaren daar en ik wens dat je mag smullen van de grootste taart die er misschien voor je is.   
Jij was altijd zo’n lekkere smulpaap en daar ben ik nu zo blij om. Je hebt er gelukkig van genoten, lieverd.  
Catch a thousand kisses, zus!


zaterdag 7 november 2020

7 november



Op mijn ziel geëtst

7 november

naast 23 maart

twee dagen waarop

zelfs de zon mij kastijdt

 

denken aan jou, lieve zus

en aan mama en alsmaar het

snijden voelen van een tergend gemis

 

zal ik ooit nog de vogels

kunnen zien vliegen en de knoppen

van de bloemen zien opengaan

 

hoe ga je om met herinneringen

die nooit meer realiteit zullen zijn

 

zal ik ooit nog de vogels kunnen zien vliegen?

 

 


dinsdag 1 september 2020

Al die bagage!

Vanmorgen met mijn weinige energie toch wat spullen uit mijn berghok beneden in mijn auto gezet om dat naar de afvalstortplaats in Lopik te brengen.
Heb ik natuurlijk weer. Daar aangekomen stond er al een auto voor de poort, dus ik er netjes achter. Opeens komt die auto steeds meer naar achteren, dus ik geef een flinke toeter, waarvan de bestuurder flink geschrokken bleek. Enfin, hij stapte uit en kwam naar mijn auto toe, waarop ik mijn raampje opende.

Hij zei me dat de werf gesloten was i.v.m. corona en pas morgen weer open was. Nou moe, weer al je spullen mee naar huis en terug in je berghok plaatsen!

Ik was op sterven na dood daarna. Maar ja, wat moet je als je overal alleen voor staat en je er een hekel aan hebt iemand om hulp te vragen. Wat dat betreft ben ik altijd onafhankelijk geweest en al moet ik ergens naar toe kruipen, het zal me zelf lukken iets voor elkaar te krijgen. In het ziekenhuis en in het revalidatiecentrum heb ik het medisch personeel ook menigmaal met open mond van verbazing laten staan en noemden ze mij een ongelooflijke  vechter. En ja, dat wordt je wel na alles wat je in je leven hebt moeten meemaken en dat is dus wel het goede wat voortkomt uit zoveel ellende.
Heb ik met de moed der wanhoop toch zelf weer wat voor elkaar gekregen, ja, dan ben ik wel enorm trots op mezelf, zeker weten.

Wat heb ik niet moeten doorstaan in mijn leven? Maar toch, ik sta er nog en ben er nog steeds. Zelfs de meest zware strijd in mijn leven vecht ik alleen en ik vraag mezelf vaak af waar al mijn kracht daarvoor nog vandaan komt?
Soms zie ik programma’s op televisie over mensen die dezelfde strijd voeren tegen kanker, maar zich zo gesteund weten door hun familie of vriendenkring.
Dan moet ik wel even huilen en mis ik de armen van mijn overleden moeder en zus om mij heen en het luisterende oor van mijn twee overleden hartsvriendinnen. Ze zijn allemaal weg en soms ben ik zelfs boos op ze dat ze mij hier alleen hebben achtergelaten. Achtergelaten met een strijd die ik tussen vier muren helemaal alleen moet strijden en liever dan ook had ik met ze meegegaan of willen ruilen.

Ik denk ook nog weleens aan die mensen die zich je familie of goede vrienden noemden en waarvan je plotseling zonder opgave van redenen zo laf niets meer hoort, alsof je opeens aan een besmettelijke ziekte lijdt. Zelfs mijn zwager heeft zich zo wreed van me afgekeerd omdat hij het me kwalijk neemt dat niet ik maar mijn zus is overleden! Ik kan me voorstellen dat je dat jammer vindt, omdat je vrouw nu eenmaal logischerwijs na bijna vijftig jaar huwelijk, zoveel meer voor je betekent dan een simpele schoonzus. Maar jee, wat kan ik eraan doen en moet je mij dan zo wreed opeens behandelen alsof ik het voor het zeggen had? Ik had mijn leven willen geven voor mijn zus, maar zelfs dat was mij niet vergund.
 
In een uiteindelijke confrontatie met hem waarin ik zoveel meer dan kwetsends tot in mijn ziel over me heen kreeg, heb ik definitief met hem gebroken. En het was niet zomaar, want ik heb er erg veel om moeten huilen, maar ik had gewoon geen keus meer na zoveel lelijks dat ik over me heen kreeg.
Hij presteerde het ook nog om de vrouw van zijn overleden broer en twee van mijn familieleden tegen me op te zetten, hoe een hypocriet ben je dan al die jaren geweest?

Ik besef nu meer dan ooit dat ik gewoon zelf debet ben aan het altijd slachtoffer worden van mensen hun nukken en kuren. Het is waar, ik heb altijd wel een grote mond, maar dan betreft het altijd zaken die ver van me afstaan. Is het dichtbij, dan heb ik altijd maar geslikt en gepikt, want dan vond ik het zo lullig hier en zo lullig daar om er wat van te zeggen en dat moet gewoon afgelopen zijn.

Ja, ik heb kanker en het is niet besmettelijk en niet gevaarlijk voor jou en als je zou komen hoef je niet te vragen hoe het met me gaat of wat dan ook wat je moeilijk zou vinden. In deze zware periode scheidt het kaf zich overduidelijk van het koren en nee, ik weiger verbitterd te raken, maar mijn deur zal voor die categorie nu wel voor altijd gesloten blijven. Aan zulke figuren wil ik mijn broodnodige energie geen seconde van mijn leven meer verspillen.

De familie van mijn vader, die zich altijd zo verheven voelde boven mijn moeder, Suzette en mij en die er nooit voor ons zijn geweest, dolen ook nog steeds door mijn gedachten.  Ik kan me bijvoorbeeld niet herinneren wanneer Suzette en ik als kinderen ooit maar een piepklein cadeautje van ze hebben gekregen voor onze verjaardag of alleen maar een vriendelijk woord. We bestonden gewoonweg niet voor ze. De verbazing ten top dus toen ik enkele jaren geleden door een broer van mijn vader, die zich altijd als een echte koloniaal kon gedragen, werd aangevallen omdat ik geen groot feest voor zijn 90e verjaardag had georganiseerd. Ik had dat verdomme voor mijn moeder toch ook gedaan toen ze 85 jaar werd? Toen ik hem duidelijk maakte dat dat mijn moeder was, nou, toen kreeg ik helemaal de wind van voren, waarna ik dus met de hooghartige man en zijn vrouw gebroken heb.

Gelukkig is er nog wel een kringetje dat mij trouw gebleven is en dat beschouw ik als iets kostbaars, alhoewel ik helaas altijd wel op mijn hoede blijf na zulke slechte ervaringen met mensen. 
Deze ziekte heeft me wel doen beseffen dat ik op zoek moest gaan naar de mens in me, die zich nooit voldoende waard gevonden voelde om er te mogen zijn. Die altijd maar dacht te moeten zwijgen over wat er werkelijk in haar omging en nooit een plaatsje durfde opeisen op deze aardbol. Ik wil geen vuilniszak meer zijn, die men zomaar aan de kant van de weg kan neergooien of een wezen dat je zomaar in de rug kan steken. Ik was er altijd voor mensen als ze me nodig hadden of hulp nodig hadden bij iets en ik hoef daarvoor geen dankbaarheid of wat dan ook, maar me te laten behandelen als een vuilniszak, nee, dat zal voorgoed verleden tijd zijn.

Misschien is alle ellende die ik moet meemaken mijn karma, maar als dat zo is, nou, dan heb ik daar inmiddels al meer dan dubbel en dwars voor betaald en het is wel genoeg geweest.
Hoeveel levenstijd ik nog heb, ik weet het niet, ik ben geen god of helderziende, maar de eventuele dagen die mij nog resten wil ik waardevol besteden en er zijn voor mezelf.

Wat heeft mij doen besluiten zo open te zijn op mijn blog? Ik las met warme belangstelling de verhalen van twee mensen op Facebook, die zo moedig waren daar hun verdrietige verhaal te doen en ik dacht ‘ja, zo moet het, alles eruit, openlijk afrekenen met alles wat je ziek maakt, eindelijk je mond opendoen en de waarheid loslaten op het papier, dat altijd je beste en trouwste vriend is gebleken. De waarheid de wereld in om voorgoed af te rekenen met wat je zoveel pijn heeft gedaan. 
Een begin te hebben gemaakt met het ontdoen van zoveel te zware bagage, het voelt eigenlijk wel heel goed!

vrijdag 20 december 2019

Bijna kerst



Die kerstliedjes, het geeft mij iets verdrietigs, herinneringen aan toen alles nog goed was en we altijd zo gezellig gezamenlijk kerst vierden.
Soms kan het me zomaar overvallen. In de auto, in een winkel of waar dan ook, dat immense gemis, dat diepe verdriet.
Dan probeer je het met alle macht weg te slikken, maar daar word je dan weer zo benauwd van. In de auto is het niet erg, niemand die het ziet, maar elders, ja, dan gauw de uitgang zoeken en naar buiten. Buiten dan even diep ademhalen en proberen afleiding te zoeken in de wereld om je heen.
Het lukt natuurlijk niet altijd om zo gauw buiten te komen. Soms sta je met je karretje vol boodschappen, die toch eerst afgerekend moeten worden en dan probeer je wanhopig maar je gedachten te verzetten.

Ik heb toch maar op advies van mijn vrienden en vriendinnen mijn kleine kerstboompje opgetuigd en de kamer wat in kerstsfeer gebracht. Maar ook dat ging niet zonder slag of stoot. Soms wilde ik alles weer teruggooien in de dozen, zag er het nut niet meer van in, maar dan nam ik even pauze en ging daarna dan maar weer verder.
Ik denk aan mijn lieve moedertje, aan mijn dierbare zus, aan mijn vader, mijn ‘, hartsvriendinnen Coby en Lucia en het is zo’n wreed besef dat ze nooit meer terugkomen, dat ze definitief weg zijn.
In korte tijd alles zomaar weg. Ik wil met ze praten,  met ze bellen, ze vertellen wat er in me omgaat en ik wil gewoon weer onbedaarlijk  met ze kunnen lachen. Het voelt zo leeg in je huis, in je hart en elke dag vangt weer aan met dat zelfde besef, ze zijn er niet meer, nee, ze zijn er echt niet meer.

Vanmorgen vroeg al even boodschappies wezen doen en brrrr, het was zo nat vandaag. Maar zo lekker vroeg is het gelukkig nog niet zo druk en kan ik op mijn gemak mijn boodschapjes doen. Ik kan echt helemaal crazy worden van al die duwende mensen en krijsende kinderen. Ik stond even wat maaltijden uit te zoeken kwam er wel zo’n overhaastig geval dat  mijn rijdende krat uit mijn hand trok  en dat helemaal aan de overkant deponeerde. Ik had mijn karretje notabene nog vast. ‘Hallo zak patat, gaat ie lekker’, vroeg ik. Hij schrok daarvan en bood gauw zijn excuses aan, maar ik zei dat hij notabene zo mijn karretje uit mijn handen trok omdat hij er waarschijnlijk bij moest. Nou, ik ben opgevoed met ‘pardon, zou ik er even bij mogen?’ Maar goed, hij greep maar gauw zijn maaltijd en weg was meneer Onopgevoed. Brr, soms kan ik toch zo’n afkeer van mensen hebben, hè, kan er niks aan doen, hoor. Na al mijn slechte ervaringen kan ik ze soms wel schieten!
Maar goed,, buiten even diep ademgehaald en  toch wel lekker even die frisse wind door je wangen en die regen op je bol, hoor, voel je je echt Hollands glorie!
Ik ben gelukkig aardig opgeknapt, alleen nog steeds zo’n griepgevoel in mijn hoofd en dat is wel irritant, maar dan neem ik maar weer wat paracetamol. Ben al lang opgelucht dat ik even niet meer van die blaffende hoestbuien heb.

Ik kijk naar de kerstkaarten van de mensen die me niet vergeten zijn en die zo dierbaar hangen in mijn kersthanger. En ik kijk naar de mooie kerstdecoratie, die mijn vriendin Rianne van de week met haar bezoek zo lief  cadeau aan me gaf en die ik een mooi plekje op mijn wandkast heb gegeven, hij staat daar zo prachtig te pronken. En ik voel me dankbaar voor die mensen die me in deze tragische tijd trouw zijn gebleven en me daardoor zoveel steun en troost geven.

Ben wel erg blij als al die feestdagen straks voorbij zijn, want voor mij hoeft dat dus echt niet meer.
Bijna 2020 en wat een verschrikkelijke jaren heb ik achter de rug, niet echt om leuk op terug te kijken en ik ril bij de gedachte wat je misschien nog voor ellende te wachten staat . Soms zou je gewoon in slaap willen vallen en niet meer, nooit meer wakker worden totdat alles gewoon een nachtmerrie is gebleken. Maar ja, we moeten door en positief blijven en met de moed der wanhoop maar weer.

zondag 1 december 2019

Puinruimen

1 december 2019




Alweer een tijdje niet geschreven op dit blog, maar nu voel ik de drang toch weer wat neer te pennen. Ben druk bezig vrede in mezelf te vinden, mijn misschien kortstondige leven niet langer te verspillen aan nonsens en dingen die toch niet kunnen veranderen. Wel kan ik mezelf nog veranderen, puinruimen in mijn huis, alle overbodige dingen weg. Heb al zoveel opgeruimd, maar ben nog lang niet klaar. Wat kan een mens toch veel troep hebben! Nog veel te veel rotzooi die weg kan, maar ik moet even weer momenten hebben dat het wat beter gaat, want de laatste twee weken gaat het bar. Alsmaar uitputtende hoestbuien en zelfs ’s nachts word je geen rust gegund. Zit op de Prednison en de antibiotica, maar heb niet het gevoel dat dat tot op heden werkt. 
Maar goed, meestal helpt het pas als je de kuur hebt afgemaakt, dus afwachten maar en niet meteen doemdenken. Moet morgen weer voor een scan en dat valt me wel zwaar, want je maakt je nu toch erger ongerust. Al die uitputtende hoestbuien, het voelt gewoon niet goed.             


Afgelopen week las ik op FB een tekst van de vrouw van een ex collega die de kracht niet meer had. Zij had een hersentumor en of dat nog niet genoeg was lijdt haar man ook nog eens aan de ziekte van Alzheimer.  En ik kon het me zo goed voorstellen, gewoonweg doodmoe zijn, niet meer kunnen, de kracht in jezelf niet meer vinden.  
Ze is vorige week overleden, want ze was klaar met haar leven en ze koos ervoor te gaan. Ik vond dat zo moedig, dat gewoon maar openlijk durven zeggen ‘ik heb er de kracht niet meer voor en ben er klaar mee’!
En ik besefte meer dan eens dat het tijd werd om puin te ruimen, om met stoffer en blik en een reuzenbezem alles bijeen te vegen wat niet thuishoort in je leven en de deur uit te bezemen. Genoeg gehuild, genoeg gevochten, genoeg overhoop gelegen met jezelf. En het geeft toch een gevoel van bevrijding eindelijk die stap te durven zetten en nu te kiezen voor jezelf.         
Durven puinruimen, ik ben er helemaal klaar voor. Ook in mijn persoonlijke leven, weg met die mensen die alleen maar ballast voor me zijn geweest, die je alleen maar ziet als het goed met je gaat of als er wat te halen valt of die je alleen maar gekwetst hebben. Helaas ben ik een gevoelsmens, dus alles komt altijd extra hard aan.  Juist die mensen waarvan je het niet verwachtte, dat is nog wel het ergste. Ben ik dan zo een afschuwelijk mens dat het een rechtvaardiging is voor dergelijke behandelingen? Ja, natuurlijk ben ik ook flink bij mezelf ten rade gegaan. Ik heb ook mijn fouten, net als ieder ander, ben – wat nooit voor mensen goede eigenschappen zijn gebleken – altijd recht voor zijn raap, ben vaak te impulsief en ik heb altijd gestreden tegen dat wat in mijn ogen onrecht was, waardoor je dus vaak tegen heilige huisjes en pijnlijke schenen trapte. Dat dat voor mensen niet prettig is als je zo bent, omdat ze je al gauw als een bedreiging zien, ik kan het me voorstellen. Heb vaak geprobeerd het wat minder te doen, maar ja, het is zo moeilijk je karakter te moeten plooien om anderen te plezieren. Wel heb ik altijd getracht gevraagd of ongevraagd anderen te helpen, maar ook dat is niet altijd juist gebleken. Mijn deur blijft open voor al die lieverds die me wel steunen en er wel voor me zijn, maar voor anderen heb ik die potdicht gesloten, voor hen is geen plaats meer in mijn leven.
Ik moet zeggen, het geeft wel een groot gevoel van bevrijding je innerlijk huis te durven schoonmaken, alsof je niet al die last meer op je rug hoeft mee te torsen, het voelt zoveel lichter.
Gelukkig krijg ik er ook deskundige hulp bij en dat scheelt je de blindvlekken te zien die je zelf nog niet ziet. Ik zag die hele therapie eerst niet zitten, maar ik moet zeggen dat het me toch wel goed doet en ik stapjes vooruit bij mezelf ontwaar. 





Maakt het mijn rouw om mijn dierbare zus en moeder minder? Nee, dat zeker niet. Ik mis ze nog elke dag en hun lijden  blijft op mijn netvlies gebrand en blijft pijn doen. Mijn meest dierbare mensen ben ik kwijt en ze komen nooit meer terug.  Ook daar moet ik de confrontatie mee aangaan, maar dat vind ik nog te zwaar en ik kan dus nog niet voldoen aan alle opdrachten. Maar ik ben op weg en tot zover ben ik toch wat trots op mezelf. In mijn uppie sta ik nog altijd overeind en durf ik nu eindelijk voor mezelf te kiezen, durf eindelijk in te zien wat zo scheef zit in mijn leven. Ziekte, ik zie het als volledige uit balans geraakt zijn tussen lichaam en geest. En de tijd die me nog rest wil ik eindelijk gebruiken om met mezelf in het reine te komen en vrede te vinden in mezelf en daarmee de noodzakelijke balans te bereiken.

Ben ik zenuwachtig voor die scan morgen? Ja, ik ben zenuwachtig, want het liefst zou ik als een struisvogel mijn kop in het zand willen steken. Even niet meer ziek hoeven zijn, even ver weg te kunnen blijven van al die ziekenhuizen en witte jassen. En als de uitslag niet goed is, wat dan? Wat wil ik? Welke beslissing moet ik dan nemen,  wil ik nog wel behandeld worden en weer door die lijdensweg gaan van chemo en bestralingen? Ook ik ben moe en waarvoor dan nog, voor wie of voor wat? Elke dag probeer ik te leven alsof ik niet ziek ben, alsof ik een volkomen gezond mens ben en ik probeer alles zoveel mogelijk te blijven doen. Voor mij werkt dat het beste, even alles negeren en gewoon de dagen leven. Niet meer piekeren, nooit meer piekeren, daar verlang ik zo naar, gewoon naar rust, heerlijke vredige rust.
Ik kijk naar buiten en de winter ligt er zo vredig bij. Ik hou van de winter, een rustige winter met maagdelijke sneeuw, maar wel zonder ijzel en snijdende wind. Alleen morgenochtend, morgenochtend mag het even niet gevroren hebben, wanneer ik al die landwegen over moet op weg naar het ziekenhuis en daar heb ik het niet op wanneer het glad is. En hopelijk hoef ik niet te krabben, want daar heb ik nu even niet genoeg adem voor. Maar goed, vanavond maar even een snelle blik werpen hoe mijn toet-toet erbij staat. Mijn totnutoe trouwe toet-toet!

donderdag 7 november 2019

ALWEER EEN JAAR GELEDEN


donderdag, 7 november 2019

Lieve grote zus,

Vandaag, precies een jaar geleden  stierf je om ca 09.00 uur ’s morgens.
Je hebt toen je ogen voorgoed gesloten nadat ik nog bij je was geweest om 08.00 uur. Je ademde toen al zo snel en ik had moeten beseffen dat je bezig was met je afscheid van deze wereld. Ik had je nog gezegd dat ik naar mijn bestraling moest en dat ik daarna zou snel mogelijk weer bij je terug zou komen.
Je hebt niet meer op me kunnen wachten, lieverd, en daar in de wachtkamer van het ziekenhuis moest ik horen hoe je net overleden was.

Wat ging er in je om, lieve zus, de laatste weken van je leven?
Was je wanhopig, verdrietig, bang?
Ik weet het niet, vroeg je zo vaak zoveel dingen en sprak zoveel tegen je, vooral wat je voor mij betekende en hoeveel ik van je hield. Ik wilde je alles zeggen, omdat ik wilde dat het niet te laat zou zijn om te zeggen wat ik je nog wilde zeggen. Je reageerde altijd zo bedeesd, alsof je bang was je uit te spreken. Slechts 1x keer besefte ik wat het voor je betekende. Toen ik voor de zoveelste keer  zei hoeveel ik van je hield en je zo ontzettend zou missen als je er niet meer was. Je borg je hoofd in je kussen en ik vroeg waarom je dat deed en je zei ‘omdat ik anders huilen moet’. En mijn hart huilde, lieve zus, en voelde zo een diepe, machteloze pijn.
Ik zei je dat je huilen mocht en je jezelf niet hoefde te verbergen voor je tranen, maar je hoofd bleef verscholen in dat kussen. Je leek zoveel op mama, nooit klagen, altijd dapper zijn en bescheiden.
Ik probeerde nog grapjes met je te maken en dan moest je er nog om lachen en als ik binnenkwam, dan was er die kleine, lieve glimlach om je mond die mij toonde dat je blij was mij te zien.
Dan ging ik naast je bed zitten, nam je hand in de mijne en streelde vaak je kale hoofd met de kleine stoppeltjes. Ook dat deed me zo pijn, dat je al je mooie haar kwijt was en je koppie opeens zo klein en mager leek. Dan zei ik dat je haar vast weer aan het groeien was omdat ik al stoppeltjes voelde.
De laatste dagen van je leven kon ik geen contact meer met je krijgen. Je was al in een coma en reageerde nergens meer op. Maar ik bleef tegen je praten, in de hoop dat je alles nog kon horen.

Ik herinner mij hoe je als grote zus mij mijn hele leven hebt beschermd , hoe je voor me opkwam als ik door iemand geslagen werd, als een tijger was je dan dat opkwam voor haar jong.
We kregen zo een hechte band in onze zo moeilijke en trieste jeugdjaren en door alle tragedies in ons leven. Dat smeedde zo’n hechte band tussen mama en jou en mij. We waren  er altijd voor elkaar, altijd. Jij leerde mij mijn veters strikken, mijn naam te schrijven, al was het dan met een k en op het eind een t en jij stond daar als klein, trots moedertje tussen al die grote moeders op mij te wachten bij de kleuterschool.

En toen mama was gestorven was je nog de enige waar ik mijn toevlucht kon zoeken wanneer het even niet goed met me ging. Je was er altijd met je wijze raad, je rustige houding, je frisse kijk op de omstandigheden waarin ik kon verkeren.
Jij, altijd weer mijn baken in ruwe zee.

Ach, lieve zus, niemand, niemand zal ooit weten wat er in mij omging toen ik je kwijtraakte. Een afgrijselijke schreeuw van machteloosheid die door heel mijn innerlijk ging als messen. Dezelfde pijn die ik voelde toen mama ons verliet.

Zo vaak voel ik mij in een bootje zonder roeispanen op veel te hoge golven en nergens is dan een baken, nergens licht. Dan denk ik aan jou en aan mama en probeer ik mij voor de geest te halen wat jullie mij zouden zeggen, welke richting jullie mij zouden wijzen en probeer ik me mee te laten drijven op de stroom van het leven.  
Ik mis jullie, ik mis jullie zo verchrikkelijk.

donderdag 24 oktober 2019

Een uitputtingsslag


Wat een uitputtingsslag en wat een confrontaties, maar wel weer gedaan!
Stapje voor stapje door Therapieland waarvoor ik online werd aangemeld door maatschappelijke ondersteuning. Doel, leren omgaan met je rouw.
Na elke sessie opdrachten waarin je steeds de confrontatie aangaat met je emoties, je verdriet, het verlies. Ik voelde er in eerste instantie helemaal niets voor, maar uiteindelijk helpt het me toch beter dan een menselijke helper.
Kun je een opdracht nog niet aan, dan mag je hem later doen of even een pauze inlassen. Ik wist niet dat sommige dingen bij rouw eigenlijk heel gewoon zijn, zoals soms je boosheid op wie je verloren hebt. Zo krom als het zijn kan natuurlijk, maar dat blijkt heel normaal te zijn. Je opeens in de steek gelaten voelen, het gevoel dat je dierbare je niet waardevol genoeg achtte om op je te wachten bij het sterven! Het blijkt er allemaal bij te horen.

Het duurde lang alvorens ik besefte dat ik het niet meer alleen kon en dus uiteindelijk op dringend advies van de huisarts hulp accepteerde.
Vooral nu de maand november weer nadert is het zo zwaar. Alweer bijna een jaar is ze weg, mijn lieve, dierbare zus en alweer zo’n 10 jaar mijn dierbare, unieke moedertje.

In deze meest moeilijke tijd van mijn leven, waarin ik het gevoel heb dat alles weg is, leer je ook je beste vrienden en familie kennen. Wie er voor je zijn en wie zich opeens helemaal niet meer laten zien of horen en je zomaar in de steek laten en nog erger, je soms in je rug steken. Het ergste om te constateren is als het gaat om mensen die je het meest dierbaar waren. Maar dat geeft niet, want liever mensen vanuit het hart dan van die figuren die zich alleen laten zien als het goed met je gaat. Het verdrietige is dat ik geen mens meer durf tee vertrouwen, dat je altijd op je hoede blijft en liever vertrouwt op jezelf dan op een ander.
En je echt goede vrienden, die verdienen zo’n instelling niet, want zij zijn er als ze zien dat je even niet meer kan.

Ik leef elke dag zoals die komt. Er is geen tijd te verspillen aan allerlei kwats en gepieker over wat je nog te wachten staat en ik wil het ook niet weten.
Soms is er wel die afgrijselijke schreeuw binnenin je, die door al je aderen sscheurt en je in tomeloze paniek laat zijn. Waar zijn ze, zij, die je het liefste waren, ze zijn allemaal weg, er is niets en niemand meer! Je wilt ze terughalen, ze weer levend maken, maar wat er alleen nog maar is, is die machteloosheid van kleiner zijn dan klein!

Gelukkig heft mijn writers block zich inmiddels beetje bij beetje op, het is nog niet optimaal, maar toch vloeiden er alweer 3 gedichten uit mijn brein. En dat is gelukkig een goede ontwikkeling. Want wat ben ik nog zonder mijn schrijven, zonder het praten met papier?      
Ook schilderen zondert mij af van de wereld om mij heen en van al dat gesomber in mijn hoofd. Bezig zijn met alleen maar je scheppingen en verder helemaal niets. Helender dan welk medicijn dan ook.
Hoe pijn kan leven doen? Vroeger dacht ik altijd dat alles beter zou worden met de tijd, maar dat is dus niet zo, dat is vals gevende hoop, want als het je lot is, dan is het je lot en daar helpt niets of niemand nog tegen.

Maar het kan altijd nog erger. Zoveel mensen op de wereld die helemaal niets hebben, die in een eeuwigdurende oorlog leven en/of dakloos zijn en/of gewoonweg geen eten hebben. Daar denk ik vaak aan en dan vraag ik me af of te mogen leven nu echt zo waardevol is?

En de vogels blijven vliegen
terwijl jij mank gevlogen tracht
een laatste keer weer op te stijgen

in eindeloze vlucht
nog eenmaal langs de wolkenlinie
achter de einders willen zien

met nog ongeschonden vleugels        

(uit mijn laatste bundel ‘Voorbij het zicht’)         



maandag 20 mei 2019

Morgen

Maandag, 20 mei 2019


Sinds gisteren bonst mijn hart weer in mijn keel. Morgen weer voor de scan en dan weer afwachten wat de uitslag wordt. Heb de laatste dagen wel weer kriebelende hoestbuien, maar dat kan natuurlijk ook een kou zijn of aan mijn COPD liggen. In elk geval positief blijven!
Wel is dat heel moeilijk nu ik weer in spanning moet zitten en ook om het feit dat Suzettes levensjaar nadert. Op 28 mei a.s. zou ze jarig zijn en ik moet steeds maar aan haar denken. Hoe ik samen nog met haar achter haar computer zat omdat ze zelf de muziek wilde uitzoeken voor haar afscheid en ze wilde weten wat ik er van vond. Maar natuurlijk moest ze zelf haar keuze maken en dat zei ik haar ook. Ik zie haar nog zitten, toen nog met allemaal vlashaartjes omdat haar haar aan het uitvallen was. De kapster had nog wat laten zitten omdat ze er dan langzaam aan kon wennen, maar dat had ze beter niet kunnen doen, want al die haartjes die er in veelvoud uitvielen, dat was nu niet bepaald opwekkend voor haar. Dan zie ik haar weer in bed liggen, helemaal kaal geworden, zo mager en zo broos en net als haar moeder toen zo zonder klagen. Verdragen, alleen maar verdragen.
Hoe ziek en beroerd ik zelf was van al mijn behandelingen, ik ging elke dag naar haar toe. Elke minuut nog met haar was immers belangrijk. Ze had de kerst nog mee willen maken en voor één keer nog haar verjaardag, maar zelfs dat was haar niet toegestaan. Ik kan er niets aan doen, maar ik voel me helaas toch in een depressie zitten. Ik denk gewoon dat ik teveel heb willen vluchten in allerlei bezigheden en afleiding en dat alle ellendige gebeurtenissen van de laatste maanden zich nu wreken. Het ergste is dat ik nergens meer in kan geloven, niet in een God, niet meer in wonderen, niet meer in de dag van morgen. Alles wat mij dierbaar was ben ik kwijtgeraakt en ik vraag me steeds meer af waarom ik nog moet vechten? Het lijkt allemaal zo simpel wat mensen zeggen om je op te beuren ‘je moet zus doen, je moet zo doen, misschien moet je zus, misschien zo.’ Allemaal goed bedoeld natuurlijk, want wat moeten ze anders zeggen ‘hang je maar meteen op’. Maar het werkt helaas niet zo simpel allemaal.
Je probeert weg te vluchten van al die kwellende beelden die zich als een eindeloze herhaling op het doek van je gedachten afspelen, maar dan lijkt het alleen maar of ze versterkt terugkomen.  Mijn moeder, mijn zus, mijn beste vriendinnen die ik ook nog ben kwijtgeraakt in korte tijd, ik wil ze nog zoveel vertellen en vragen, maar waarheen nu met je verhalen en al je vragen?
Nog altijd krijst die machteloosheid in mij, beseffen hoe klein mens je eigenlijk bent. Dat je niets hebt kunnen doen om je dierbaren te beschermen, al hun lijden ongedaan te maken, alles van ze over te nemen. Alleen maar hun hand vasthouden en ze laten weten dat je er was, dat was alles, het minimale dat je kon doen.

Het is stil geworden, zo vreselijk doodstil zonder hen. Steeds weer wil je ze bellen, dan weer beseffend dat dat niet meer kan, nooit meer.
Het voelt als in een bootje zitten zonder roeispanen op een veel te ruwe zee.
En ik ben bang geworden, doodsbang voor elke nieuwe dag. Wat hangt er dan nog meer boven mijn hoofd aan ellende, wat staat mij nog meer te wachten aan vuilniszakken vol troep? Ja, je moet positief blijven, ik weet het allemaal, maar dat is verdomd moeilijk als je achter elkaar zoveel tegenslagen en verdriet hebt moeten verwerken.

Na de scan moet ik morgen ook meteen door naar de internist voor mijn schildklier, maar dat is gelukkig in hetzelfde ziekenhuis, dus dat kan achter elkaar. Al met al wordt het dus weer een wittejassendag morgen.
Mijn huishoudelijke hulp is er en die is gelukkig altijd wel gezellig en kunnen we samen toch nog even lachen. Ik kijk naar buiten, sombere dag weer, bah!
Straks nog even naar de Lidl, want heb hoognodig natte schoonmaakdoekjes nodig. Daarna weer aan de contactlenzen, waar het nu wonderwel goed meegaat. Maar of ik er mee aan de gang blijf in de toekomst, ik betwijfel het.

woensdag 8 mei 2019

Vandaag


8 mei, 2019

Niet te geloven, ze zitten erin. Ik weet niet hoe, maar opeens zaten ze en nu zit ik met die dingen in achter mijn laptoppie. De linker zat er eerst niet goed in, maar met voorzichtig geschuif wist ik die op de juiste plaats te krijgen. Ik blijf het ondingen vinden en het is een eindeloos gepriegel wil je ze erin krijgen. Waardeloos gewoon. Maar goed, nu zitten ze eindelijk en als beloning blijf ik er maar even mee zitten. 
Het is gelukkig nog vroeg en krijg ik ze er straks niet uit, dan kan ik altijd nog naar een opticien rijden. Ik kan er niet mee lezen natuurlijk en dus typ ik maar in het wilde weg. Laat ze voorlopig even zitten om eraan te wennen. Vanochtend had ik ze meteen in de neutraliserende vloeistof gezet, want dat moet minstens een half uur van tevoren (ook al zo’n bedoeling!).
Ben helaas al dagen erg depri en moet zoveel huilen en huilen. Het is me eigenlijk allemaal teveel geworden en het is ook nog eens extra spanning, want de 21e van deze maand moet ik weer voor een scan en de 28e (nota bene op Suzettes geboortedag) voor de uitslag. Morgen eerst bloedprikken. Het wordt een drukke maand, want ik moet ook naar de internist en voor tandartscontrole, dus weer helemaal in de medische molen.

Ik mis Suzette steeds meer en meer en kan er niets tegen doen. Ze zeggen altijd dat het met de tijd minder wordt, maar dan vorm ik zeker weer een uitzondering, want bij mij wordt het dan alleen maar erger. Met mijn moeder was het hetzelfde laken een pak en die mis ik ook nog altijd. Ik heb ze onderhand zoveel te vertellen, maar dat kan niet meer, dat is definitief over en uit.
Ik heb getracht zoveel mogelijk afleiding te zoeken in alles en nog wat, maar helaas. Ik werd alweer huilend wakker vanmorgen en voelde me nog zo depri, dat ik maar besloot om vandaag maar eens  thuis te blijven. Soms heb ik helaas geen in meer om te leven en moet ik er alles aan doen om mezelf streng toe te spreken en door te gaan.
Maar goed, vandaag lekker rustig thuis. Kon ik mooi oefenen met die ondingen en wonder boven wonder en tot mijn eigen, grote verbazing zaten ze er na een aantal pogingen eindelijk in.
Mijn onderbuurvrouwtje kwam nog even op de babbel en dat was wel weer even gezellig en zo meteen maar weer eens mijn noodzakelijke rustuurtjes doen.

Heb intussen ook alvast aardappelschijfjes gebakken voor straks en dan doe ik er maar tuinboontjes bij. Ik ben nu eenmaal geen groentemens, alleen gewokte of gegrilde groente kan ik aardig verdragen, maar gekookte, nee, dat heeft mij nooit kunnen bekoren. Asperges en tuinboontjes daarentegen, die lust ik dan wel weer en die maak ik dan ook geregeld. Maar ja, je hebt natuurlijk afwisseling nodig en zo moet ik elke keer weer wat verzinnen. Dus bij mij wordt verder alle groente gewokt of gegrild op sla na natuurlijk. Van de week shoarma gemaakt en dat was ook wel weer eens lekker na lange tijd. Een boel knoflooksaus erbij en mmmm was het. Kon er twee dagen van eten.

Ik kijk naar buiten en bah, ook nog dat sombere weer, daar word je natuurlijk ook niet echt vrolijk van.
Net van mijn buffertje maar weer de driehonderd euro inkomstenbelasting betaald, dan ben ik er maar vanaf en hopelijk is dat nu het laatste dit jaar, want ik heb het wel even gehad met al die hoge rekeningen betalen!
Ik had de stembureauzittingen voor dit jaar i.v.m. mijn ziekte afgezegd, maar ben de 23e mei toch ingedeeld. Nou ja, dan ga ik toch maar, ik vind het altijd wel leuk al die sociale contacten met mensen en het levert weer wat geld op.
Het vervelende is dat je hier in Schoonhoven ’s avonds terug moet komen om te tellen en ik hoop dat ik dat dan wel kan opbrengen in mijn toestand, maar ja, dat zie ik wel. Tussendoor dan maar flink rusten en een dutje doen. Laten we dan maar hopen dat de telling gauw klopt, des te eerder weer naar huis. Maar je hebt er altijd van die slome duikelaars bij die meer voor de gezelligheid komen en dan is het maar kakel, kakel, maar tellen, ho maar. Heb me vorig jaar met Suzette de rambam geteld. Hadden sommigen nog verkeerd geteld ook en dan heb je het gedonder in de glazen. Het mag gezellig zijn, daar hou ik ook van, maar wel intussen serieus je werk doen alsjeblieft.
In Rotterdam hoefde je als ochtendploeg nooit terug te komen ’s avonds om te tellen, maar hier dus wel. En Rotterdam zorgt heel wat beter voor haar stembureauleden, want daar krijg je altijd een uitgebreide lunch, allerlei soorten drinken en lekkernijen. Hier moet je je eigen lunch meebrengen en krijg je alleen koffie en thee en wat snoepjes. Maar goed, ik maak mijn eigen lunch wel klaar, hoor, want ik kan zelf de heerlijkste broodjes in elkaar flansen.

Zo, nu ga ik eens even de televisie aanzetten en wat rusten op de bank. Door de televisie val ik dan altijd al gauw in slaap en als ik wakker word, dan kan ik er weer even tegenaan. En o ja, die dingen moeten er eerst nog uit, want je mag er niet mee slapen, nou, dat wordt dus weer even een tienjarenplan! 

zaterdag 20 april 2019

PASEN 2019


Morgen is het eerste Paasdag en ik denk aan jou, lieve zus, en aan mama en voel me zo verdrietig. Wat valt er nog te vieren? Vorig jaar zaten we nog aan het Paasontbijt bij De Brug en het was zo gezellig. We hebben toen zo gelachen en lekker gesmuld van allerlei lekkernijen daar. Dit jaar ben ik niet gegaan, wat moet ik er nog? Het zal me alleen maar doen herinneren aan onze laatste Pasen samen. Met dit soort dagen is het zo moeilijk om steeds weer geconfronteerd te worden met al die herinneringen      enkel seintje of je goed bent aangekomen.
Ik zou je willen vertellen van de contactlenzen die me verleden week gedwongen zijn aangemeten, omdat ik opeens een afwijking had in mijn linkeroog. De oogspecialist was van mening dat ik dan zou winnen aan zicht.
Jij zou gegierd hebben van het lachen als je me zo had zien prutsen met die dingen.
Ik had ze net een dag en meteen zat er al eentje gescheurd in mijn oog.
Deed hartstikke pijn natuurlijk, dus ik moest dat ding er met een rot gang zien uit te krijgen. Nou, dat is ook nog een heel 10-jarenplan, hoor. Bijna niet uit je ogen te krijgen. Je moet eraan wennen, zeggen ze. Jaja wennen, nou, tot nu toe heb ik alleen maar zwaar geïrriteerde ogen en hou ik eens even een paar dagen rust met die dingen. Kost je nog een kapitaal ook en dan zijn ze maar voor een half jaar! Nou, eentje is er dus al gescheurd en nu kom ik er straks dus eentje te kort. Maar ik denk niet dat het wat voor mij is. Ik heb natuurlijk al artrose en dan moet ik die dingen nog op mijn oogbollen zien te krijgen. Kun je je voorstellen met die pijnlijke handen en een boel gebibber van de zenuwen ook nog. Zitten ze erin, dan ben ik bang dat ik ze er niet meer uitkrijg. Dat mens zei nog ‘u moet niet ’s avonds oefenen, want als u ze er niet uitkrijgt, dan moet u gauw een opticien opzoeken die u kan helpen. Nou, heb ik meteen de zenuwen natuurlijk, want dan moet je maar gauw bij zo’n opticien zien te komen! Dus dan zitten ze er net in en dan probeer ik ze er maar weer gauw uit te prutsen!     
Moest ze de eerste dag 2 uur inhouden, de 2e dag 4 uur en zo oplopend. Nou, tot op heden ben ik niet verder gekomen dan een uurtje. Soms doen die dingen ook nog pijn in je ogen, maar dat is ook een kwestie van wennen, zeggen ze. Poeh poeh en dan dat gezanik met die vloeistoffen! Vloeistof om te ontsmetten, vloeistof waarin ze tien minuten van tevoren moeten liggen alvorens ze in je ogen mogen, ik kom helemaal in de war.
O ja, ook nog zoiets. Vooral die zachte lens, die wiebelt als een gek op je vinger en dan klapt hij weer binnenstebuiten en dan weet je op het laatst weer niet of hij aan de goede kant zit! Ik hoor jou al schateren in mijn verbeelding, zus. Jij zou er niet zo’n moeite mee hebben, jij was altijd zo’n pietje precies en een geduldig type. Maar ik,  ik ben natuurlijk de ongeduldheid zelve, dus zoiets is niks voor mij. Die dingen zijn ook al een paar keer gevallen en dan moet ik ze voorzichtig gaan zoeken, want jee, je zal er maar op gaan staan als ze op de grond liggen. Die dingen zijn zo minutieus!       
Met de Paasdagen begin ik al helemaal niet aan die dingen, zul je net zien, krijg je ze er straks niet uit en geen opticien open dan natuurlijk.
Het was daar in dat oogziekenhuis al zo’n gepruts, maar dat kwam omdat ik er nog niet aan gewend was, zei dat mens. Dan knipper je veel en o ja, mijn ogen lagen diep, dus dan ging het moeilijker. Ja, ze kon het leuk verkopen, maar ik vind het dus helemaal niks. De 30e april moet ik weer komen. Graag met uw contactlenzen in, zei ze. Nou, zoals het nu gaat kan ze dat wel vergeten!
Vanmorgen boodschapjes gaan doen en tjonge, wat een gekkenhuis. Ik wist niet hoe gauw ik moest maken dat ik wegkwam.   
Voor mijn buurtjes een appelpunt meegenomen, want ze zijn toch altijd lief voor me en ik vond dat wel leuk voor de Pasen. Ze vonden het zo lief en waren er zo blij mee, dat doet mij dan weer goed. Ben blij dat ik hier nog lieve buurtjes om me heen heb. Mijn buurvrouw heeft begin vorig jaar ook haar man verloren en dus huilen we vaak bij elkaar uit en dat lucht dan weer eventjes op.
Sinds de chemo steeds maar last van uitslag op mijn rug en in mijn nek, zo vervelend. Moet anders volgende week maar even naar de huisarts.

Ach lieve zus, nu maar even zo met je gebabbeld, wat moet ik anders?
Ik mis je zo en ik mis mama en alles heeft nog zo weinig zin.
Ik zou willen dat ik wakker werd en dat alles alleen maar een nachtmerrie bleek te zijn geweest, maar helaas!

zaterdag 23 maart 2019

TIEN JAAR ALWEER!


Rotterdam, 23 maart 2019

Vandaag, lieve mama, is het precies tien jaar geleden toen u na een lijdensweg van drie weken in de armen van mij en Suzette stierf.
Wat gaat de tijd toch vreselijk hard, lieverd. Voor mij is het allemaal nog gisteren en ik mis u nog elke dag, hoor. Ze zeggen dat het minder wordt met de tijd, maar dat is niet zo, hoe langer het duurt, hoe groter het gemis. U bent weg, Suzette is weg, alles wat me zo dierbaar was is weg.
Ik zou willen dat de tijd terug kon worden gedraaid, maar dat kan nu eenmaal niet en ik kan daar zo verdrietig om zijn. Soms zie ik iemand van achteren die op u of Suzette lijkt, maar dichterbij lijkt dat dan meer de wens geweest, dan dat de gelijkenis maar enigszins klopt.
Dat verlaten gevoel, dat voelt soms zo ondraaglijk zwaar en elke dag is weer een gevecht.
Overal in wegvluchten, maar nergens rust vinden en blijven zoeken naar wat er niet meer is, het kost zoveel energie. Het liefst maar willen slapen, nergens meer aan hoeven denken of over piekeren, alleen maar slapen en blijven slapen.
De dag is ook nog eens somber vandaag, zo heel anders dan de dag dat u toen stierf.
Toen scheen de zon in volle glorie en ik vroeg me toen af hoe dat mogelijk was, net als al die vrolijke kinderen die beneden in de hal van het ziekenhuis toen verstoppertje speelden.         
Voor mij stond de wereld toen stil, maar uiteraard niet voor al het leven om mij heen.
Ik doe mijn best de dagen door te komen en overal afleiding in te zoeken, maar het is en blijft een hard gelag jullie voortdurend zo te moeten missen.
Het voelt zo vreselijk verlaten!



www.Ingrideleonora.nl