Posts tonen met het label zus. Alle posts tonen
Posts tonen met het label zus. Alle posts tonen

zondag 28 mei 2023

28 mei

 


Ach, mijn lieve, dierbare zus, vandaag zou je weer jarig zijn. Ik zou de eerste zijn die je zou bellen en zou je later nog een verrassing brengen. Jij zou wel weer ergens een etentje hebben georganiseerd, waarop je je altijd zo kon verheugen en ik natuurlijk ook. We konden daar zo van genieten en het was altijd een lust jou zo te zien smikkelen. En ik ben zo blij dat je van zoveel dingen hebt kunnen genieten en we zoveel hebben kunnen lachen samen. Het was een ruk uit mijn hart  je zo gauw te moeten missen en te moeten toezien hoe je ten onder ging in een zo oneerlijke strijd die je niet kon winnen. Je was zo dapper als mama toen was, geen klacht over jullie lippen, alleen maar moedig alles ondergaan.       
Ik mis jullie, ik mis jullie nog elke dag en voel me soms net als een zombie door het leven gaan. Het beangstigt me dat het zo definitief is en er nooit een weg terug zal zijn. 
Ik heb met mijn eeuwige impulsieve en chaotische bol jullie wijsheid en advies nog zo vaak nodig en in moeilijke tijden vraag ik me altijd af wat jullie mij zouden zeggen in zo’n situatie. Alles is voorbijgegaan, zo snel en wreed en dat blijft zo pijn doen.

Ik kan alleen maar hopen dat jullie nog ergens zijn, dat jij nog altijd ergens je verjaardag kan vieren met alle dierbaren die daar al zijn. En als dat zo is, dan toost ook op mij, lieve zus, want in gedachten ben ik nog altijd zo dicht bij je. Catch my birthdaykisses, mis je, mis jullie nog elke dag.


vrijdag 27 mei 2022

28 mei

 


28 mei! Vandaag zou je jarig zijn geweest en daar werd ik mee wakker, lieve zus.
Al die herinneringen kwamen weer boven en ze doen me altijd pijn, omdat ik weet dat dat geweest is en nooit meer terug zal komen.
Hoe je mij veters leerde strikken, hoe je mij mijn naam leerde schrijven, helaas wel met een k en een t en hoe mama mij dat opnieuw moest aanleren met een g en een d.
Wanneer de kleuterschool uitging, stond jij daar altijd zo trots tussen al die grote moeders op me te wachten. Mama kreeg niet eens de kans mij van de kleuterschool te halen. Zodra ze zei dat ze me ging halen, rende je naar de kapstok om je jas ervan af te rukken en weg was je.

Ik herinner mij ook nog hoe ik ooit van mijn leraar op het speelplein van de lagere school om een of andere reden een harde klap in mijn gezicht kreeg. Nog voor ik zelf kon reageren vloog je - van wie weet waar - als een beschermende leeuwin voor haar welp op hem af. Ik bleef jouw eeuwige, kleine zusje en jij was gewoon mijn tweede moedertje en dat is altijd zo gebleven. Door de boze buitenwereld, die ons zoveel pijn heeft gedaan, werden we een hechte drie-eenheid - mama, jij en ik - en niemand heeft dat ooit kunnen verbreken. Altijd als iemand me te na kwam vertoonde je die enorme beschermingsdrang en zelfs toen ik al lang volwassen was geworden, wilde je me nog altijd beschermen tegen – in jouw ogen – vermeende misstappen die ik kon maken. Jij en mama, jullie waren het enige goede in mijn leven. Helaas moest de dood zo nodig het laatste dierbare van me wegnemen en niemand weet, o, niemand weet hoeveel verdriet ik nog altijd met me meedraag, lieverd.

Jou kwijt te zijn en zo snel al nadat we afscheid hadden moeten nemen van mama, heeft voor altijd  een tweede, gapend gat in mijn hart geslagen.
Als het mogelijk was geweest, dan had ik mijn leven voor jou gegeven, lieve zus.
Waarom jij moest sterven en ik nog moet leven, ik heb er nog altijd geen antwoord op.
Jij was zo een beter en mooier mens dan ik en ik voel me alsmaar zo hopeloos verloren nu je er niet meer bent.
Ik kan je nooit meer om advies vragen, nooit meer iets met je delen, nooit meer met je praten of lachen en soms stel ik me voor dat het niet zo is. Dat je er nog bent en ik gewoon maar een lelijke nachtmerrie heb gehad.
Als ik je belde nam je steevast op met ‘what’s the mattie, Noppio?’
Ze zeggen dat het gemis minder wordt met de tijd, maar nee, ze hebben het zo mis, het wordt alleen maar erger.

Het doet me nog altijd pijn dat je toen niet op me gewacht hebt tot ik terug was van mijn bestraling. Ik had je zo graag in mijn armen willen  houden tot aan je laatste ademzucht, tot daar waar het niet meer kon, lieverd. Maar nee, je bent zomaar geruisloos weggeglipt en ik heb er niets aan kunnen doen.

Helaas werd ik – om mij totaal onbegrijpende redenen -geen deelgenoot gemaakt in je afscheid. Alsof me zo kwalijk werd genomen dat jij er niet meer was en ik wel. 
Het enige wat ik voor je heb kunnen doen was een mooi gedicht voor je maken en voordragen, zoals je mij op je ziekbed gevraagd had. Maar weet je, je raakt er aan gewend wat mensen je kunnen aandoen en jou in mijn hart dragen als een fonkelend diamantje, dat kan niemand mij afnemen en dat is alleen nog maar belangrijk.

En weet je, jouw ring draag ik elke dag om mijn hals, want hij is helaas net iets te groot voor mijn vingers. Zo draag ik toch elke dag iets van je bij me en dat geeft me nog enige houvast. We zouden samen vechten tegen onze ziekte en zolang al moet ik die strijd nu alleen voeren. En ik ben daar zo moe van, maar ben dat zo verplicht aan jou. Ik mis je, lieve zus, ik mis jou en mama nog elke dag

 

ALLEEN NOG WILLEN SLAPEN

 

Altijd weer bij het wakker worden

meteen weer denken aan jou

en dan eeuwig willen slapen

 

niet weer een dag te moeten leven

met die pijn van dat gemis

niet meer hoeven voelen dat

gapend gat van leegte

 

nog eenmaal met je mogen praten

nog eenmaal met je mogen lachen

je mogen bellen en vertellen

van wat ik weer eens heb beleefd

 

overal en altijd

alleen maar denken aan jou

en dan eeuwig willen slapen

 

 


vrijdag 28 mei 2021

28 MEI


Ach, mijn lieve, dierbare zus. Vandaag is je geboortedag en ik mis je en deze dag nog extra veel. Elke dag denk ik aan jou en aan mama, de twee meest dierbare mensen in mijn leven die zo nodig van mij moesten worden weggerukt. Zoveel herinneringen spoken door mijn hoofd, herinneringen die teruggaan tot naar onze vroege kinderjaren. We hadden het nog vaak over al die tragische jaren, maar die wel een onbreekbare band hadden gesmeed tussen ons drieën en vechters van ons hadden gemaakt.
         

Waar we ook doorheen moesten, we hadden tenminste elkaar en dat was toch een hele rijkdom.      
Veel herinneringen doen helaas nog altijd pijn.     

Jij en ik, we hadden het nog vaak over één van die gebeurtenissen in het bijzonder. 
Hoe lang en hard mama had gespaard om ons toen naar de kermis te kunnen laten gaan, die gebeurtenis zou voorgoed in ons geheugen worden geëtst.     
Het was een rechte weg er naar toe en mama had ons de weg precies uitgelegd.
We liepen en we liepen met onze kleine beentjes en waren zo blij naar de kermis te mogen gaan. Echter, de kermis kwam maar niet in zicht en jij besloot het toch maar even te vragen aan een mevrouw achter een kinderwagen.
          
Die vrouw vroeg onmiddellijk of wij wel genoeg centjes hadden voor de kermis en ze wilde eerst weleens onze portemonnee zien.        
Ze keek erin, zat er wat in te rommelen en zei ‘ja, jullie hebben wel centjes’ en haar vinger wees recht vooruit.         

Het bleek uiteindelijk dichterbij dan we dachten, maar toen je op de kermis in je portemonneetje keek om voor onze toegang te kunnen betalen was het geld verdwenen en konden we niet naar binnen. We konden alleen maar verlangend door de hekken naar dat kleurrijke en levendige schouwspel daarbinnen kijken en waren zo verdrietig.
Het was de eerste, grote deuk in ons vertrouwen in mensen. En er zouden helaas nog heel wat deuken volgen!
We hebben het nooit aan mama verteld, vonden het zo zielig voor haar, ze had er immers zo hard voor gespaard.
Waar je ook bent, lieve zus, ik hoop dat je daar ergens dat lelijke mens bent tegengekomen en jou kennende zal je haar dan zeker geconfronteerd hebben met die diefstal. Zelf een moeder notabene en dan stelen van kleine kinderen, bah!          
Ja, jij en mama en ik, we hebben zoveel samen gehuild, zoveel samen gelachen, elkaar altijd getroost en gesteund door alles heen en nu, nu vraag ik me vaak af wat ik hier nog moet.

Ik mis je, lieverd en ik probeer te fantaseren hoe je ergens misschien vandaag een leuk feestje kan vieren met al onze dierbaren daar en ik wens dat je mag smullen van de grootste taart die er misschien voor je is.   
Jij was altijd zo’n lekkere smulpaap en daar ben ik nu zo blij om. Je hebt er gelukkig van genoten, lieverd.  
Catch a thousand kisses, zus!


zaterdag 7 november 2020

7 november



Op mijn ziel geëtst

7 november

naast 23 maart

twee dagen waarop

zelfs de zon mij kastijdt

 

denken aan jou, lieve zus

en aan mama en alsmaar het

snijden voelen van een tergend gemis

 

zal ik ooit nog de vogels

kunnen zien vliegen en de knoppen

van de bloemen zien opengaan

 

hoe ga je om met herinneringen

die nooit meer realiteit zullen zijn

 

zal ik ooit nog de vogels kunnen zien vliegen?

 

 


zondag 10 juni 2018

De dagen jagen

Zondag, 10 juni 2018

Vandaag voelde ik me goed genoeg om bij Suzette op bezoek te gaan. Ook zij had vandaag van alle weken bij elkaar haar beste dag. 
Het is zo triest haar te zien zonder de mooie, volle haardos die ze altijd had, maar toch, het maakt niet uit, ze heeft nog steeds haar lieve, warme gezicht. 
Ze wilde met me praten over haar prognose, maar ik wilde dat niet, ik wil het niet horen.
Zij daarentegen wil er over praten, omdat ze er met niemand over kan praten. Niemand wil het horen en ze heeft gelijk, ze moet erover kunnen praten en niet alles binnen houden en in eenzaamheid verwerken wat niemand wil horen. 
Ze is zo dapper en zo flink en ik heb respect voor haar opstelling t.o.v. haar zo agressieve ziektes. 
Niets smaakt haar nog, zei ze me. De verse sinaasappelsap waar ze altijd zo gek op is vindt ze opeens niet te pruimen. Zelfs water vindt ze vreselijk smaken. Haar mond is helemaal kapot van binnen, zit vol wondjes en pijnlijke plekken door de chemo en eten wordt dan al gauw een kwelling. Gelukkig had ik thuis nog een extra tube zalf ervoor, want ik heb door mijn inhalators ook altijd veel last van mijn mond ondanks het goede spoelen. 
Ik kan niet onder woorden brengen hoeveel pijn ik voel haar zo ziek te zien en het haalt ook nogeens alle pijnlijke herinneringen boven aan mijn moeder's lijden destijds. Niets is zo erg om je dierbaren te moeten zien lijden en niets te kunnen doen dan alleen maar machteloos toezien. 
Ik kan niet bezig zijn met mijn eigen strijd, want elke minuut van de dag zijn mijn gedachten bij Suzette. Ik heb maar 1 wens voor mijn verjaardag, dat Suzette beter mag worden en ik haar weer gezond mag zien. Niets doet er nu nog toe, niets is nog belangrijk, alles lijkt zo pietluttig als het gaat om de gezondheid van je dierbaren. 

Woensdag komt steeds dichterbij en ik ben al bezig weer mijn koffertje te pakken alvorens ik weer wat vergeet mee te nemen. Op mijn verjaardag het ziekenhuis in, alles wordt steeds meer bizar eigenlijk. En dan donderdag de grote operatie die vier tot zes uur zal gaan duren en dan begint de ellenlange weg van revalideren naar herstel. Dan nog de chemo, o, ik moet er even allemaal niet aan denken, het hele gebeuren is gewoon een vreselijke thriller.
Ik moest voor opname het hele boekwerk van de behandeling van het Erasmus MC doornemen, nou, daar word je ook niet vrolijk van zeg, het maakt mij alleen meer bang dan ik al ben.

Had Jan al gordelroos, nu heeft hij ook nog een ontsteking in zijn been opgelopen en ook hij heeft erg veel pijn. Natuurlijk allemaal van de stress. Hij opperde zelfs tegen Suzette dat hij op het ogenblik zo boos is op het leven dat hij wel de hele zitbank door de ruiten zou willen smijten.  Suzette en Jan, ze kunnen niet zonder elkaar, zijn zo met elkaar verbonden en als een wederhelft wegvalt, dan vrees ik voor de andere.

Soms voel ik zo een wanhoop, zou ik me willen verschuilen voor al die wrede ellende die over ons is heengekomen en waar je geen verdediging tegen hebt. In hemelsnaam, niet mijn zus, niet mijn dierbare zus!

zondag 20 mei 2018

Nooit meer zal ik de zon zien schijnen


Vandaag was ik bij jou in het ziekenhuis, lieve zus. Je vertelde me dat je je artsen gevraagd had of je nog beter kon worden en ze hadden je geantwoord dat dat niet zo was, dat het alleen maar een kwestie van verlengen was. Je zei het zo vol berusting, alsof je het gewoon geaccepteerd had.
Ik nam je in mijn armen en moest zo huilen en jij zei zo troostend en met een warme glimlach alleen maar dat ik niet huilen moest. En ook Jan, je trouwe maatje, nam je in zijn armen en daar zaten we dan met ons drietjes. Je zei dat je hoopte dat de verlenging nog een tijdje mocht duren. En ik, ik wist dat ik de zon nooit meer zou zien schijnen. Waarvoor moet ik nog vechten, lieverd, waarvoor? Alles wat dierbaar is wordt me ontnomen.
Ik weet niet meer wat ik voelen moet of kan, mijn hart voelt zo alsof eruit gerukt en heel mijn denken voelt zo apathisch. Ik haat je, kanker, ik haat je! Je bent een genadeloze, rot ziekte, een sluipmoordenaar. En is er een God, dan is het een wrede, genadeloze God, die n.m.m. er ook oogappeltjes en stiefkinderen op na houdt. Welke God kan zo een barbaar zijn dat hij ons ons hele leven al bestookt met ellende? Steeds weer zijn we omhoog gekrabbeld uit welk dal dan ook, zijn we met goede moed alsmaar het gevecht aangegaan. Maar het leven, het leven was nooit lief voor ons. Ook ik moet vechten tegen longkanker met uitzaaiingen, maar ik ben doodmoe van al dat moeten vechten. Met de wetenschap dat ik jou ga verliezen, lieve zus, is mij mijn laatste vechtlust ontnomen. Ik ben niet zo sterk als mensen altijd denken. En nu, nu ben ik bang en wanhopig, want dit kruis is me te zwaar. Ik wil je niet missen, ik kan je niet missen. Je bent het dierbaarste met jouw Jan wat ik nog heb. Wie houdt straks mijn hand vast als jij er niet meer bent. Wie sleept mij door die zwaarste strijd van mijn leven heen? Ik kan het niet alleen, lieve zus, ik kan het niet!
Je leerde mij mijn veters strikken en mijn naam schrijven (al was het dan met een k en een t op het eind, maar o, wat was je trots daarop!). Je kwam me elke dag steevast van de kleuterschool halen. Mama hoefde maar te zeggen 'ik ga Ingridje halen' en je rukte je jasje van de kapstok en riep 'ik ga wel' en weg was je. En daar stond je dan altijd als een piepklein moedertje tussen al die grote moeders in en o, wat voelde je je groot! Je viel een keer van een stenen trap, je knie lag open en mannen van een garage hadden eerste hulp verleend en je een suikerbeestje gegeven. En je gaf je suikerbeestje aan mij. Jij, mijn grote, dierbare zus, dat dit jou ggegeven moest worden, deze verschrikkelijke ziekte, dat is mijn grootste pijn. Dat we dezelfde diagnose kregen op dezelfde dag, hetzelfde moment, het is te bizar voor woorden. Het verschil is dat jij zo vreselijk pijn lijdt en afschuwelijke hoestbuinen hebt, ik word alleen steeds kortademiger. Ik zou al je lijden, al je pijn willen overnemen, zo dierbaar ben jij mij. Ik heb niets te verliezen, lieverd, maar jij zoveel. Jij hebt nog je Jan, maar ik laat niemand achter en niemand zal mij zo missen als ze jou zullen doen.
Ik zou willen dat ik een toverstokje had, dan lieverdd, maakte ik alles goed voor jou, alles.

zondag 13 mei 2018





MOEDERDAG 2018

Het is Moederdag, maar mijn moeder ben ik al negen lange jaren kwijt.
Nu, in ons gevecht te blijven leven, mis ik haar meer dan ooit en zou ik willen dat ik de tijd terug kon draaien.
Vanmorgen weer even bij mijn zus Suzette geweest, haar gestreeld en wat gepraat. Morgen krijgt ze haar eerste chemokuur van drie dagen achtereen en ik bid tot ik weet niet wie om een wonder voor haar te doen.
Mijn grote, moedige zus is al tien kilo afgevallen en ik zie haar opeens zo broos en het ergste is, zo lijden.
Niets is meer belangrijk en bij alles wat ik wil doen denk ik weer ‘waarom nog eigenlijk’. Het is heel erg op het ogenblik die instelling te hebben, maar ik kan het ook even helemaal niet meer aan. Ik maak me ook zorgen om mijn zwager die op zijn laatste benen loopt en toch onvermoeibaar zijn vrouw met alle liefde blijft verzorgen. Ik heb geen tijd en eigenlijk ook geen zin meer om voor mijn eigen leven te vechten. Verlies ik mijn zus, dan heb ik niets meer om voor te vechten. Sinds de dood van mijn moeder was zij mijn steun en toeverlaat en wat er dan nog over zal zijn is een gapend gat in mijn hart, een leegte die ik nooit meer zal weten te vullen. Het leven is, noch voor mij, noch voor Suzette en noch voor mijn zwager, ooit lief geweest, maar we hadden tenminste elkaar nog.
Ondanks alles wat we meegemaakt hebben, zijn we altijd optimistisch gebleven en geloofden we in de kracht van positiviteit.  Maar wat heeft dat ons uiteindelijk gebracht?  Jee, nu kan ik me alleen nog depri voelen of eigenlijk wanhopig.
Het is een sombere dag vandaag, maar hoe kan het ook anders met hoe ik me voel. Mijn leven lang leerde ik een vechter te zijn, maar nu, nu ben ik alleen nog maar moe en voel ik me zo verslagen.
Ik hoop zo dat Suzette sterk genoeg zal zijn om door de chemo heen te komen en dat ze niet zo vreselijk ziek ervan zal worden, want ze is al beroerd genoeg.
Life sucks, dat weet ik wel.

vrijdag 11 mei 2018

Mijn dierbare zus






MIJN BETERE IK
(voor mijn dierbare zus Suzette)

We voeren dezelfde strijd
jij en ik
we houden elkaar vast
ik jou en jij mij
en we beseffen allebei
wat niemand weten kan

ik zoek mijn betere ik
omdat jij zegt dat
dat het beste is
de woede die ik voelen kan
jij vindt dat niet oké

jouw pijn is meer dan
ik kan dragen
als niet zo lang geleden
woedt er die onmacht weer

mijn kracht gaat onder
met de jouwe
getooid met duizend doornen
tergt nu dat branden van de zon

ik wou dat ik jou redden kon
mijn dierbare, betere ik