Woensdag, 11 juli 2018
Vanmorgen weer logopedie gehad en nu
moet ik een paar keer per dag door een brede slang in een fles water bubbelen
met een oeh-klank, in de hoop mijn stem te verbeteren. Ik ben nu geen My Fair
Lady meer met aammmmm en oehmmmmmmm, etc., maar meer een aboriginal!
De stembanden zijn geraakt tijdens de
lymfeklieroperatie en nu ben ik al wekenlang mijn eigen stem kwijt en kan ik
alleen heel hees praten, wat zeer vermoeiend is. De mensen verstaan me vaak
niet en dan moet ik nog herhalen wat ik zeg ook en dat is helemaal
doodvermoeiend. In gezelschap met meerdere mensen doe je er ook helemaal niet
meer toe, want 9 van de 10x horen ze je niet. Met instanties kan ik al helemaal
niet meer zelf bellen. Vandaag frustreert het me erg, want het duurt me
allemaal veel te lang en ik begin met zorgen te maken dat mijn stem misschien
niet meer terugkomt.
Mijn longarts heeft gezegd dat
sommige mensen spontaan hun stem terug krijgen, maar andere mensen weer niet.
Nou, ik hoop maar dat ik ook eens geluk mag hebben en mijn stem terugkrijg,
want ik vind dit verschrikkelijk.
En hoe kan ik ooit nog voordrachten
geven met zo’n stem?
Alles zit ook tegen, bah! Ik heb er
zo genoeg van soms.
Mijn lieve buurman loopt nu ook bij
het ziekenhuis, hij kreeg vorige week opeens een epileptische aanval en nu kunnen ze me niet
meer zoveel helpen en ze waren toch vaak mijn enige steun nu ook Suzette en Jan
me niet kunnen helpen.
Mijn verdere familie woont ook
allemaal zo ver weg en gelukkig heb ik wel lieve vrienden, maar hulp vragen
ligt niet in mijn aard. Vreselijk nu ik zo afhankelijk ben geworden, terwijl ik
altijd zo’n zelfstandig mens was. Ik haat dit leven en zou willen dat ik mijn
leven terug kon krijgen en uiteraard mijn liefste wens bestaat eruit dat mijn
zus Suzette beter zou kunnen worden.
Straks heb ik weer ergotherapie en
vanmiddag weer fysio, elke dag zo’n druk programma. Mijn buurvrouw in de kamer
ernaast en ik mopperen dan vaak samen dat we al moe zijn, maar goed, het is
natuurlijk voor ons bestwil. Maar eens lekker mopperen over onze toestand is
ook wel eens lekker, hoor. Vaak barsten we daarna dan in lachen uit en kunnen
we er weer tegenaan. Het is hier ook vaak ‘de lamme helpt de blinde’, want wat
de ene niet kan, dat kan de andere. Zij lag vannacht te huilen van de pijn in
haar knie en de zuster kwam maar niet op haar belletje. Ze wilde zo graag een
coolpack. Nou ja, nu had ik al lang gezien waar die zuster die dingen vandaan
haalde uit de vriezer, dus ik heb hem gepakt voor haar en geen zuster meer
nodig dus. Ze was zo blij en opgelucht en kon weer lekker doorslapen. De zuster
hebben we later ook niet meer gezien en dat vind ik soms wel vreemd, hoor. Voor
hetzelfde geld ligt zo’n patiĆ«nt op de vloer en wat dan? Toen ik in de isolatie
lag werd er ook vaak niet naar me omgekeken, kon ik bellen als brugman, maar er
kwam niemand op af en moest ik me vaak zelf zien te redden uit een benarde
situatie. Soms kwam er iemand na lange tijd om vervolgens te zeggen ‘ik kom u
zo helpen’, weer weg te rennen en vervolgens zag je weer uren niemand. Wel raar
voor een revalidatiecentrum!
Nu is het natuurlijk ook wel
belachelijk dat er maar 1 zuster loopt op 17 patiĆ«nten, echt belachelijk. Zo’n
mens loopt vaak het vuur uit haar sloffen, dus je kunt het ze ook niet altijd
kwalijk nemen.
Gisteren in het ziekenhuis
voorlichting gekregen over mijn komende chemokuren en bestralingen. Ik krijg 4
chemokuren met tussenpozen van drie weken en na de chemokuren moet ik zo’n
veertig bestralingen ondergaan (ik schrok erg van dat aantal). Een chemokuur
duurt 17 uur en dan word ik dus wel een nachtje opgenomen in het ziekenhuis. Na
drie weken kijken ze dan of je al genoeg witte bloedlichaampjes hebt aangemaakt
en dan krijg je weer de volgende kuur. Ik zie er vreselijk tegenop en zou wel
willen wegvluchten van dat alles. Het idee dat er zoveel chemie in mijn lijf
zal worden gepompt en als ik dan zie hoe beroerd Suzette er steeds van is, dan
krijg ik al de bibbers.
De chemozuster zei dat ik niet perse
kaal hoef te worden, maar dat het ook kan zijn dat je haar heel dun wordt en
dof. Nou, ik wil niet dat er straks kale plekken te zien zijn door zulk dun
haar, dan laat ik het meteen afscheren, want dat vind ik geen gezicht.
Om 15.45 uur heb ik weer fysio en
hoop ik weer flinke vorderingen te maken.
Tot mijn grote verrassing zijn mijn
trouwe buurtjes toch net op bezoek geweest, want buurman moest aan de overkant
zijn in het Groene Hartziekenhuis voor een MRI-scan om te kijken waar die
aanval vandaan kwam.
Ik heb hem gezegd dat hij ons nooit meer zo mag laten schrikken, hoor.
Enfin, dit was weer het laatste
nieuws vanuit dit revalidatiecentrum en nu ga ik even een dutje doen, want ik
ben moe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten