GEEN NACHTMERRIE
HELAAS!
Van de ene op de
andere dag moet je vechten voor je leven, hoor je op dezelfde dag dat je dierbare
zus dezelfde uitslag krijgt, dat je longkanker met uitzaaiingen hebt. Zomaar
een paar mokerslagen op je hoofd, die je doen denken dat je in een vacuĆ¼m wordt
getrokken van onwerkelijkheid. Wat een wrede en bizarre ironie!
We moesten allebei, soms heel pijnlijke – onderzoeken ondergaan en konden elkaar daarin niet eens tot steun zijn.
We moesten allebei, soms heel pijnlijke – onderzoeken ondergaan en konden elkaar daarin niet eens tot steun zijn.
Ze zeggen dat ik moet
vechten voor mijn leven, maar mijn gedachten zijn alleen maar bij mijn dierbare
zus Suzette, die ook nog eens een hele agressieve kanker heeft en die
ontzettend veel pijn lijdt en alsmaar moet overgeven en zo moet hoesten dat het
vaak lijkt dat ze erin blijft. Zij is zo vreselijk ziek dat ik het bijna niet
kan aanzien en ze geven haar al bijna geen hoop meer. Maandag krijgt ze voor
het eerst een chemokuur en als die niet aanslaat, dan is het afgelopen.
Mijn moeder stierf 9
jaar geleden door medisch gepruts van een arts in het ziekenhuis en ik heb haar
drie weken lang zo zien lijden en dat zelfde machteloze gevoel dat ik toen had heb
ik nu weer.
Ik zou alles willen
overnemen van mijn lieve, lieve zus, maar helaas, ik ben geen God. Mijn zus en
zwager hebben elkaar nog, maar ik heb niets te verliezen, mijn hele leven was
een rampscenario en ik ben alleen maar moe van het voortdurend moeten vechten
tegen allerlei tegenslagen. Ik heb op het ogenblik geen relatie, geen kinderen,
niets. En laat mij dan alles dragen en laat mijn lieve zus dan toch met rust.
Ik word alleen steeds
kortademiger en heb af en toe al wat lichte pijnen die wel steeds regelmatiger
worden, maar die kunnen natuurlijk ook van iets anders zijn. En ik heb al dagen
last van mijn keel en mond, maar misschien komt dat ook door het vele huilen
als ik alleen ben, ik weet het niet.
Mijn arts is er nog
niet uit over mijn behandelplan dat hij samen met een team van artsen van het
Erasmus MC moet bespreken. Ik moet eerst nog meer onderzoeken ondergaan voordat
ze een uiteindelijke beslissing kunnen nemen.
Van de week hebben ze
een hersenscan gemaakt en moest ik ook nog voor een nucleaire scan. Als er geen
uitzaaiingen in mijn hoofd en verdere lichaam te zien zijn, dan willen ze misschien
die bewuste long weghalen, maar dan moet mijn andere long wel alles kunnen
opvangen en daar twijfelen ze ook over, want ik heb al COPD en mijn longen zijn
nu niet in de allerbeste staat. Dus moet ik straks eerst nog een zware
fietstest ondergaan en ik heb ernstige twijfels of ik die wel kan halen. Is
opereren geen optie, dan willen ze chemokuren met gelijker tijd bestralingen
geven.
Vanmorgen was ik weer
bij Suzette en ze keek me aan en zei ‘over twee weken ben ik jarig, misschien
haal ik dan nog 69 jaar, maar natuurlijk niet meer’. Mijn laatste stukje hart
brak doormidden en ik zei ‘maar we gaan toch samen vechten’? “Ja’ , zei ze,
maar soms ben ik zo ontzettend beroerd en dan …
Verder kwam ze niet,
maar toch had ik haar verstaan. Er waren geen woorden nodig. Ik mag het
misschien niet denken, maar toch, soms denk ik ‘wat voor barbaar is God dat hij
zo’n zwaar kruis op onze schouders heeft geladen’? Welke mafkees verzint
zoiets?
Destijds had ik zo
gebeden voor mijn moeder, maar al mijn gebeden werden genegeerd en uiteindelijk
bezweek ze na drie weken van lijden.
Voor mijn zus heb ik
eveneens gebeden en gebeden en ik zie haar alleen maar zieker worden en soms
voel ik dan die woede.
En in al haar lijden
zegt Suzette dan ook nog dat ik God niet zo mag bejegenen en dan denk ik ‘jee,
jij lijdt zo en nog verdedig je hem?’ Dan weet ik het zeker ‘zij is honderd
maal een beter mens dan ik ben’! Ik kan alleen maar denken dat ook God zijn
oogappels heeft en zijn stiefkinderen en dat hij een barbaar moet zijn, ik kan het even niet helpen zo te denken!
Ik moet vechten, maar
ik weet niet meer hoe en eigenlijk wil ik ook niet meer vechten. Wat heeft het
nog voor zin als ik mijn dierbare zus kwijtraak, die altijd als een tweede
moeder voor me was en mijn grootste steun en toeverlaat? We hebben samen zoveel
meegemaakt en moeten doorstaan en nu worden we ook nog gestraft met zo’n zware ziekte.
En niets, zelfs niet mijn eigen ziekte, is nog belangrijk dan alleen maar de
toestand van Suzette. Het is mijn allerliefste en diepste wens dat ze als een
wondertje beter mag worden en nog een fijne toekomst mag hebben met mijn zwager
die het ook al zo ontzettend moeilijk heeft en tegen overspannenheid aanzit.
Elke morgen word ik
huilend wakker, denkend dat ik weer een nachtmerrie heb gehad, maar dan moet ik
alweer beseffen dat het de keiharde realiteit is.
Ik probeer me vast te
houden door te denken dat wij niet de enigen zijn, dat er zo, ik weet niet
hoeveel mensen, vechten voor hun leven.
En ik wil mijn tijd
niet verdoen met jammeren, maar soms, soms moet je heel gewoon even je ellende
kwijt. En ik weeklaag liever even op mijn blog dan dat ik dat tegen mensen doe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten