zondag, 27 mei 2018
Vandaag ben ik even naar Alexandrium gereden. Ik moest afleiding hebben, mijn zinnen verzetten. Even niet hoeven denken aan ziektes en al die ellende waar we in terecht zijn gekomen.
En nu, nu kan ik het nog doen, ben ik nog mobiel en straks moet je maar afwachten.
Was wel gauw moe, maar er zijn daar zoveel zitjes, dus kon ik gewoon mijn rustpauzes nemen.
Nog wat gegeten en gedronken bij La Place en gekeken naar de wereld om me heen.
Het is bijna niet voor te stellen dat je misschien ...
Morgen is Suzette jarig en gaat Jan al vroeg het gebak brengen, want dan hebben de verpleegsters en de artsen tenminste gebak bij hun koffie.
Suzette heeft aan Jan gezegd dat ze morgen naar buiten wil, ze wil in de ziekenhuistuin zitten en genieten van de buitenlucht. Dus dan hijsen we haar gewoon in een rolstoel en brengen haar er naar toe als dat mag van de artsen. Zolang ze nog kan genieten moeten we haar gewoon die gelegenheid geven. Brengen we haar ook meteen even naar het ziekenhuiswinkeltje waar ze dan zelf iets mag uitzoeken naar eigen smaak. En dan even onze ziektes negeren en gewoon weer even mens mogen zijn.
Elke minuut met elkaar is nu zo kostbaar en onbetaalbaar.
Soms houden we gewoon elkaars hand vast en dat zegt meer dan miljoenen woorden.
Ik maak me zorgen om dat hele zware behandeltraject wat me te wachten staat, maar als ik naar Suzette kijk, dan put ik daar mijn moed uit. Zij is zo flink en draagt en verdraagt zonder klagen.
Mijn grote, dappere zus, mijn altijd tweede moedertje! Ik wil je gewoon niet kwijt!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten