donderdag 25 juni 2015

FROM OUT OF THE BLUE



Het is vrijdagavond, 19 juni, als je na een gezellige dag, plaatsneemt achter je laptop om al je mail e.d. door te nemen.
Je koffertje is al half gepakt, want dinsdag zul je voor een paar heerlijke dagen met vrienden verblijven in een hotel in het land, om van daaruit allerlei leuke uitstapjes te ondernemen. Je verheugt je er al zo lang op.        

En dan from out of the blue is er opeens die ijskoude rug die erg onaangenaam aanvoelt en je besluit even op de bank te gaan liggen, want het voelt niet goed.
Je ligt nog niet of je begint opeens enorm te klappertanden en te rillen en bent met nog geen tig dekbedden warm te krijgen. Alsof je de malaria hebt!
En dan opeens moet je een spurt maken naar het toilet en met golven tegelijk vliegt je hele maaginhoud naar buiten.     
In een mum van tijd ben je een doodziek wrak en je bent te eigenwijs – ondanks het aandringen van je zus en vrienden – om de dokter te waarschuwen.
Immers, na al die ziekenhuisbezoeken kun je even geen witte jas meer zien.
En zo breng je vier dagen al overgevend bij het knipperen met je ogen, met ’s nachts de vreselijkste nachtmerries door de ijlkoortsen, een ribbenkast vol pijn en brandende pijn in je linkerzij en linker onderrug bij elke ademhaling, door. Maar goed, wie eigenwijs verkiest te zijn, moet maar onnodig lijden, nietwaar? Uiteindelijk ben je zo ziek en hap je zo naar adem, dat er niets anders opzit dan toch maar de dokter bellen, want anders vrees je zelfs de volgende morgen niet meer te halen.

Hij komt vrijwel meteen en begint zijn onderzoek.  
Ik zeg hem dat er een rotsblok in mijn maag en op mijn borst ligt en hij onderzoekt mijn buik en maag dan ook grondig. Dan komt hij met zijn stethoscoop en al uitgeput moet ik blijven inademen en het blijkt eindeloos te duren. ‘Ik hoor iets wat niet goed zit in die linkerlong, het lijkt wel een longontsteking’, hoor ik hem mompelen, terwijl ik alleen maar kan denken ‘man, schiet op, ik ben al zo uitgeput’!         
Ik zeg hem dat ik toch helemaal niet verkouden ben en niet hoest en dat dat toch voortekenen moeten zijn. “Het zit hem niet lekker’, zegt hij. En hij laat meteen de trombosedienst aanrukken voor bloedprikken en de apotheek met alvast 2 kuren antibiotica en Prednison. Hij hoopt dat ik hoe dan ook kan trachten de medicijnen binnen te houden, al is het maar drie kwartier!  Intussen heb ik toch mijn twijfels bij zijn diagnose, niks verkouden, niks hoesten! Nee, volgens mij zit er iets niet goed in mijn maag!
Het wordt steeds weer een gevecht tussen mij en het overgeven. Alsmaar probeer ik op het meest rustige moment van mijn doodzieke lijf de medicijnen in te nemen. 1x ging het bijna mis toen mijn maag vijf minuten na inname van de medicijnen enorme pijnlijke en krachtige overgeefstoten teweeg bracht. Maar geluk bij een ongeluk, mijn maag had gewoon geen enkele inhoud meer om naar buiten te werken en dat beetje water met die medicijnen zijn er dan ook gelukkig in gebleven.  
De volgende morgen om 09.00 uur de dokter gebeld op zijn verzoek voor de bloeduitslagen. Hij was ervan geschrokken, het bloedbeeld gaf een forse longontsteking aan en zijn diagnose was dus correct geweest.   Vanmidddag komt hij weer langs, want hij wil het even streng in de gaten houden.
Nu heb ik al heel wat longontstekingen gehad, maar zo agressief, pijnlijk en sneaky, zonder enig voorteken, heb ik een longontsteking nog niet meegemaakt!
 
En ik had nota bene ook nog net mijn bezoek achter de longarts achter de rug! Nu heb ik een nieuwe, nog jonge longarts en ik moet zeggen, van mijn oude longarts moest ik altijd in zo’n apparaat gaan staan en dan kon hij mijn longen zien en het meteen opmerken als er wat aan de hand was. En hij luisterde met ieder bezoek naar mijn longen en o ja, bij de longonderzoeken liet hij altijd zuurstof prikken en ook liet hij regelmatig foto’s maken. Deze nieuwe longarts? Ik zal het nog even aanzien.  1x per jaar zuurstof prikken vindt hij wel genoeg voor al zijn patiënten! Hij kwam me halen en we namen plaats en hij is niet meer van zijn stoel af geweest. Het hele bezoek bestond uit vragen die ik dan moest beantwoorden en zonder enig onderzoek vooraf wijzigde hij 1 van mijn inhalatoren. Nu weet ik wel dat hij de resultaten van mijn longfunctieonderzoeken voor zich had, maar die waren al 2 weken eerder gedaan!
De inhalator Seretide met ontstekingsremmend middel  wijzigde hij dus notabene. Hij gaf daar een andere voor, want die ontstekingsremmer vond hij niet nodig. Nu wil ik hem niet meteen beschuldigen, maar gezien mijn toestand nu, vraag ik mij af of zo’n ontstekingsremmer inderdaad niet nodig is. En o ja, ik kreeg er nog een pilletje bij voor de benauwdheid. Op 17 september a.s. moet ik bij hem terugkomen en dan zal ik hem uitgebreid verslag doen van wat mij nu is overkomen!  Het is nog een erg jonge arts en of dat nu altijd in je voordeel is? Waarschijnlijk mist hij nog de broodnodige ervaring, maar wie weet, de tijd zal het verder uitwijzen.    
Ik weet wel dat ik zijn werkwijze vanaf nu in de gaten ga houden en wanneer ik het echt niet vertrouw, dan ben ik dus zo vertrokken naar een andere longarts. Mijn longen kunnen het zich namelijk niet permitteren om nog meer schade op te lopen dan ze al hebben!         
 
Gelukkig heb ik nog voor 2 maandjes even mijn gouden huisarts en goh, wat gaat er straks een kennis verloren bij het vertrek van die man!  Maar ik begrijp hem wel. Na zo'n dienstbaar leven als arts heeft hij alle recht om nu straks eindelijk tijd aan zichzelf te besteden en zijn eigen dromen te verwezenlijken. Hij heeft de intentie nog zoveel te willen reizen en hij verdient dat dan ook.   
Het zal lang duren voor ik nog een andere arts zo kan vertrouwen als ik hem doe! Hij is niet alleen een goede arts door zijn kennis, maar ook nog een arts die arts is geworden uit roeping. Die nooit te beroerd is om meteen te komen als je hem dringend nodig hebt! Die ook meteen actie onderneemt als hij ziet dat het foute boel is en die actie ook zelf onmiddellijk ten uitvoer laat brengen! Immers, voor ik het wist stond hier de Trombosedienst en de apotheek op mijn stoep.
Ik betreur het nu dat ik hem niet eerder gebeld had. Waarschijnlijk was me dan het leed van zoveel dagen bespaard gebleven! Maar ja, ik ben nu eenmaal eigenwijs geboren en schijn erg hardleers te zijn in het afleren daarvan!      
Dus die vreselijke dagen beschouw ik nu maar als een harde les, die mij de volgende keer hopelijk veel leed zal besparen.          

En vandaag, vandaag is eindelijk mijn beste dag van al die dagen bij elkaar. Ik ben voor het eerst niet misselijk meer en dat alleen al is een enorme winst en maakt je weer een beetje mens en bij de wereld. Mijn leuke dagen heb ik helaas moeten afzeggen en ook de operatie aan mijn hand is door het ziekenhuis met een maand uitgesteld. Intussen kan ik alleen maar proberen te herstellen om alsjeblieft weer gauw mijn oude leventje op te pakken. Vanmorgen voor het eerst een bruin boterhammetje met een vleugje boter en een dun plakje kaas gegeten en ik wist niet meer hoe lekker dat kon smaken! Van elke rustige hap heb ik genoten, want ik heb er alle tijd voor genomen.
Wil koste wat het kost voorkomen dat mijn maag weer in de oude situatie vervalt. En eerlijk is eerlijk, zo rustig je boterhammetje kauwen is heel wat meer genieten dan hap, slik, weg! En o ja, twee zacht gekookte eitjes gegeten, die perfect gegaard waren dankzij het Delfts blauwe zingende ei, dat ik van mijn vriendin Plonie voor mijn verjaardag kreeg! Speelt bij zacht, medium of hard een ander melodietje. Bij een zacht ei speelt het In Holland staat een huis, bij medium 2 emmertjes water halen en bij hard het Wilhelmus. Het is raar, hoe je als je ziek bent kunt verlangen naar dingen als zachte eitjes waar je gewoonlijk nauwelijks naar omkijkt!

Ik kijk naar buiten, het zonnetje schijnt en ik verlang na al die dagen binnen zo naar buiten, maar ik weet dat ik dat nog niet aankan. Ik heb net lucht voor 2 meter. Maar ik ben al dolgelukkig zoals ik mij nu voel, weer een klein beetje op weg van een doodziek vogeltje weer mens te worden.

zaterdag 28 februari 2015

Something to tell: Leren? Het houdt nooit op!

Something to tell: Leren? Het houdt nooit op!: Moeten leren. Zoveel moeten leren! Het begon al op de kleuterschool met zwarte matjes leren vlechten. Waren die matjes niet netjes gevloch...

Leren? Het houdt nooit op!

Moeten leren. Zoveel moeten leren!
Het begon al op de kleuterschool met zwarte matjes leren vlechten.
Waren die matjes niet netjes gevlochten, dan moest je ze weer overdoen, net zolang totdat ze naar de zin waren van zo’n oude kleuterjuffrouw met zo’n strenge knot op haar hoofd.


En na de kleuterschool volgde de lagere school, die je na 6 jaar zou verlaten met een hoofd vol kennis aan taal, rekenen, aardrijkskunde, geschiedenis en nog meer van die verplichte vakken. Je was nog maar net van die lagere school af of je moest alweer naar de volgende school, waar je hoofd nog meer werd overladen met kennis van weer nieuwe vakken.Dacht je na afronding van al je scholen klaar te zijn? Welnee!       
Je ging na school meteen aan het werk en ook bij al je werkgevers moest je weer allerlei cursussen doen om bij te blijven.

Maar al die jaren, wie leerde je alle lessen van het leven?
Wie leerde je omgaan met tegenslagen, verdriet, verlies, afscheid moeten nemen? Wie was je leermeester in het moeten omgaan met de ruwe en soms zelfs wrede kanten van het leven? Geen studieboeken daarvoor, zelfs niet een simpele handleiding!  
Dat rozen doornen hebben, je kwam erachter toen die doornen prikten in je huid.
En dat honing niet altijd zoet proeft, die kennis deed je op toen die honing eens op je tong smaakte als bittere gal. Je bent in diepe dalen gevallen, maar je bent er op eigen kracht altijd weer uitgeklommen. Hoeveel rotsen heb je door de jaren heen niet moeten weghakken, die als een versperring waren op de paden die je liep? Je hebt reeds eindeloze wegen met zoveel hindernissen gelopen, maar gelukkig, je loopt nog steeds. En bij elke halte kijk je weer even achterom en besef je, dat je weer zoveel levenslessen hebt opgedaan en weer een stukje wijzer bent geworden.

Laat ze je vragen wat je geleerd hebt en je zult antwoorden dat je het leven hebt leren leven.        
Dat je je eigen grootste leermeester was van wie je wijze lessen hebt geleerd.
Jouw leerboek voegt nog elke dag een nieuw hoofdstuk toe en wanneer het zich straks naar een einde toeschrijft, dan zal je laatste, belangrijkste les zijn geweest, dat je jouw leven hebt volbracht in al zijn hoogtes en dalen!


------------------------------------------------

zondag 25 januari 2015

WAT IS DAT TOCH IN ONS?


Soms lijkt het me beter om maar geen kranten meer te lezen.
Ik hoef me dan tenminste niet meer op te winden over al die berichten, die regelmatig melding maken van graaiende witte boorden, maatregelen van de regering die de meest zwakke groepen van onze samenleving treffen en nog erger, kennis te moeten nemen hoe wij mensen elkaar afslachten en voor wat?
Voor maar zo’n korte tijd op aarde?      
Wat is het toch in ons mensen, dat ons drijft tot zulke waanzin van elkaar afslachten? Zelfs kinderen en oude mensen worden niet ontzien.
Vernietiging, dat lijkt veel van ons mensen te drijven tot invulling van het leven. En menigmaal vraag ik me af hoe je rustig kunt gaan slapen met zulke wrede daden op je geweten!       
Je medemens angst aanjagen, mishandelen, martelen en vermoorden, hoe voelt zoiets? Geeft het vrede in je hart, stilt het voor even die verbittering en haat in je of vraagt het steeds meer vergelding voor je eigen falen in het leven? Sta je er ooit bij stil hoe je ziel er misschien uitziet na zulke vernietigende daden? Vraag je je ooit af of je misschien eens op een dag zult moeten ondergaan wat je je slachtoffers hebt aangedaan? Het verbaast mij ook steeds weer hoe mensen in naam van God of Allah hun wrede daden vergoelijken! Hoe haal je het eigenlijk in je hoofd op die zetel te gaan zitten en uit die naam zogenaamd recht te spreken? Welke hoogmoed drijft je tot zoiets?

     

‘In elk mens schuilt een duistere zijde’ hoor ik vaak en dat jaagt mij angst aan. Ook in mij? Schuilt er ook in mij iets zwarts, iets duisters? Zou ook ik in staat zijn tot zulke wreedheden? Ik kan het me onder geen beding voorstellen, maar stel je voor dat mijn dierbaren iets zou worden aangedaan? Dan kan ik me best indenken hoe ik wraakgevoelens zou koesteren ten opzichte van de dader(s), dat ik zoveel woede zou voelen dat ik best … ! Maar wraakgevoelens en haat voelen t.o.v. onschuldige mensen, die part noch deel uitmaken van wat mijn dierbaren zou zijn aangedaan? Nee, dat kan ik mij absoluut niet voorstellen! Ik betrap me zelf er soms op dat ik zo kwaad op iemand kan zijn dat ik … ! Maar tot uitvoer brengen van wat ik in mijn woede zou willen doen, zou ik daar werkelijk toe in staat zijn? Waarom zijn wij mensen toch zoals wij zijn? Is er werkelijk weer een wereldoorlog nodig om ons tot bezinning te brengen, onze vernietigingsdrang en onverdraagzaamheid jegens elkaar weer tot bedaren te brengen? Waarom is het, dat wij mensen zo graag rassen willen zuiveren, land willen inpikken dat een ander volk toebehoort, met geweld willen eisen dat een ander ons geloof aanhangt? Zoveel vragen waarop ik maar zo moeilijk een antwoord kan vinden en mij doen graven in mijzelf. Wie ben ik eigenlijk achter mijn naam?


Ik wil geen duistere zijde hebben, maar hoe vaak niet voeren wij oorlogen in het klein? Waar helpen wij mee aan die vernietiging die steeds nadrukkelijker massa’s slachtoffers eist? Is het onze negativiteit die zich als een besmettelijke ziekte verspreidt over de aarde? Immers, we mopperen en klagen over alles en nog wat, het weer, ons inkomen, de politiek, onze carrières die maar niet opschieten, etc. etc.
Zijn we ooit wel tevreden te stellen? Kunnen we ooit wel eens gelukkig zijn met wat we eigenlijk hebben? Ik zoek de antwoorden op mijn vragen in anderen, in mijzelf, in elke nieuwe dag die weer begint. Tracht bij herhaling het drukke verkeer in mijn hoofd uit te schakelen en te leren luisteren naar de stem van mijn ziel. Wat is gelukkig zijn, waar begint gelukkig zijn, hoe voelt gelukkig zijn eigenlijk? Misschien moet ik helemaal geen vragen stellen en gewoon maar elke dag leven, alles laten komen zoals het komt, met de levensstroom meedrijven i.p.v. trachten er tegenin te zwemmen.
Misschien begint het daar, het leven jou laten leiden i.p.v. andersom.

maandag 15 december 2014

Something to tell:

HET KLEINE KAMERTJE

Ik denk opeens terug aan het kleine kamertje in ons oude huis in het centrum van Rotterdam.

Dat kleine kamertje dat fungeerde als opvanghuis en toevluchtsoord voor een ieder die even nergens anders terecht kon. Zoveel mensen hebben mijn kinderogen daar gehuisvest gezien, voor korte of voor lange tijd, met allemaal een eigen verhaal.
Mijn moeders hart was groot. Zij had weliswaar een hard en liefdeloos leven achter zich, maar dat had haar geenszins verbitterd gemaakt. In tegendeel, zij had daarom des temeer te doen met mensen die het moeilijk hadden. Velen wisten dan ook de weg naar haar te vinden, wanneer ze even geen andere uitweg meer zagen. Het kwam niet in mijn moeder op ook maar 1 cent te vragen voor die huisvesting, voeding en andere onderhoudskosten, terwijl we het zelf toch verre van rijk hadden en een extra centje zeker goed hadden kunnen gebruiken.

Ik herinner mij een tante Betty, die vaak door problemen met haar man toevlucht zocht in dat kleine kamertje. Ze werkte in een klein café, waar ik haar tegen etenstijd altijd een pannetje warm eten moest brengen van mijn moeder. Kwam ik dat café binnen, dan riep tante Betty steevast ‘niet opzij kijken, maar regelrecht naar mij toe komen, meissie’. En waagde een man het een blik naar mij te werpen, dan hoorde ik haar hem bits toewerpen ‘voor je kijken, niet naar dat kind’.

Wanneer ze ’s avonds van haar werk kwam, dan gooide ze haar tas ondersteboven op haar schoot om al die muntstukken te tellen, die ze als fooi gekregen had. Soms bleef ze een week, soms korter of langer, maar dat lag eraan hoe gauw zij en haar man hun twist weer bijlegden.

Eens had ze na een ruzie uit pure frustratie een vaas op haar mans hoofd stukgeslagen toen hij lag te slapen, waarna ze voor langere tijd weer bezit nam van ons kleine kamertje.

Meer dan een jaar hebben we ook een tante Marijke met een baby van een paar maanden oud in huis gehad, omdat zij voortdurend mishandeld werd door haar man. In die tijd was er nog geen sprake van blijf-van-mijn-lijfhuizen en dus bood mijn moeder haar een toevlucht in het kleine kamertje. Ik weet nog hoe haar man op een gegeven moment erachter was gekomen waar zij verbleef en op een nacht met een vriend verhaal kwam halen. Hij trapte onze deur in en dreigde mij en mijn zus te ontvoeren als zij niet meteen mee naar huis kwam.

Mijn moedertje van net 1.50 meter lang toonde zich zo dapper, haalde de grote bezem uit ons kelderhok en wist hem en zijn vriend daarmee onder hels kabaal de trap af te jagen. Ik heb nog nooit mannen zo hard een trap af zien rennen.

Na tante Marijke besloot mijn moeder een advertentie te zetten voor een huurster, want we konden een extra centje hard gebruiken. Er kwam een vrouw met een lange vlecht op af, die wij tante Lot noemden. Het was een vreemde, introverte vrouw en al gauw bleek dat zij geen cent bezat en dus al helemaal niet de kamerhuur kon betalen. Mijn moeder had het hart niet haar op straat te zetten en zo bleef tante Lot nog lange tijd bij ons.  Zij negeerde mijn zus en mij echter volkomen en we kregen zelfs geen antwoord als we haar wat vroegen. Mijn moeder vroeg haar waarom ze zo deed tegen mij en mijn zus en ze antwoordde toen doodleuk dat ze niet van kinderen hield.

Mijn moeder zei haar dat wij haar kinderen waren en zij bij ons in huis was en dat ze dus maar genoegen had te nemen met ons. Het zou echter niets veranderen aan de situatie. Gelukkig verdween ze niet veel later na dat incident zo plotseling als ze gekomen was en met de Noorderzon.

Het was een voortdurend komen en gaan van nog heel wat mensen in dat kleine kamertje en als het had kunnen praten, dan zou het heel wat boeiende verhalen te vertellen hebben gehad.

Het oude huis bestaat niet meer, is gesloopt en haar plek is ingenomen door een koud uitziend flatgebouw.  Het kleine kamertje is alleen nog maar een van de vele herinneringen  aan een buurt waar ik van meisje werd tot vrouw.

En mijn moeder, zij is er helaas ook niet meer. In 2009 stierf ze tot mijn grote verdriet door medisch geblunder in het ziekenhuis. Het doet me nog altijd pijn, dat al die mensen die bij haar een liefdevolle toevlucht vonden, nooit en te nimmer haar ook maar iets hebben laten blijken van al was het maar een klein beetje waardering. Zoals ze gekomen waren, verdwenen ze weer, bijna geruisloos eigenlijk, om nooit meer wat te laten horen.

Mijn moeder, zij was een kleine moeder Teresa, die nooit iets terugvroeg, maar het zo gewoon vond klaar te staan voor een ieder die hulp nodig had. Altijd liet ze anderen voorgaan, vroeg nooit iets voor zichzelf en stond zelf altijd als laatste ergens in een rij.

O ja, zeker weten, zij was onze kleine moeder Teresa!