Eergisteren weer een CT-scan ondergaan en gisteren een
looptest moeten doen en daarna naar mijn longspecialist.
Gelukkig vertoonde de CT-scan geen nieuwe uitzaaiingen, dus ik was blij met de
uitslag. Het is toch altijd weer een spannend gebeuren en dus een hele
opluchting als de uitslag goed blijkt te zijn. Ik was in eerste instantie blij,
maar dat werd al meteen de kop ingedrukt door de uitslagen van de looptest en het
zuurstofgehalte.
Mijn longarts schrok daar ontzettend van en vond dat ik nu toch echt aan het
zuurstof moest. Het was een zoveelste tegenslag en de tranen rolden deze keer
toch over mijn wangen. Iedereen zou straks kunnen zien dat ik ziek ben en daar
zit ik helemaal niet op te wachten. Ik was ook boos, want ik had me weken
voorbereid op die looptest door elke dag een stuk te wandelen en alles bleek
uiteindelijk voor niets geweest. Natuurlijk voelde ik zelf ook wel dat het
eigenlijk niet meer ging, maar wat dat betreft ben ik altijd net een
struisvogel die zijn kop liever in het zand steekt.
Een lang gesprek met mijn longarts gehad, waarin hij me probeerde te troosten
door allerlei voordelen van zo’n zuurstofapparaat op te noemen.
Toen ik zei dat ik het vreselijk vond met slangen in mijn neus te moeten
rondlopen, waardoor iedereen zal kunnen zien dat ik wat mankeer, zei hij
doodleuk ‘je moet het zien als een accessoire, je draagt toch ook een sjaaltje,
nou, zo moet je die slangetjes ook zien.’
‘Jeetje’, dacht ik, ‘wat is dat voor vergelijking?’
Maar goed, waarschijnlijk wist hij niets beter te verzinnen om het voor mij zo
aantrekkelijk mogelijk te maken en ik moest toch wel even lachen om zo’n dwaze
vergelijking.
Enfin, er was
uiteindelijk geen ontkomen aan en voor ik nog maar wat kon zeggen belde hij met
de longverpleegkundige. Tjonge zeg, ze lieten er ook geen gras over groeien. Ik
was nog niet thuis of die longverpleegkundige hing alweer aan de telefoon voor
wat verdere gegevens. Vanochtend om klokslag 09.00 uur werd ik al gebeld dat ze
de boel vandaag kwamen installeren.
Nou had die longverpleegkundige me gerustgesteld dat ik een mobiel apparaat zou
krijgen en dat het dus allemaal wel zou meevallen. Mooi niet dus!
Om 13.00 uur stond die installateur dus op mijn stoep met een paar apparaten,
waarvan ik dacht dat die voor een oorlogsslagveld bedoeld waren.
Eens soort grote, witte raket en dan nog een zwarte kast met knoppen en bellen
en lampjes en een 15 meter lange slang (kon ik tenminste lekker vrij mee
rondlopen in huis, zei die monteur olijk). Verder nog een draagbaar apparaat
met ook een lange slang eraan en dat kon ik dan zo gemakkelijk als een
schoudertas dragen, zei hij weer voldaan.
Nou, niks geen schoudertas voor mij, want dat ding bleek loodzwaar, dus dat moet dan maar in mijn maseratirollator, want anders zit ik straks nog met een gehandicapte schouder als extraatje.
Ik zei hem nog dat de longverpleegkundige had gezegd dat ik een mobiel apparaat
zou krijgen, waarop hij zei dat ik die ook erbij kreeg.
Ik vroeg hem wat ik dan met die andere apparaten moest. ‘Nou, die zijn voor thuis’,
zei hij ‘en dat heeft uw longarts voorgeschreven, dus wij doen wat hij zegt en
niet uw longverpleegkundige.
Vervolgens hele verhalen hoe alles werkte, waarvan ik nu al meer dan de helft
vergeten ben.
Gelukkig had hij mij het advies gegeven om een video op te nemen van wat hij
allemaal te vertellen zou hebben, want anders was ik nu al wanhopig geweest.
Kreeg er wel een handleiding bij, maar die is in bruikleen, want anders bleven
ze kopiƫren, zei hij (nou moe, ik heb dus zelf maar het halve boek gekopieerd,
want anders zit ik straks met de gebakken peren en weet ik niet meer wat ik
moet doen). Toen liet hij me nog zien hoe ik gemakkelijk iets kon verwisselen.
Nou, heb ik dus ook nog artrose, dus het werd trek- en duwwerk, maar ik kreeg
het niet voor elkaar. Hij heeft vervolgens dus een handje geholpen en zei toen
opgewekt ‘ziet u wel, hoe gemakkelijk? En anders vraagt u even een buurman om
hulp’.
Die witte raket maar in mijn slaapkamer gezet, want anders is mijn hele
inrichting naar de maan met al dat lelijks.
Kreeg ook nog een sticker op mijn buitendeur voor de brandweer en als
waarschuwing dat mensen niet gaan staan roken voor mijn deur, want dan kan de
boel ontploffen. Mag ook niet meer gezellig een kaarsje opsteken, want dat is
ook vuur en dat is dan gevaarlijk als je zo’n kaars uitblaast. Het idee alleen
al maakt me bang
Energie is al niet te betalen en die apparaten werken allemaal op stroom, dus
tel uit je winst straks.
Gisteren ook nog iets
dols meegemaakt in het ziekenhuis. Sta ik daar aan de balie, omdat ik weer
nieuwe afspraken moest maken en praat die baliemedewerkster wel zo op
fluistertoon dat ik haar bijna niet kon verstaan.
Ik verstond dus alles verkeerd of ik moest weer vragen wat ze zei. Staat ze
opeens op, komt naast me staan en zegt doodleuk ‘u heeft zeker ook nog een
slecht gehoor, want ik zie u steeds liplezen.’
Ik antwoordde haar dat ik gewoonlijk nog wel over een uitmuntend gehoor
beschikte, maar dat ik van al dat zuurstofgedoe helemaal in de war was geraakt.
Ik had eigenlijk gewoon moeten zeggen dat ze eens duidelijk moest leren praten,
maar ja, dat vond ik dan weer zo kwetsend (alsof het niet kwetsend is dat jij
voor liplezer wordt uitgemaakt). Nu ik dit zo zit te vertellen moet ik er
eigenlijk wel erg om lachen.
Nou ja, dat lachen heb ik nu gewoon hard nodig, want ik ben even flink depri en
verdrietig van dat hele zuurstofgedoe.
Steeds moet ik weer een nieuwe drempel over, alsof ik nog niet genoeg
tegenslagen heb gehad. Steeds maar weer
opnieuw een vuilniszak vol rotzooi op mijn hoofd gegooid, hebben ze daar boven
niks anders te doen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten