24 februari 2019
Het zonnetje schijnt, lieve zus, en ik denk aan jou en aan
mama en aan Coby (mijn schoolvriendin vanaf de 2e klas lagere school).
Ik denk aan Lucie, mijn hartsvriendin, en ik stel me voor dat jullie achter
elkaar allemaal komen binnenlopen hier. Even vluchten uit de realiteit en mijn enorme
visualisatievermogen gebruiken om weer even met jullie te zijn, ver weg van
hier. Praten, zoveel te praten hebben we nog en ook zoveel nog om weer smakelijk
te lachen. Ik stel me een grote, ronde tafel voor waar we allemaal gezellig aan
bijeen zitten en we babbelen en lachen erop los. En alles is als voorheen, zo vertrouwd, zo veilig.
Vorig jaar, om deze tijd, was jij er nog Suzette en we hadden
er geen idee van wat ons binnen korte tijd allemaal voor drama te wachten
stond. We maakten zoveel plannetjes en genoten van onze nieuwe huis en de
omgeving en van alle nieuwe contacten die we hier opdeden. We waren blij op
loopafstand van elkaar te wonen, zodat wij op onze oude dag elkaar tenminste
nog konden blijven bezoeken. Waarom het lukte dat we binnen zo korte tijd
allebei in dit complex terecht konden, we vonden het een wondertje! Maar nu, nu
vraag ik me af met welk doel kwamen we hier terecht? Was het omdat het lot al
wist wat ons stond te wachten en ons in elk geval wilde toestaan dan bij elkaar
te mogen zijn?
Ik kon in elk geval elke dag naar je toe, aan je bed zitten, met je babbelen en soms nog even lachen, totdat je niet meer kon praten en steeds verder verzwakte. Toen kon ik alleen nog maar je wangen strelen en je arme hoofd dat al haar mooie haar verloren had. Soms moest ik huilen en dan zei jij ‘niet huilen, niet huilen’. En ik zei je steeds weer wat je voor mij betekend had, hoe waardevol je voor me was en ik bedankte je dan voor alles wat je altijd voor me gedaan had.
Soms neem ik het mezelf kwalijk dat ik die ochtend toch naar die noodzakelijke bestraling ben gegaan. Ik had bij je moeten blijven, had moeten beseffen hoe dicht je het einde al was genaderd. Ik had dan in elk geval je hand kunnen vasthouden en kunnen zeggen dat je niet bang hoefde te zijn, dat alles goed zou komen en dat we elkaar vast gauw terug zouden zien. Maar een uur nadat ik was weggegaan stierf je, helemaal alleen, toen Jan net een kopje koffie voor zichzelf aan het maken was.
Ik kon in elk geval elke dag naar je toe, aan je bed zitten, met je babbelen en soms nog even lachen, totdat je niet meer kon praten en steeds verder verzwakte. Toen kon ik alleen nog maar je wangen strelen en je arme hoofd dat al haar mooie haar verloren had. Soms moest ik huilen en dan zei jij ‘niet huilen, niet huilen’. En ik zei je steeds weer wat je voor mij betekend had, hoe waardevol je voor me was en ik bedankte je dan voor alles wat je altijd voor me gedaan had.
Soms neem ik het mezelf kwalijk dat ik die ochtend toch naar die noodzakelijke bestraling ben gegaan. Ik had bij je moeten blijven, had moeten beseffen hoe dicht je het einde al was genaderd. Ik had dan in elk geval je hand kunnen vasthouden en kunnen zeggen dat je niet bang hoefde te zijn, dat alles goed zou komen en dat we elkaar vast gauw terug zouden zien. Maar een uur nadat ik was weggegaan stierf je, helemaal alleen, toen Jan net een kopje koffie voor zichzelf aan het maken was.
En ik vraag me af hoe je dat beleefd hebt, was je
bang of net zo dapper als je altijd was geweest? Ik denk het laatste, o ja, net
zo dapper als mama destijds.
En
misschien heb je wel gewacht totdat wij allebei niet aanwezig waren, zodat wij het
voor jou niet moeilijker zouden maken dan het al was.
Soms, eerlijk gezegd, ben ik ook wel boos op jullie. Vreemd is dat, alsof jullie het zelf voor het zeggen hadden, wat een kronkel moet ik dan toch in mijn bovenkamer hebben. Maar ja, dan ben ik dus even boos, gewoon omdat jullie zomaar zijn weggegaan, mij hier helemaal alleen achterlatend. En elke dag wakker worden is een beproeving, beseffen dat jullie er niet meer zijn, weg is mijn vertrouwde basis en wat is er nu nog dan met de moed der wanhoop mijn eigen gevecht in mijn uppie te moeten voeren?
Soms, eerlijk gezegd, ben ik ook wel boos op jullie. Vreemd is dat, alsof jullie het zelf voor het zeggen hadden, wat een kronkel moet ik dan toch in mijn bovenkamer hebben. Maar ja, dan ben ik dus even boos, gewoon omdat jullie zomaar zijn weggegaan, mij hier helemaal alleen achterlatend. En elke dag wakker worden is een beproeving, beseffen dat jullie er niet meer zijn, weg is mijn vertrouwde basis en wat is er nu nog dan met de moed der wanhoop mijn eigen gevecht in mijn uppie te moeten voeren?
Het is nu bijna de 27e en dan moet ik naar het
ziekenhuis voor de uitslag.
Ik zie er tegenop, temeer daar mijn longarts per 15 februari daar ontslag heeft genomen. Die man gaf mij altijd zoveel vertrouwen en had me beloofd samen met mij de strijd aan te gaan. En nu, nu is hij weg en krijg ik straks met een vreemde peer te maken, die ik helemaal niet ken en om daar nu een uitslag van te vernemen. Ik moet altijd eerst vertrouwen in een arts krijgen en er een klik mee hebben alvorens ik mijn mond opendoe. Die opvolger schijnt in elk geval uit het Erasmus MC te komen en tja, die radiografiearts komt ook uit het Erasmus en dat is zo’n rare pief. Het is een Belg en dat geeft allemaal niks, maar die man is niet te verstaan en zo vreselijk zakelijk, dat ik vaak denk dat hij meer bezig is met de statistieken bijhouden dan met mij als patiĆ«nt. Heeft ook totaal geen humor, maar ja, misschien hebben Belgen een ander soort humor. Vorige week was ik bij hem en maar druk met alles wat ik zei in die computer verwerken. Toen hij daar eindelijk mee klaar was vroeg hij me ‘ik zal u nog even onderzoeken of vindt u dat niet nodig?’ Nou moe!!!! Ik zei hem dat het er niet omging of ik dat nodig vond maar wat hij als arts voor mij nodig vond. Enfin, toen volgde er even een bliksemonderzoek! Hij zei me wel dat die opvolger van mijn longarts ook een aardige man was, maar ik vroeg me af of hij wel in staat was met zijn vreemde inslag om dat te kunnen beoordelen. Maar goed, ik mag niet te negatief zijn, immers, ik heb tijdens mijn verblijf daar ook hele goede en lieve artsen meegemaakt. En ze hebben uiteindelijk wel mijn leven gered toen het helemaal misging na die eerste longoperatie.
Ik zit wel in tweestrijd wanneer de uitslag woensdag negatief uitpakt, want wat moet ik dan? Weer aan de chemo en aan de bestralingen? Eerlijk gezegd, ik heb daar geen zin meer in. Moet er niet aan denken me weer zo vreselijk beroerd te voelen, zo ontzettend ziek. En de vraag is wat het eigenlijk voor zin heeft? Ook Suzette kreeg chemo en bestralingen en binnen korte tijd stierf ze. En ik heb in het verleden zoveel afscheid moeten nemen van mensen met dezelfde ziekte. Voor ik de diagnose kreeg voelde ik me prima. Ja, ik merkte wel dat ik steeds meer kortademiger werd, maar ik schreef dat toe aan mijn COPD. Maar in elk geval, ik kon er mee leven en als ik er dan aan denk hoe een wrak ik was tijdens die chemo en bestralingen, brrr!
Ik vraag me ook steeds meer af of al die giftige troep die in mijn lijf gespoten wordt niet meer schade zal toebrengen dan de schade die ik al heb? En buiten dat, wie heeft longkanker met uitzaaiingen ooit overleefd? De statistieken geven zo een somber beeld en moet ik dan de tijd die ik eventueel nog zou hebben verdoen met me steeds doodziek voelen? Het is echt een dilemma voor me wanneer ik voor die keus kom te staan. Maar hoe dan ook, laat ik toch maar van een goede uitslag uitgaan. Die Belg heeft wel gezegd dat als de uitslag goed zou zijn ik toch nog jaren onder controle zal moeten blijven om te checken of het niet terugkomt. Nou, dan zit je dus ook elke controle weer in spanning.
Eerlijk gezegd, soms ben ik zo moe van het leven, elke keer weer nieuwe ellende, nieuwe tegenslagen, weer verdriet, weer sterk moeten zijn om dat allemaal aan te kunnen.
En dat gemis, dat elke dag moeten missen van mijn meest waardevolle dierbaren, ik vind dat zo moeilijk.
Ik zie er tegenop, temeer daar mijn longarts per 15 februari daar ontslag heeft genomen. Die man gaf mij altijd zoveel vertrouwen en had me beloofd samen met mij de strijd aan te gaan. En nu, nu is hij weg en krijg ik straks met een vreemde peer te maken, die ik helemaal niet ken en om daar nu een uitslag van te vernemen. Ik moet altijd eerst vertrouwen in een arts krijgen en er een klik mee hebben alvorens ik mijn mond opendoe. Die opvolger schijnt in elk geval uit het Erasmus MC te komen en tja, die radiografiearts komt ook uit het Erasmus en dat is zo’n rare pief. Het is een Belg en dat geeft allemaal niks, maar die man is niet te verstaan en zo vreselijk zakelijk, dat ik vaak denk dat hij meer bezig is met de statistieken bijhouden dan met mij als patiĆ«nt. Heeft ook totaal geen humor, maar ja, misschien hebben Belgen een ander soort humor. Vorige week was ik bij hem en maar druk met alles wat ik zei in die computer verwerken. Toen hij daar eindelijk mee klaar was vroeg hij me ‘ik zal u nog even onderzoeken of vindt u dat niet nodig?’ Nou moe!!!! Ik zei hem dat het er niet omging of ik dat nodig vond maar wat hij als arts voor mij nodig vond. Enfin, toen volgde er even een bliksemonderzoek! Hij zei me wel dat die opvolger van mijn longarts ook een aardige man was, maar ik vroeg me af of hij wel in staat was met zijn vreemde inslag om dat te kunnen beoordelen. Maar goed, ik mag niet te negatief zijn, immers, ik heb tijdens mijn verblijf daar ook hele goede en lieve artsen meegemaakt. En ze hebben uiteindelijk wel mijn leven gered toen het helemaal misging na die eerste longoperatie.
Ik zit wel in tweestrijd wanneer de uitslag woensdag negatief uitpakt, want wat moet ik dan? Weer aan de chemo en aan de bestralingen? Eerlijk gezegd, ik heb daar geen zin meer in. Moet er niet aan denken me weer zo vreselijk beroerd te voelen, zo ontzettend ziek. En de vraag is wat het eigenlijk voor zin heeft? Ook Suzette kreeg chemo en bestralingen en binnen korte tijd stierf ze. En ik heb in het verleden zoveel afscheid moeten nemen van mensen met dezelfde ziekte. Voor ik de diagnose kreeg voelde ik me prima. Ja, ik merkte wel dat ik steeds meer kortademiger werd, maar ik schreef dat toe aan mijn COPD. Maar in elk geval, ik kon er mee leven en als ik er dan aan denk hoe een wrak ik was tijdens die chemo en bestralingen, brrr!
Ik vraag me ook steeds meer af of al die giftige troep die in mijn lijf gespoten wordt niet meer schade zal toebrengen dan de schade die ik al heb? En buiten dat, wie heeft longkanker met uitzaaiingen ooit overleefd? De statistieken geven zo een somber beeld en moet ik dan de tijd die ik eventueel nog zou hebben verdoen met me steeds doodziek voelen? Het is echt een dilemma voor me wanneer ik voor die keus kom te staan. Maar hoe dan ook, laat ik toch maar van een goede uitslag uitgaan. Die Belg heeft wel gezegd dat als de uitslag goed zou zijn ik toch nog jaren onder controle zal moeten blijven om te checken of het niet terugkomt. Nou, dan zit je dus ook elke controle weer in spanning.
Eerlijk gezegd, soms ben ik zo moe van het leven, elke keer weer nieuwe ellende, nieuwe tegenslagen, weer verdriet, weer sterk moeten zijn om dat allemaal aan te kunnen.
En dat gemis, dat elke dag moeten missen van mijn meest waardevolle dierbaren, ik vind dat zo moeilijk.
Het zonnetje blijft hier schijnen en het lijkt nu al lente te
worden.
Ben even naar buiten geweest en het is heerlijk weer en ik herinnerde me ….
Ze zeggen dat je de herinneringen moet koesteren, maar ik vind ze eigenlijk alleen maar pijn doen. Weten dat wat was nooit meer terugkomt, dat het definitief voorbij is, dat je de tijd met geen mogelijkheid kan terugdraaien.
Kijken ze ooit nog weleens over hun schouder naar wat ze achterlieten?
Ben even naar buiten geweest en het is heerlijk weer en ik herinnerde me ….
Ze zeggen dat je de herinneringen moet koesteren, maar ik vind ze eigenlijk alleen maar pijn doen. Weten dat wat was nooit meer terugkomt, dat het definitief voorbij is, dat je de tijd met geen mogelijkheid kan terugdraaien.
Kijken ze ooit nog weleens over hun schouder naar wat ze achterlieten?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten