Het was weer bal met Ingrid Noppen gisteren. Moest me gisteren op de dagverpleging melden voor een behandeling.
Was een kwartier
eerder in het ziekenhuis, dus er kon gelijk begonnen worden. Ik al blij, des te
eerder kon ik dan naar huis. Enfin, eerst allerlei metingen. Blijk ik verdikkie
koorts te hebben, 39 graden. Nou moe, 'hoe ik me voelde. Ik zei dat ik me niet
ziek voelde. Nu had ik die avond ervoor van die rare koude rillingen en ben
toen vroeg naar bed gegaan. Ander meetapparaat dan. Zelfde laken een pak. Moest
eerst mijn longarts geraadpleegd worden! En het duurde en het duurde.
Enfin, ik
lag daar te wachten en zag opeens iets onder mijn linkerschoen bungelen. Wat
was dat? Bij nader onderzoek bleek de zool er voor de helft vanaf te liggen. Kijk
ik naar mijn rechterschoen, zelfde laken een pak. Nou moe! Zie ik dat de
stiksels van mijn linkerschoen aan de bovenkant ook nog losraakten en kwam mijn
grote teen met rode nagellak er bijna doorheen. Hoop niet dat het de verpleging
was opgevallen, want dan zullen ze wel gedacht hebben ‘wat een armoedzaaier.’
Maar gauw mijn jas er overheen gegooid. Nu wilde ik helemaal gauw naar huis natuurlijk, want jeetje, dat zat me niet lekker. Straks had ik geen schoen meer om op te lopen!
De verpleging intussen maar meten en vragen hoe ik me voelde!
Ze vonden het een hele rare zaak, temeer daar mensen met 39 graden toch wel een
zieke indruk moesten maken. Ik zei dat ik nu eenmaal een raar lijf had dat altijd
anders reageert dan gewoonlijk bij andere mensen. Na ongeduldig gewacht te
hebben werd er eindelijk toch groen licht gegeven en kon de behandeling
beginnen. Die duurde slechts een kwartiertje, dus ik al blij, kon ik lekker
naar huis waartoe ik al aanstalten maakte. Nee, nee, dat ging zomaar niet. Ik
mocht nog niet weg. Er zat dus niets anders op dan andere patiënten dan maar vrolijk
uitzwaaien.
Steeds als er een zuster kwam veerde ik op, maar kon haar alleen weer gauw zien
vertrekken. Uiteindelijk kreeg ik een lunch aangeboden. Nou, die was zeer
uitgebreid met soep vooraf en allerlei extra’s, blokjes kaas, schijfjes komkommer (ze dachten
natuurlijk ‘wat een zielenpoot met zulke schoenen, die kan misschien geen eten
kopen’!!). Nadat ik die naar binnen had gewerkt was het weer wachten. Maar
gelukkig, eindelijk kreeg ik dan toch na weer een meting eindelijk de verheugende
mededeling dat ik naar huis mocht. Ik had zo’n haast dat ik bijna met
zuurstofapparaat en al van het bed viel. Met die flipflapschoenen zo’n beetje naar
mijn auto gesloft en maar hopen dat die zolen er niet helemaal vanaf vielen.
In mijn auto zat ik te denken hoe het toch kwam dat ik met
die 39 graden koorts er niet bijzat als een verzopen kat.
En opeens ging mij een lichtje op. Ik krijg natuurlijk levenslang 3x per week speciale
antibiotica (is speciaal voor longpatiënten) die eventuele infecties/ontstekingen
etc. tegen moet gaan. Vandaar natuurlijk dat die antibiotica meteen aan de gang
is gegaan om vijandelijke indringers te lijf te gaan.
Ik moet zeggen dat die antibiotica altijd goed hun werk doen.
Thuisgekomen meteen die rot schoenen in de vuilniszak gegooid. Nou ja, mag ik
eigenlijk niet zeggen, want ze hebben me wel meer dan twee jaar regelmatig
overal naar toe gebracht. Dus enige dankbaarheid is wel op zijn plaats, Ingrid Noppen.
Waren mijn lievelingsschoenen, want ze liepen altijd zo heerlijk.
Net belde het ziekenhuis weer hoe het nu met me gaat en vroegen ze of ik mijn koorts had gemeten. Ik moest dat eerlijk gezegd ontkennen en ook niet aan gedacht omdat ik me nog steeds goed voel. Nu bellen ze over een half uur weer en moet ik intussen gaan meten. Net gedaan en netjes 36.5 graden. Keurig toch? Morgen weer naar het ziekenhuis, want ik moet als test 10 capsules met een nieuw medicijn ophalen. Kijken hoe die de komende 10 dagen werken!