dinsdag 30 oktober 2018

LIeve zus


Dinsdag, 30 oktober 2018



Gisteren vanaf 09.00 uur in de weer geweest.
Het taxibedrijf kwam pas om 09.38 uur, zodat al mijn afspraken in Erasmus Dordrecht en Erasmus Rotterdam uitliepen en ik alle instanties weer opnieuw moest bellen, alsmede ook dat andere taxibedrijf. 
Overal kwam ik vervolgens flink te laat. 
In het Erasmus MC Rotterdam hielp zo’n vrijwilliger me waar ik moest zijn. Vervolgens zat ik daar al meer dan een half uur, vond het wel erg lang duren en ben eens gaan vragen aan de balie. Daar bleek dat ik helemaal op de verkeerde afdeling zat en ik moest weer helemaal naar beneden. Gelukkig kon ik met een man meelopen die ook verkeerd zat en die was zo lief zich aan mijn tempo aan te passen.
Me daar gemeld en de baliemedewerkster wees me waar ik moest zitten. Dus braaf daar gaan zitten. Na een 20 minuten  kwam opeens de dokter en zei dat ik in het vervolg beter helemaal achteraan kon zitten, want hier hoorde ik mijn naam niet. Nou moe!! Maar goed, hij vroeg hoe het ging en ik vertelde de klachten die ik had, zoals aanbevolen door de radiotherapeuten, en zijn vingers tikten vervolgens waarschijnlijk al mijn klachten in op zijn toetsenbord.
Enfin, dat was het dan, binnen 5 minuten stond ik alweer buiten.

Dus hup naar beneden naar de wachtkamer voor taxi’s om de taxi te bellen. Was meer dan een half uur bezig om ze te bereiken, want of ze namen niet op of de verbinding werd verbroken.

Ten einde raad, inmiddels al helemaal verkleumd (het is ijskoud in die wachtkamer) en oververmoeid, belde ik mijn verzekering (duurde ook weer een tijd, want ook steeds de melding dat de wachttijd zoveel minuten bedroeg)  en deed mijn relaas. De medewerkster zou uiteindelijk proberen contact op te nemen en mij vervolgens terugbellen.
Inderdaad belde ze na twintig minuten op dat ze Van de Pol meteen te pakken had gehad en dat het Taxibedrijf erg hulpvaardig was en haar best deed mij zo goed mogelijk te helpen. Maar guttegut, ze waren al een keer langs geweest en ik stond er niet en dus waren ze weer weggegaan, want ik had gebeld dat het allemaal uitliep!!!??? En ik had eigenlijk een taxi besteld oom 14.00 uur????!!! Mijn mond viel open van verbazing. Nota bene, toen ik afgelopen vrijdag belde om mijn rit naar huis bij ze te reserveren kon dat volgens hen niet, want ze wisten nooit hoe lang de mensen bezig waren in een ziekenhuis. En nu doodleuk tegen mijn verzekering zeggen dat ik een taxi om 14.00 uur besteld had en dat ze al eerder tevergeefs waren geweest???!!!
Op dat tijdstip was het 13.05 uur inmiddels en ik zou dus nog bijna een uur moeten wachten. Ik was zo boos om dat hele fantasieverhaal van die Van de Pol dat ik helemaal over mijn toeren raakte. Maar goed, niks aan te doen, ze zouden pas om 14.00 uur komen nu. Hield dat mens van mijn verzekering nog een lief verhaal over de chauffeur, dat die er straks niets aan zou kunnen doen, blabla, ja, dat begreep ik zelf ook wel, dat hoefde ze mij niet voor te kauwen. Die chauffeurs zijn aardig genoeg, maar die centrale van Taxibedrijf Van de Pol in Woerden, dat is een groot drama!
De chauffeur kwam dus eindelijk om 14.10 uur en vond het allemaal vervelend voor me. Hij bood zelfs nog aan om ergens te stoppen, zodat ik op zijn minst een broodje kon kopen, maar door alle zenuwen had ik al helemaal geen trek in eten. Ik was alleen maar doodmoe en wilde maar 1 ding, zo gauw mogelijk nog even bij mijn doodzieke zus zijn. De chauffeur reed ook nog 2x verkeerd, waardoor de rit nog langer duurde, maar misschien kwam dat wel door mijn verdrietige toestand waardoor hij enigszins de kluts kwijtraakte.

Toen ik om 15.15 uur eindelijk thuis was, gauw wat gedronken en meteen naar mijn zus gegaan, want hoe moe ook, ik wilde gewoon weer even bij haar zijn.. Ze had bezoek van de nicht van mijn zwager en haar man, die doodstil aan haar bed zaten. Ze lag met haar ogen dicht, haar wangen alweer wat meer ingevallen en toen ze mijn stem hoorde, opende ze haar ogen en was zichtbaar blij me te zien. Haar stem klonk zwakker dan ooit.
Daar de dokter was geweest vroeg ik haar wat die had gezegd. En ze zei dat de dokter weer had gevraagd of ze wel wist dat ze niet lang meer te leven had.
Ze zei ook nog dat ze het vervelend vond dat ze haar dat bij elk bezoek inwreef. Ik zal dat dus tegen mijn zwager zeggen, zodat hij dat met die dokter kan bespreken.
Gisteren nog zei ik tegen Suzette dat er op 12 december weer kerststukjes konden worden gemaakt in het complex en dat wij er deze keer niet bij konden zijn. En ze zei ‘o, maar dat vind ik leuk, dat is pas over twee maanden en dan kan ik misschien in de rolstoel erheen’. Ze hield zelf dus duidelijk nog hoop en dan komt die arts steeds maar met dat voor haar vervelende bericht.
Ik laat haar die hoop, maar ik zie ook wel dat ze elke dag zwakker en zwakker word en steeds magerder. Ze kan helemaal geen eten of drinken meer binnenhouden en ze valt voortdurend in slaap door de zware medicijnen.
Waar zijn die sprankelende twinkels in je ogen gebleven, lieve zus?
Ik streel steeds weer je kale hoofd en voel hier en daar al wat eerste stekeltjes en dan zeg ik je dat je haar al bezig is terug te komen.
Je mooie, dikke haar, waar is het gebleven, lieverd?

Soms leg ik mijn wang heel dicht tegen de jouwe om zo dicht mogelijk bij je te zijn en soms geef je mij dan een heel zwak kusje. Ik zeg keer op keer hoeveel ik van je hou en hoe dierbaar je me bent en dat waar ik ook ga je in mijn hart bent. En dan zeg je zo zwakjes ‘dat is toch wederzijds’.
Ach, mijn lieve, lieve zus, niemand kan zich ook maar voorstellen hoe kapot mijn hart is van verdriet om jou. Al die wanhoop en die onmacht die ik voortdurend voel zo weinig voor je te kunnen doen. Ik zou mijn leven voor je geven, lieverd, en als het kon zou ik alles van je overnemen.
Drie weken lang hebben we mama toen samen zwaar zien lijden en nu moet ik voor de tweede keer aanzien hoe wat mij zo dierbaar is langzaam ten ondergaat in zulk zwaar lijden. Mijn ogen zijn gezwollen van het huilen, maar ik kan er niets aan doen, het blijft maar uit mijn ogen lopen en er is niemand, niemand die eens een keer een wondertje kan doen. Een wondertje voor jou, lieverd.

Weer wacht ik op de taxi die om 11.15 uur moet komen. Ik heb er zo genoeg van, elke dag diezelfde rit op en neer met alle zenuwen door dat taxibedrijf. Nog 21 keer te gaan.
Soms, lieve zus, wil ik het bijltje erbij neergooien, wil ik straks gewoon samen met jou die weg naar die andere kant gaan. Hand in hand kunnen we alles aan, lieverd!



woensdag 24 oktober 2018

Vandaag



woensdag, 24 oktober 2018



Vanmorgen weer bij je geweest. Heb even jouw medicijnen opgehaald bij de apotheek, want Jan moest jullie bedden afbreken omdat jij op een speciaal hoog-laagbed moet van de thuiszorg (voor hun rug!). 
Jan is ook zo oververmoeid en wat een respect heb ik voor hem, hij doet alles zonder klagen en niks is teveel voor hem om het jou allemaal zo gemakkelijk mogelijk te maken. Hoe hij in zijn eentje de bedden heeft moeten afbreken en heeft moeten versjouwen, goh, wat heb ik met hem te doen. Zijn bed staat nu in jullie woonkamer, want zo heeft de thuiszorg alle ruimte om met jou bezig te zijn.
Jullie hebben met elkaar al zo’n 53 jaar een lot uit de loterij, hoor, en ik vraag me ongerust af hoe het straks met Jan moet als jij bij ons wordt weggerukt.
We zullen zo’n leegte voelen en hoe helpen we elkaar dan nog?
En kerstmis? Je bent altijd - net als mama was – zo dol op kerstmis. En hoe vieren we ooit nog die dagen zonder jullie?

Gelukkig krijgen jullie nu thuiszorg en gelukkig, je vindt die verpleegsters schatjes, want ze zijn zo lief voor je en proberen het je zo comfortabel mogelijk te maken. Je wordt magerder en magerder en ik zie dat met lede ogen en verdriet aan.
De eiwitdrankjes mag je ook al niet meer hebben, want die zijn te machtig voor je maag. Gisteren hebben ze ook een katheter geplaatst, want gewoon plassen lukte niet meer en je krijgt nu regelmatig klisma’s voor je ontlasting.
En je ondergaat het allemaal zo dapper en je ligt daar zo gelaten en zonder klagen. En Jan vertelde dat je vandaag 2 aardbeitjes had gegeten en hij was daar al zo blij mee.

Je baart ons wel zorgen omdat je steeds meer dingen ziet en stemmen hoort die er niet zijn. De dokter was wat bang voor een delier, maar zolang je het nog benoemen kan is het nog niet echt verontrustend, zei ze. Misschien komt het ook wel door die zware medicijnen, wie zal het zeggen?
Je krijgt nu hele zware morfine toegediend waardoor je steeds in slaap valt en dan zit ik stilletjes bij je, met je hand in de mijne en ik streel je gezicht en dan lijk je zo rustig. Ik heb je kale koppie gestreeld en ik voelde al heel wat nieuwe, piepkleine stekeltjes opkomen en je bent daar al zo trots op. Met weemoed denk ik terug aan je mooie, dikke haar, heb je van mama geërfd en je vond het vreselijk toen dat eraf moest.

Zelf ben ik al aan het aftellen met de bestralingen, alhoewel, ik sta natuurlijk pas aan het begin. 6 gehad en nog 24 te gaan! Elke dag op en neer van Schoonhoven naar Dordrecht en wat ben ik dan blij als het weekend is en ik even vrij heb. Je leert de patiënten, die daar net als jij regelmatig moeten komen, al aardig kennen en je praat met elkaar en maakt grapjes en intussen werken we ook nog gezamenlijk aan die vreselijk moeilijke legpuzzel, die ze daar in de wachtkamer voor ons hebben. Zoveel groen en geel dat we er tureluurs van worden en we zijn dan ook  dolgelukkig als we weer een stukje hebben kunnen leggen en bazuinen dat dan trots de ruimte in. Het is heel confronterend mensen met dezelfde ziekte mee te maken, maar het geeft ook iets van steun, wetend dat jij niet de enige ben en dat we allemaal voor hetzelfde staan!
De chauffeurs van de zorgtaxi leer ik onderhand ook al aardig kennen en dat is wel fijn, want dat geeft op den duur iets vertrouwds.
Het is wel belastend elke dag zo’n rit te moeten maken, want je kan voor de rest al helemaal niets meer doen op zo’n dag. En afspraken plannen met andere hulpverleners zoals de fysio en de logopedist e.d. is al helemaal niet eenvoudig. Dan moet je tussendoor ook nog vaak naar het IJssellandziekenhuis en probeer dat dan allemaal goed te plannen.
Intussen heeft de radioloog me codeïne voorgeschreven, die ik een uur voor de bestralingen steeds moet innemen, want ik kreeg eergisteren opeens te maken met een vreemde blafhoest. Hij heeft me ook een zalf voorgeschreven voor het branden op mijn borst wat door die bestraling veroorzaakt wordt en dat werkt wel bevrijdend.
Overigens vind ik dat bestralen toch wel lang duren, zo’n 20 minuten elke keer, terwijl van tevoren ik van mensen hoorde dat bestralen maar een paar minuutjes duurt. Zo zie je maar weer, je moet niet altijd luisteren naar de verhalen van andere mensen, want dan wordt het een teleurstelling.
Je moet 20 minuten doodstil liggen en ja hoor, het zit natuurlijk tussen je oren, maar dan krijg je opeens jeuk hier en jeuk daar, maar je kan niet krabben.

Maar voor vandaag heb ik het weer gehad, eindelijk weer thuis, een hapje gegeten en nu lekker uitrusten.



vrijdag 19 oktober 2018

Weer zo'n dag!


woensdag, 17 oktober 2018
De misselijkheid en het overgeven gaat nu wel, zeg je. Het is die pijn, die afgrijselijke pijn in al je botten die je nu hebt bij elke beweging. Je kan al niet meer lopen en in eten heb je helemaal geen zin meer. Je drinkt wat versterkende eiwitdrankjes, dat is alles. Je wordt met de dag kortademiger en praat moeilijk en door al die medicijnen versuft. Ik wil je helpen, maar ik weet niet hoe, voel me zo verdomde machteloos en voel soms zo’n intense woede om wat je allemaal moet doorstaan. En ik kan niets doen, helemaal niets dan er alleen maar voor je zijn.
Al dagenlang kan ik alleen maar huilen en huilen. Ik wil dat niet, maar het blijft zomaar uit mijn ogen stromen en er is geen ophouden aan. Ik denk aan hoe moedig jij bent, hoe zonder klagen je alles doorstaat en als ik negatief ben of opstandig, dan zeg je ‘je mag niet zo negatief zijn’ of ‘dat mag je niet zeggen’ of ‘er zijn natuurlijk ook nog zoveel andere mensen die net zo lijden’.. Precies je moeder, alles wordt gerechtvaardigd, alles weer recht gepraat wat zo krom is als een hoepel. Ik kan niet zijn zoals jij en mama, ik kan alleen maar zo boos zijn, vind het allemaal zo oneerlijk en wreed. Mijn eigen ziekte kan ik accepteren en ik ben sterk genoeg om dat te dragen. Maar jou, mijn dierbare zus zo te zien lijden en te creperen van de pijn, ik kan dat niet aanvaarden.
Zo een bescheiden en lief mens dat aan te doen, ik vind het onaceptabel.
De dokter vroeg je hoe je dacht over bepaalde dingen wat betreft je levenseinde, en ze doelde op euthanasie en nog andere middelen en jij vroeg mij weer wat ik daarvan dacht. En ik heb je gezegd dat ik niet wil dat je ondraaglijk moet lijden, dat als jij het niet meer kan opbrengen je mag gaan en niet hoeft te blijven voor ons. Het is jouw lijden en het moet jouw beslissing zijn. Ik zal je zo missen, mijn leven zal zo afgrijselijk leeg worden, maar liefde betekent ook weleens moeten loslaten. Ik wil gewoon niet dat je ondraaglijk moet blijven lijden!

Ik heb inmiddels 2 bestralingen achter de rug en vandaag wordt het de derde en ik ben al aan het aftellen. Dan nog 27 stuks te gaan en dus nog 27 dagen op en neer naar dat Dordrecht. Heel vervelend allemaal, want je kan geen afspraken maken, krijg de tijdschema’s altijd op het laatste nippertje door en dan moet je ook nog komen op die rare filetijden. Als je belt of het niet op een andere tijd kan, dan kan dat niet. Je moet je er allemaal maar in schikken.
Zelfs als ik onder dat kolossale bestralingsgeval lig, dan moet ik aan Suzette denken en blijven de tranen maar uit mijn ogen stromen, ik kan er niets aan doen.
Ik probeer me voor te stellen dat ik op de golven van de zee lig om mezelf zodoende af te leiden, maar steeds weer komt dat beeld van Suzette op mijn netvlies. Iedereen zei dat bestralen maar een paar minuutjes duurt, maar het duurt wel 20 minuten en dat vind ik best lang. Ik vind het best een eng idee dat al die straling mijn lichaam ingaat en dan dat kolossale geval dat om me heen draait, een beetje angstig allemaal. En ja, dan gaat het malen en malen in je hoofd! Vaak ben ik zo moe van het denken alleen al en maar geen uitweg zien uit die onophoudelijke nachtmerrie.

Komen die chauffeurs van die zorgtaxi ook al zo kort aan in de tijd waardoor je de hele rit weer met de zenuwen zit of je wel op tijd komt.
Gisteren was de chauffeur ook nog eens 8 minuten te laat en koos hij gelukkig de veerpont, zodat we de file bij Rotterdam konden vermijden.
Soms vraag ik me af waarom ik het allemaal nog doe, ben gewoonweg zo moe van alles. En dan bedenk ik me weer dat ik zo niet mag denken, want Suzette had zo graag deze kans nog gehad! Hoe ironisch allemaal. Ik zou zo met haar ruilen als dat in mijn macht lag, ik had haar die kans zo met heel mijn hart gegund. Zij heeft zoveel meer om voor te leven dan ik. Ja, dat is echt zo.
En ik maak me ook zorgen om mijn zwager Jan straks. Hij heeft al gezegd dat ook hij het dan niet lang meer zal maken, dat hij dood zal gaan van verdriet.
Die twee zijn ook zo met elkaar verweven. Zijn al zo’n 53 jaar samen en net een Siamese tweeling. Hoe moet dat straks toch allemaal? Zoveel zorgen aan mijn hoofd en zoveel verdriet en elke dag bij het wakker worden besef ik dat de nachtmerrie voortduurt en voortduurt.

Om 13.15 uur komt ook nog de logopediste, moet ik weer aan het werk met mijn stem. Die is gelukkig al wel een stuk sterker en ik heb weer hoop mijn stem enigszins terug te krijgen. Ik mag ook niet meer mijn stem forceren door harder te praten dan ik kan, want dat is helemaal funest omdat je dan gebruik maakt van je valse stembanden en dan wordt het alleen maar slechter en slechter. Met die oefeningen ben ik net een Aboriginal, ik moet dan door een buis in een fles water met allerlei klanken bubbelen met een juist gebruik van mijn ademhaling. Ik ademde altijd veel te hoog en zij leert mij met de fysio samen nu vanuit mijn buik te ademen en dat is best nog moeilijk, hoor. Je moet er steeds op letten, want anders gaat het weer mis. Maar volgens hen wordt heet straks automatisme, nou, laten we dat hopen!
Zo, dat was dan weer het laatste nieuws nu vanuit hier. Natuurlijk nooit meer wat leuks te vertellen, maar het is niet anders.
Tegen beter weten in hoop ik nog altijd op een wonder, een wonder voor mijn lieve zus, meer heb ik niet nodig!

zondag 14 oktober 2018

Ik kan je nog lang niet missen!


zondag, 14 oktober 2018

Weer werd ik wakker vanmorgen en je spookte meteen door mijn wanhopige en warrige hoofd. En waar kan ik schuilen voor elke ellendige dag die weer komt?
Ik wil bellen hoe het met je gaat, maar dan ben ik zo bang te horen dat het nog slechter met je gaat en dat je weer meer pijn hebt.
Als ik bij je ben, dan kan ik niets anders doen dan je hand vasthouden of je al broze huid strelen en je zeggen hoeveel ik van je hou.
En jij ligt daar alleen maar met zoveel pijn en onder de verdovende medicijnen, zo stilletjes en als altijd zo bescheiden en zonder klagen. En soms, soms maak je zelfs nog een grapje en soms zing je heel even.

Ach lieverd, ik zou met je willen ruilen opdat je misschien nog een kans zou maken, maar wie ben ik dan? Zo een nietig, klein mens die alleen maar machteloos kan toezien hoe ze het weinige, zo dierbare, zal moeten verliezen.
Niets is je nog gegund dan alleen maar moeten lijden. Je had nog zo graag een laatste cruise willen maken, een laatste keer uit eten willen gaan met ons drietjes, maar zelfs die bescheiden wensen werden je niet toegestaan.
Ik kan je niet vertellen hoeveel verdriet het me doet je zo te zien. Binnen een mum van tijd werd je ongeneeslijk ziek en konden ze zo goed als niets meer voor je doen. 
Onze wereld stortte als onder het geweld van mokerslagen in elkaar en sindsdien heeft voor mij de zon niet meer geschenen.

En ik weet niet meer hoe het allemaal moet. Ik heb zoveel verscheurend verdriet om jou, maak me grote zorgen om Jan en dan moet ik ook nog met ingang van woensdag elke dag op een neer en acht weken lang naar Dordrecht voor mijn bestralingen.
Het lijkt allemaal 1 grote nachtmerrie waar geen einde aan komt.
Niets doet er nog toe, niets is nog belangrijk, niets lijkt nog zin te hebben.

Soms stel ik me al voor hoe het zal zijn zonder jou, hoe ik moet omgaan met de leegte, het niet meer kunnen babbelen met jou, met het niet meer langs je kunnen gaan, je niet meer kunnen bellen, nooit meer met je kunnen lachen. Dan word ik gewoonweg al overvallen door wanhoop en radeloosheid.
Ik kan je nog lang niet missen, lieverd, maar ik wil ook niet dat je zo verschrikkelijk moet lijden en ik steeds meer moet toezien hoe je verwordt tot een zo teer, hoopje mens.
Het leven is nooit lief voor ons geweest, maar dat het ons nu ook nog als laatste dessert zo wreed en genadeloos moet treffen, ik vind dat zo gemeen eigenlijk. We hebben altijd getracht het goede te doen en alhoewel we vaak door weinigen echt werden verstaan, hebben we toch altijd ons uiterste best gedaan het juiste te doen. En wat hebben we dan zo misdaan dat het lot ons zo genadeloos moet treffen?

Hoeveel sobere dagen mag je nog bij ons blijven, hoeveel kostbare uren nog, lieve zus? Met mijn tranen om jou is zo langzamerhand een hele oceaan te vullen. En ik hou ze niet tegen, want ze blijven maar komen en stromen. 
O, ik zou willen dat ik wonderen kon doen!


zondag 7 oktober 2018

Uniek, dapper mens!

zondag, 7 oktober 2018




Alleen maar bij je willen zijn, je zachtjes vasthouden en zeggen wat je voor me betekent, wat je altijd voor me bent geweest, gewoon mijn tweede moedertje. En elke keer dat ik bij je ben scheurt mijn hart gewoonweg, die pijn, die machteloze pijn van te moeten kijken hoe je lijdt en hoe ziek je bent.
En ik zie hoe je nu steeds magerder wordt, hoe moeilijk je het hebt in al die genadeloze overgeeefbuien en ik voel me zo verdomde machteloos, zo machteloos als toen met mama, toen ook zij zo moest lijden. En waarom? Wat hebben jullie ooit zo misdaan dan alleen getracht een goed mens te zijn?

Het kan me zo ontzettend boos maken en ik zou willen dat ik alles van je kon overnemen, dat ik je weer gezond kon zien en gelukkig en blij, o ja, ik zou mijn leven voor je geven, lieverd. Steeds als ik kom liggen er weer spulletjes van je voor me klaar, want je hebt het allemaal niet meer nodig, zeg je en je wil het zo graag al zelf geven. Steeds weer breekt mijn hart bij dat alles en voel ik mij zo wanhopig.
En Jan, hoe moet dat dan met Jan? Opgevoed door zijn opa en oma, omdat zijn moeder nooit naar hem heeft omgekeken, hem zelfs niet opzocht als hij in het ziekenhuis lag. Al zijn zgn. broers en zusters die ook nooit naar hem hebben omgekeken en als hij ze al zag hem behandelden alsof hij vuilnis was. Alles wat hij heeft is zijn Suzette, die hij zo liefdevol en vol geduld verzorgt elke dag en waarbij hij zichzelf helemaal vergeet. Hij moet nodig geholpen worden aan zijn been, want hij loopt al zo mank, maar hij gunt zich de tijd er niet voor, wil er elke minuut van de dag zijn voor Suzette. Alles heeft hij voor haar over en ik vraag me af hoe het straks met hem moet. Een man die altijd voor iedereen klaar staat en die door zovelen altijd vergeten wordt. Dat deed Suzette ook altijd zo pijn, als hij op zijn verjaardag maar 1 of 2 schamele kaartjes ontving, terwijl zij zelf nooit iemand vergeten. En gisteren was het zo pijnlijk om hem opeens in een radeloze huilbui te zien zitten in de eetkamer en ik niets voor hem kon doen dan mijn armen om hem heenslaan. Wie heeft hij dan nog als hij Suzette kwijt is, wie zal ooit nog naar hem omzien? Ja ik, maar voor hoelang?

Afgelopen maandag zelf voor een scan opgeroepen in Dordrecht als voorbereiding op de serie bestralingen, waarover ik binnen 2 weken bericht moet krijgen. Ze hebben allemaal tattoos op mijn lichaam aangebracht, zodat ze straks weten waar ze bestralen moeten. Ik zal acht weken lang elke dag op en neer moeten naar het ziekenhuis in Dordrecht, want daarnaast zit een gebouw van Erasmus MC waar ik dat allemaal zal moeten ondergaan. Erasmus MC in Rotterdam zit volgepland, dus ben ik daar naar toe verwezen. Soms weet ik niet meer hoe ik alles nog moet volhouden. 
Mijn verdriet om Suzette, mijn zorgen om Jan, het gevecht tegen mijn eigen ziekte, al die vreselijke behandelingen.
Ik wens steeds meer dat ik ’s morgens maar niet meer wakker word, dat ik gewoon maar inslaap, mijn hoofd vrij van alles, niets meer voelen, niets meer weten, alleen maar weldadige rust!
Gelukkig heb ik in dit complex wel veel lieve mensen om me heen, die met grote regelmaat komen informeren hoe het gaat en van alles en nog wat meebrengen om mij maar op krachten te houden. Maar het meest waardevolle is hun luisterend oor en hun schouder om even op uit te mogen huilen.

Ik vraag me vaak af hoe het lot ons zo wreed en genadeloos opeens heeft kunnen treffen? Nog niet zo lang geleden liepen we nog – ons van niets bewust – happy rond, blij met ons nieuwe huis, onze nieuwe omgeving, het gezellige complex hier. We hadden nog zoveel plannen en met 1 grote mokerslag werd alles abrupt in elkaar geslagen. Mijn eigen ziekte kan ik nog verdragen, maar dat van mijn dierbare zus Suzette, nee, oh nee, dat doet mij zoveel pijn en zal ik nooit kunnen accepteren. Ik moet er niet aan denken haar elke dag te moeten missen, het meest dierbare wat ik nu nog bezit. Ze weet dat ze gaat sterven en is bezig daar alles al voor te regelen en geen klacht komt over haar lippen. Het is precies onze moeder, altijd even bescheiden, altijd op de achtergrond, altijd verdraagzaam, altijd het lot accepterend. Dappere, dappere zus!